Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Handelingen
Hoofdstuk 14

   
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis.
Klik met de muis op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst te zien dat op dit gedeelte slaat.
Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst)


1 In Ikoniumbeeld nu gebeurde hetzelfde bij hun binnenkomen tot in de synagoge van de Joden. En zij spreken* zo, zodat een talrijke menigte van Joden, en bovendien van Grieken, geloven*.
2 Maar de ongezeglijk zijnde* Joden wekken* op en behandelen* de zielen van de natiën kwaad tegen de broeders. Maar de Joden nu, de menigten waarnemend, zijn gevuld van jaloezie en zij spreken lasterend het door Paulus gesprokene tegen. (SW)[Hand. 13:45]
3 Zij dan vertoeven* inderdaad aanzienlijke tijd, vrijmoedig zijnde in de Heer, Die getuigenis geeft van Zijn °woord van °genade, tekenen en wonderen gevend die gebeuren door hun handen. 4 °God dit met getuigenis ondersteunend zowel in tekenen en in wonderen en in allerlei machten en in toedelingen van heilige geest, overeenkomstig Zijn °willen? (SW)[Hebr. 2:4]
4 Maar de menigte van de stad wordt verscheurd*. En dezen waren inderdaad samen met de Joden, maar dezen samen met de afgevaardigden.
5 Als er nu aandrang kwam tussen zowel de natiën als van de Joden, samen met hun °oversten, om te beledigen* en hen met stenen te werpen*,
6 namen zij, zich bewust zijnde, de toevlucht tot in de steden Lykaoniëstad in Galatië in Klein Azië, Lystravrijkoping en Derbestad in in Klein Azië en de omliggende streek. En al de willenden godvruchtig leven in Christus Jezus, zullen vervolgd worden. (SW)[2Tim. 3:11] - 23 En wanneer ook maar zij jullie zullen vervolgen in deze °stad, vlucht tot in de andere! Amen! Want Ik zeg jullie dat jullie de steden van Israël toch niet tot een einde zouden brengen totdat de Zoon van de mens zal komen. (SW)[Matt. 10:23]
7 En daar waren zij aan het evangeliseren.
8 En een zekere man in Lystravrijkoping, onmachtig aan de voeten, zat daar, kreupel vanuit de buikholte van zijn moeder, die nooit wandelt*. 1 En passerend nam Hij een mens waar, blind vanuit zijn geboorte (SW)[Joh. 9:1]
9 Deze hoort* °Pauluspauze, tussentijd - latijn: de kleine spreken, die, aandachtig naar hem kijkt* en waarneemt dat hij geloof heeft om gered* te worden.
10 Hij zei met grote stem: "Sta rechtop op jouw °voeten!" En hij springt* recht op en wandelde.
11 En de scharen, bovendien waarnemend wat Pauluspauze, tussentijd - latijn: de kleine doet, heffen* hun °stem omhoog, in het Lykaonisch zeggend: "De goden daalden* neer naar ons toe, gelijk gemaakt wordend aan mensen!" 6 Maar zij verwachtten dat hij op het punt staat een ontstekingsreactie te krijgen of ineens als dode neer te vallen. Maar na veel tijd van hun verwachten en van aanschouwen, gebeurt er niets abnormaals met hem. Van mening veranderend zeiden zij dat hij een god is. (SW)[Hand. 28:6]
12 Bovendien noemden zij °Barnabaszoon van vertroosting Zeus (grieks) stralende hemelvader, maar °Pauluspauze, tussentijd - latijn: de kleine Hermesgriekse naam voor de bode van de goden - romeins: Mercurius, daar hij immers de leidinggevende van het woord was.
13 Bovendien brengt* de priester van °Zeus (grieks) stralende hemelvader, die voor hun stad was, stieren en bloemenkransen naar de poortgebouwen, die hij samen met de scharen wilde offeren.
14 Dit nu horend*, springen* de afgevaardigden Barnabaszoon van vertroosting en Pauluspauze, tussentijd - latijn: de kleine tevoorschijn in de schare, hun eigen °bovenkleding doorscheurend*, schreeuwend,
15 en zeggend: "Mannen, waarom doen jullie deze dingen? Ook wij zijn mensen, met soortgelijke emoties als jullie, jullie evangeliserend om om te keren vanaf deze °zinloze dingen naar de levende Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker, Die de hemel en de aarde en de zee en al wat in hen is maakt*. 17 Elia was een mens met aan ons soortgelijke emoties, en hij bad in gebed dat het niet regent, en het regende drie jaargangen en zes maanden niet op het land. (SW)[Jac. 5:17] - 11 Want in zes dagen maakte JAHWEH de hemelen en de aarde, de zee en alles wat er in is. En Hij stopte in de zevende dag. Daarom zegent JAHWEH de dag van de sabbat en heiligt Hij hem. (SW)[Ex. 20:11]
16 Die in de vervlogen zijnde generaties al de natiën toelaat* in hun °wegen te gaan, Want wat van Hem onzichtbaar is, wordt bespeurd uit de schepping van de wereld, wordt, naast Zijn onzichtbare kracht en goddelijkheid, verstaan door Zijn daden, zodat zij geen verdediging hebben. 21 omdat zij, °God kennende, Hem niet als God verheerlijken en danken, maar zij werden ijdel gemaakt in hun redeneren, en hun onverstandig hart werd verduisterd (SW)[Rom. 1:20,21]
17 hoewel Hij Zichzelf niet zonder getuigenis laat*, het goede werkend van de hemel, regenbuien gevend en vruchtbrengende perioden, onze °harten lavend met voedsel en blijdschap." 8 Die de hemelen bedekt met dikke wolken, Die de regen voorbereidt voor de aarde, Die gras doet ontspruiten op de bergen; (SW)[Psalm 147:8]
18 En deze dingen zeggend, stoppen* zij nauwelijks de scharen, om niet aan hen te offeren.
19 Maar Joden vanaf Antiochiëstad van Antiochus - nu Antakya en Ikoniumbeeld komen* over. En de scharen overredend* en °Pauluspauze, tussentijd - latijn: de kleine stenigend*, sleepten zij hem buiten de stad, veronderstellend dat hij gestorven was. 13 Als nu de Joden vanaf °Tessalonica weten dat ook in °Berea door °Paulus het woord van °God werd aangekondigd, kwamen zij ook daar, de scharen in opschudding brengend en verontrustend. (SW)[Hand. 17:13]
20 Maar terwijl de leerlingen hem omringen*, kwam hij, opstaande*, de stad binnen. En in de volgende morgen kwam hij uit, samen met °Barnabaszoon van vertroosting, tot in Derbestad in Galatië in Klein Azië.
21 Bovendien die °stad evangeliserend* en aanzienlijk velen tot leerlingen makend*, keren* zij terug tot in °Lystravrijkoping en tot in Ikoniumbeeld en tot in Antiochiëstad van Antiochius - nu Antakya,
22 de zielen van de leerlingen verstevigend, bovendien hen oproepend in het geloof te blijven en zeggend: "Het is voor ons bindend door vele verdrukkingen binnen te komen tot in het koninkrijk van °Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker." 32 Judas en bovendien Silas, zelf ook profeten zijnde, roepen op door veel woorden en zij verstevigen de broeders. (SW)[Hand. 15:32] - die, aankomende, de genade van °God waarnemend, verheugd werd en allen smeekte met als doelstelling van het hart om bij de Heer te blijven (SW)[Hand. 11:23] - 2 en zenden wij Timoteüs, onze °broeder en bediende van God in het evangelie van °Christus, voor het jullie standvastig maken en bemoedigen ten behoeve van jullie °geloof, 3 opdat niemand heen en weer bewogen zal worden in deze °verdrukkingen, want jullie hebben zelf waargenomen dat wij daartoe worden gesteld. 4 Want ook toen wij bij jullie waren, zeiden wij tevoren tot jullie dat wij op het punt staan om verdrukt te worden, zoals het ook gebeurde en jullie hebben waargenomen. (SW)[1Thess. 3:1-4]
23 Nu voor hen oudsten selecterend* overeenkomstig de ekklesia, biddend* met vasten, zetten zij hen voor aan de Heer in Wie zij hadden geloofd. die zij stellen voor de ogen van de apostelen, en biddend plaatsen zij de handen op hen (SW)[Hand. 6:6]
24 En doorheen komend tot in °Pisidiëpekkig kwamen zij tot in °Pamfyliëvan iedere stam.
25 En het woord van de Heer sprekend* in Pergehoofdstad van Pamfylië, daalden zij af tot in Attaliakustplaats in Pamfylië - vernoemd naar Attalus II van Pergamum.
26 En van daar varen* zij weg tot in Antiochiëstad van Antiochus - nu Antakya, waarvandaan zij overgeleverd waren aan de genade van °Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker tot in het werk dat zij vervullen*. Nu waren er bij de in Antiochië zijnde ekklesia behorende profeten en leraren, zowel °Barnabas als Simeon, die Niger genoemd wordt, als Lucius, de Cyreniër, als Manaen, pleegbroer van de viervorst Herodes, als Saulus. 2 En tot hen nu die de Heer dienden en vastten, zei° de heilige °geest: Zonderen° jullie nu Barnabas en Saulus af voor het werk waartoe Ik hen geroepen heb. 3 Dan, vastend en biddend en de handen op hen plaatsend, laten zij hen gaan (SW)[Hand. 13:1-3]
27 Aankomend nu en de ekklesia verzamelend, verkondigen zij hen zoveel als wat °Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker met hen doet* en dat Hij voor de natiën een deur van geloof opent*. En te Jeruzalem gekomen zijnde, werden zij ontvangen van de Gemeente, en de apostelen, en de ouderlingen; en zij verkondigden, wat grote dingen God met hen gedaan had. ... 12 En al de menigte zweeg stil, en zij hoorden Barnabas en Paulus verhalen, wat grote tekenen en wonderen God door hen onder de heidenen gedaan had. (SV)[Hand. 15:4,12] - 18 Deze dingen nu horend houden zij zich rustig en zij verheerlijken °God, zeggend: "Dus °God geeft ook aan de natiën de bezinning tot leven." (SW)[Hand. 11:18]
28 En zij vertoefden niet weinig tijd samen met de leerlingen.

Terug naar de index.
Naar Handelingen 15


   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.