Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Hebreeën
Hoofdstuk 3
|
|
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis. Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 Daarom, heilige broeders, partners van een hemelse roeping, beschouwt de Afgevaardigde en Hogepriester van onze °belijdenis, ,
[Commentaar]
2 Die trouw is aan Die Hem maakt, zoals ook in heel Zijn °huis.
3 Want Deze is van meer heerlijkheid waardig geacht dan , omdat Hij die het huis construeert* meer eer heeft dan het huis.
4 Want elk huis wordt door iemand geconstrueerd, maar Die alle dingen construeert* is .
5 En was inderdaad trouw in heel Zijn huis als behandelaar; daarvan zal tot getuigenis worden gesproken,
6 maar , als Zoon over Zijn °huis - van Wiens huis wij zijn, mits wij de vrijmoedigheid en de roem van de hoop tot aan het einde bevestigd zouden vasthouden.
7 Daarom, zoals de heilige °geest zegt: "Vandaag, in het geval dat jullie Zijn °stem zouden horen,
[Commentaar]
8 zouden jullie niet jullie °harten verharden, zoals in de verbittering, overeenkomstig de dag van de beproeving in de woestijn,
9 waar jullie vaders Mij beproefden in de proefneming; en zij namen Mijn °werken waar, veertig jaren.
10 Daarom heb* Ik een afkeer van deze °generatie en zei Ik: 'Steeds dwalen zij in het hart, maar Mijn °wegen kennen* zij niet,'
11 zoals Ik zweer* in Mijn °boosheid, indien zij binnen zullen komen in Mijn °stoppen!"
-
12 Kijkt uit, broeders, opdat niet in iemand van jullie een boosaardig hart van ongeloof zal zijn, in het afstand nemen* vanaf de levende .
13 Maar roept julliezelf overeenkomstig iedere dag op tot wat 'vandaag' wordt genoemd, opdat niemand vanuit jullie verhard zal worden door de verleiding van de zonde.
14 Want wij zijn partners van ° geworden, mits wij het begin van de aanname tot aan het einde bevestigd zouden vasthouden,
15 terwijl er wordt gezegd: "Vandaag, in het geval dat jullie Zijn °stem zouden horen, zouden jullie niet jullie °harten verharden, zoals in de verbittering."
16 Want sommigen, het horend*, verbitteren*, maar niet allen die vanuit uitkwamen door .
17 Van wie echter heeft* Hij veertig jaren een afkeer? Was het niet van die zondigden*, van wie de karkassen vielen* in de woestijn?
18 Tot wie nu zweert* Hij niet binnen te zullen komen in Zijn °stoppen, dan tot die ongezeglijk zijn*?
19 En wij bekijken dat zij niet konden binnenkomen vanwege ongeloof.
Terug naar de index.
Naar Hebreeën 4
|
|
© www.schriftwoord.nl U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.
|