Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Lucas
Hoofdstuk 10

   
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis.
Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst.
Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)


1 Na deze dingen nu wijst* de Heer ook twee-en-zeventig anderen aan en Hij vaardigt* hen af, respectievelijk twee aan twee, vóór Zijn gezicht, tot in elke stad en plaats waar Hij op het punt Zelf stond binnen te komen. En Hij roept de twaalf bij Zich en Hij begint hen af te vaardigen, twee aan twee, en gaf hen autoriteit over de onreine geesten. (SW)[Marc. 6:7] - Dan zegt Hij tot Zijn °leerlingen: "De oogst is inderdaad groot, maar er zijn weinig werkers. 38 Smeekm dan de Heer van de oogst, zodat Hij werkers zou uitdrijven tot in Zijn oogst." (SW)[Matt. 9:37,38] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

1

Omdat de Heer op weg was om het feest van de Inzameling te vieren, was dit feitelijk oogsttijd en vergeleek Hij de fysieke met de geestelijke staat van het land. Tijdens de oogst is er veel te doen, dus wijst Hij zes maal het oorspronkelijke aantal apostelen aan om te helpen in het oogstwerk.


2 Hij nu zei tot hen: "De oogst is inderdaad veel, maar de werkers zijn weinig. Smeekt dan de Heer van de oogst, zodat Hij werkers zou uitdrijven tot in Zijn °oogst. Zeggen jullie niet: 'Het is nog vier maanden en dan komt de oogst?' Neem waar, Ik zeg tot jullie, hefm jullie ogen op en slam de velden gade, want zij zijn reeds wit voor de oogst.(SW)[Joh. 4:35]
3 Gaat heen! Neem waar! Ik vaardig jullie af als lambokjes te midden van wolven. neem waar, Ik vaardig jullie af als schapen te midden van wolven. Weesm dan voorzichtig als de slangen en ongekunsteld als de duiven. (SW)[Matt. 10:16] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

3

Hij heeft geen illusies over de houding van het volk. Ze zijn vijandig. Ze zijn wolven. Elk huis of stad moet nu getest worden om te zien of het vrienden of vijanden bevat. In het geval van een stad is er een boodschap voor die welke hen niet willen ontvangen, net zoals voor die dat wel willen. Het koninkrijk is nabij gekomen, of ze het willen of niet.


4 Draagt toch geen geldbuidel, toch geen reiszak, ook geen schoeisels, en jullie zouden niemand op de weg groeten. 7 En gaande, verkondig, zeggend dat het koninkrijk van de hemelen is genaderd. 8 Genees de zwakken, wek doden op, reinig melaatsen, werp demonen uit. Jullie namen in ontvangst om niet, geef om niet! 9 Jullie zouden geen goud, noch zilver, noch koper tot in jullie °gordels moeten verwerven, 10 geen reiszak voor onderweg, noch twee onderklederen, noch schoenen, noch staf, want de werker is zijn °voedsel waard. 11 Wanneer jullie nu ook maar tot in een stad of dorp zullen binnen gaan, vraag wie in haar waardig is, en blijf daar totdat jullie eens weg gaan. 12 En binnengaand tot in het huis, groet het! 13 En indien het huis inderdaad waardig zal zijn, laat jullie °vrede op haar komen. Maar indien het niet waardig zal zijn, laat jullie °vrede op jullie terugkeren. 14 En wie jullie ook maar niet zou ontvangen, noch jullie °woorden zou horen, ga weg, buiten het woonhuis of die °stad, en schud het stof van jullie voeten.(SW)[Matt. 10:7-14] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

4

Dit moet verstaan worden in de oriëntaalse setting. Tot op vandaag zijn er speciale boodschappers voor belangrijke zaken nodig om vooraf te gaan aan de formele vleierij en saaie etiquette van de Oosterse begroeting. Deze begroetingen hielden eindeloze vragen in en net zoveel antwoorden. Het werd zeer juist geacht deel te nemen aan een discussie en zelfs om deel te nemen aan onderhandelen dat al gaande was. Deze instructies waren zeer noodzakelijk indien deze apostelen hun missie zouden volbrengen.


5 En tot in welk woonhuis ook jullie binnen zullen komen, zegt eerst: 'Vrede voor dit °huis!' 29 En hij zegt tot Gechazi: "Omgord jouw taille en neem mijn leunstaf in jouw hand en ga! Wanneer jij een man vindt zal jij hem niet zegenen en wanneer iemand jou zegent zal jij hem niet antwoorden. En jij plaatst mijn leunstaf op het gezicht van de knaap." (SW)[2Kon. 4:29]
6 En in het geval dat daar een zoon van vrede zal zijn, op hem zal jullie vrede rusten. Indien niet, zal hij zeker op jullie terugkomen.
7 Blijft echter in het zelfde woonhuis, de dingen bij hen etend en drinkend. Want de werker is zijn °loon waardig. Gaat toch niet verder van woonhuis tot in woonhuis. 6 Of hebben alleen ik en Barnabas niet de autoriteit om niet te werken? 7 Wie voert ooit oorlog op eigen rantsoenen? Wie plant een wijngaard en eet niet de vrucht van deze? Of wie hoedt een kudde en eet niet van de melk van de kudde? 8 Ik spreek deze dingen niet overeenkomstig de mens. Of zegt ook de wet niet deze dingen? 9 Want in de wet van Mozes is het geschreven: jij zal een dorsend rund niet muilbanden. Deert °God de runderen niet? 10 Of zegt Hij dit in elk geval vanwege ons? Vanwege ons! Want het werd geschreven: die ploegt is verschuldigd te ploegen op hoop en die dorst in hoop behoort deel te hebben aan die hoop. 11 Indien wij voor jullie de geestelijke dingen zaaien, is het dan iets groots als wij van jullie de vleselijke dingen zullen oogsten? 12 Indien anderen deelhebben aan jullie autoriteit, hebben wij dat niet veel meer? Maar wij gebruiken deze °autoriteit niet, maar alles houden wij uit, opdat wij niet enige hinder geven aan het evangelie van °Christus. 13 Hebben jullie niet waargenomen dat zij die de gewijde dingen werken, eten van de dingen uit de gewijde plaats? Degenen die voortdurend bij het altaar verkeren ontvangen samen een deel bij het altaar. 14 Zo schrijft ook de Heer aan die het evangelie aankondigen voor vanuit het evangelie te leven. (SW)[1Kor. 9:6-14] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

7

Het is gebruik in het Oosten dat elke dorpsbewoner het voorrecht heeft van het te gast hebben van een vreemdeling. En elke gang van huis naar huis zou heel wat trots en hypocrisie opwoelen en leiden tot een naar gevoel. Daarnaast kost het veel tijd en leidt het hen af en doet het hun efficiëntie teniet. In ieder huis zou er gefeest moeten worden en zou men zich moeten over geven aan plezier, en dat alles was totaal niet in harmonie met de geest van hun missie.


8 En tot in welke stad ook jullie ook maar zullen binnenkomen en zij jullie zullen ontvangen, eetm de dingen die aan jullie voorgezet worden.
9 En geneesm in haar de zwakken en zegt tot hen: 'Het koninkrijk van °Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker is aan jullie genaderd.'
10 Maar tot in welke stad jullie ook maar zullen binnenkomen en zij jullie toch niet zullen ontvangen, zegt, uitkomend tot in haar °pleinen:
11 'Ook het stof aan onze voeten vanuit jullie °stad, dat aan ons gehecht wordt, vegen wij tot jullie af. Weten jullie evenwel dit: dat het koninkrijk van °Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker op jullie genaderd is.' Dezen nu, het stof afschuddend van op hun °voeten, kwamen tot in Iconium.(SW)[Hand. 13:51]
12 Ik nu zeg tot jullie dat het voor Sodombranden/brandend in die °dag draaglijker zal zijn dan voor die °stad. 24 En JAHWEH doet zwavel en vuur regenen over Sodom en Gomorra, zwavel en vuur van JAHWEH vanaf de hemelen. 25 En Hij keerde deze steden en heel het stroomgebied ondersteboven en alle inwoners van de steden en wat ontspruitte uit de grond. (SW)[Gen. 19:24,25] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

12

De zonden van Sodombranden/brandend waren zo vreselijk dat vuur de hele plaats heeft uitgewist. Toch waren deze zonden niet zo aanvallend in Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikkers ogen als de verwerping van Zijn boodschappers. De ene was een zonde, gedaan in duisternis, de andere was een zonde tegen het licht. Het oordeel van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker zal absoluut fair zijn over allen.


13 Wee jou, Chorazinrokende oven, wee jou, Betsaïdahuis van de visvangst, want indien in Tyrus?rots en Sidonvisserij (-stad) de machten waren gebeurd die in jullie gebeuren, zij zich ooit, lang geleden, zouden bezinnen*, zittend in zak en as. 9 Zo zegt JAHWEH: Vanwege drie overtredingen van Tyrus en vanwege vier zal Ik het niet doen terugkeren. Vanwege hun uitleveren van een totale deportatie naar Edom en zij gedachten niet het verbond van broeders. 10 En Ik zal vuur zenden tegen de muur van Tyrus en het zal haar burchten verslinden. (SW)[Amos 1:9,10] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

13

Chorazinrokende oven, Bethsaidahuis van de visvangst en Capernaümdorp van Nahum - getroost (door JAH), "Zijn eigen stad", waren de meest begunstigde van alle plaatsen, want in hen werden de meeste van Zijn machtige werken gedaan. Maar nu zijn zij, net als Sodombranden/brandend, verdwenen, zodat hun juiste plek betwist wordt. Ze zijn neder geworpen in "de hel".


14 Evenwel zal het voor Tyrus?rots en voor Sidonvisserij (-stad) draaglijker zijn in de beoordeling dan voor jullie.
15 En jij, Kapernaümdorp van Nahum (Nahum = getroost door JAH), jij zal toch niet verhoogd worden tot in de hemel? Tot het OnwaarneembareGrieks: Hades - de plaats waar de ziel van de mens heen gaat na het overlijden zal jij neergedaald gemaakt worden! 13 En jij, jij zei in jouw hart: Naar de hemelen zal ik opgaan! Boven de sterren van El zal ik mijn troon verhogen, en ik zal zitten op de berg van de afspraak, in de uithoeken van het noorden. ... 15 Ja, naar het dodenrijk zal jij neerwaarts gebracht worden, naar de uithoeken van het onderaards gewelf. (SW)[Jes. 14:13,15]
16 Die van jullie hoort, hoort van Mij en die jullie afwijst, wijst Mij af. Die Mij nu afwijst, wijst af Die Mij afvaardigt*." Wie jullie ontvangt, die ontvangt Mij en wie Mij ontvangt, ontvangt Degene Die Mij afvaardigt. (SW)[Matt. 10:40]
17 De twee-en-zeventig nu keren* met vreugde terug, zeggend: "Heer! Ook de demonen worden in Uw °naam aan ons onderschikt!" [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

17

Maar een korte tijd tevoren hadden negen van de apostelen zonder succes geprobeerd een demon uit te werpen (9:40). De Heer had de discipelen niet speciaal macht gegeven voor deze wereld. Onder deze omstandigheden hadden ze veel reden zich te verheugen over de macht die ze bezaten. De Heer, die in een nauwe band stond met de geestenwereld, had gezien dat het hoofd er van naar beneden was gekomen, zonder enige twijfel naar aanleiding van een noodsignaal van zijn onderschikten. Dit heeft uiteraard niets te maken met de zogeheten "val van SatanTegenstander," waarover we in de Schrift nooit lezen, maar verwijst naar SatanTegenstanders actie in antwoord op hun uitwerpen van demonen in ChristusGezalfde’ Naam. Wetend wat de kracht van de vijand is en wat Hij en Zijn discipelen nog zouden lijden door zijn handen, probeert de Heer hun blijdschap op een wat zekerder voet te schoeien. Ja, tenzij hun namen zijn gegraveerd in de hemel, en ze zo onder de bescherming staan van de Almachtige, zullen deze geestelijke krachten over wie zij triomferen hen meer dan hun volharding aankan beproeven.


18 Hij nu zei tot hen: "Ik aanschouwde de SatanTegenstander als een bliksemflits vanuit de hemel vallend. 12 Hoe viel jij van de hemelen! Jank, zoon van de dageraad! Jij werd omgehakt naar de aarde, verslaander van naties! (SW)[Jes. 14:12]
19 Neem waar! Ik heb aan jullie de autoriteit gegeven om te treden bovenop slangen en schorpioenen en over al de macht van de vijand. En niets zal jullie beschadigen. 13 Op de zwarte leeuw en de cobra zal jij treden; jij zal de beschutte leeuw en de slang vertreden (SW)[Psalm 91:13]
20 Evenwel: verheugt je in deze toch niet dat de geesten aan jullie onderschikt worden, maar verheugt je dat jullie °namen ingeschreven zijn in de hemelen." Velen zullen tot Mij zeggen in die dag: "Heer! Heer! Profeteren wij niet in Uw °Naam? En in Uw °Naam wierpen wij demonen uit en in Uw °Naam doen wij vele krachten!" (SW)[Matt. 7:22] - 32 En nu, indien U hun zonde verdraagt! En indien er geen is, wis mij alstublieft uit Uw boekrol die U schrijft." (SW)[Ex. 32:32]
21 In dit °uur jubelt* Hij in de heilige °geest en zei: "Ik juich U toe, Vader, Heer van de hemel en van de aarde, dat U deze dingen vanaf wijzen en intelligenten verhult* en U ze onthult* aan onmondigen. Ja, Vader, dat het zo een welbehagen werd, vlak voor U. maar °God kiest de dommen van de wereld uit, opdat Hij de wijzen te schande zou maken, en °God kiest de zwakken van de wereld uit opdat Hij de sterken te schande zal maken. (SW)[1Kor. 1:27] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

21

Dit is een zeer voortreffelijk straaltje van de diepste gedachten van de Zoon van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker. Zonder twijfel had Hij vanaf het begin opgemerkt dat Zijn boodschap maar weinig aantrekkingskracht had bij hen van we van nature zouden verwachten dat ze die graag zouden hebben en op prijs zouden stellen. Hij was voortdurend aan het strijden met de meest intelligente klassen. Hij had een kring van volgelingen die grotendeels gerekruteerd was uit de onderste lagen van de gemeenschap, de fellaheen, meestal vissers en boeren, mannen die zwoegden voor hun levensonderhoud, terwijl de beroepsgeleerden, schrijvers, priesters en leraren van de wet tegenstanders waren. Desalniettemin, ziende dat dit duidelijk Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikkers wil was, verdraagt Hij het niet, maar berust Hij er in en verheugt Hij zich. Laten we de wil van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker niet verdragen, maar ons er in verheugen, hoe onbevredigend die ook lijkt. Hij werkt voor Zijn heerlijkheid en voor het goed van Zijn schepselen. Wij verlangen naar succes en erkenning voor ons kleine deel van het dienstbetoon, met maar weinig gedachten aan Zijn grotere doelstelling. Het is Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikkers manier om de wijsheid van de wijzen om te keren in dwaasheid, en dat te gebruiken wat veracht wordt, om zo Zijn wil uit te werken, zodat geen vlees in staat zal zijn over zichzelf te roemen in Zijn aanwezigheid. De geachte dat Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker inderdaad voor sommigen Zijn waarheid verbergt, laat zien hoe onmogelijk het is voor Zijn slaven om "succesvol" te zijn in de aanvaarde betekenis van de uitdrukking.


22 En Zich kerend naar de leerlingen, zei Hij: "Alles werd aan Mij door Mijn °Vader overgeleverd. En niemand weet wie de Zoon is dan de Vader en wie de Vader is dan de Zoon en aan wie de Zoon van plan is Hem te onthullen*." De Vader heeft de Zoon lief en heeft alles tot in Zijn °hand gegeven. (SW)[Joh. 3:35] - 15 zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken. En Mijn °ziel plaats Ik ten behoeve van de schapen (SWW)[Joh. 10:15]
23 En Zich kerend naar de leerlingen zei Hij onder elkaar: "Gelukkig de ogen die de dingen bekijken die jullie bekijken.
24 Want Ik zeg tot jullie dat vele profeten en koningen de dingen willen* waarnemen die jullie bekijken en zij nemen* niet waar, en van Mij de dingen te horen* die jullie horen en zij horen* niet." 16 Maar gelukkig zijn jullie °ogen, want zij nemen waar, en jullie °oren, want zij horen. 17 Amen! Want Ik zeg tot jullie dat vele profeten en rechtvaardigen reikhalzend begeren waar te nemen wat jullie waarnemen en zij nemen niet waar, en te horen wat jullie horen en zij horen niet. (SW)[Matt. 13:16,17]
25 En neem waar, een zekere wetgeleerde stond op, om Hem uit te proberen, zeggend: "Leraar! Wat moet ik doen* opdat ik aionisch leven als lotbezit zou ontvangen?" En een van hen, een wetgeleerde, Hem beproevend, stelt een vraag: (SW)[Matt. 22:35] - En neem waar, één, naar Hem toe komend, zei: "Leraar, wat goed zal ik doen opdat ik aionisch leven zal hebben?" (SW)[Matt. 19:16] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

25

Een advocaat, of iemand die goed bekend is met de wet van Mozesdoen vergeten, getrokken, uit het water halen, zou, zeker bij het tot een last voor anderen maken dan zichzelf (11:46), van nature geïnteresseerd zijn in de mening van de Heer over welke daden aionisch leven zouden verdienen. Vanuit het standpunt van de wet was dit erg eenvoudig. Mozesdoen vergeten, getrokken, uit het water halen had geschreven: "..jullie zullen Mijn verordeningen en Mijn oordelen waarnemen, want de mens die ze doet zal er in leven. Ik ben JAHWEH!" (Lev. 18:5;SW)
Daarom herinnert de Heer hem aan de wet die hij toch zou moeten kennen. Hij vat correct de hele wet samen in het grootste gebod: Heb Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker lief, en het complement er van: Hou van de mens. De advocaat kende de wet. Al wat hij moest doen was die houden! Zou hij de wet kunnen houden, dan zou hij nooit sterven. Maar de wet was niet gegeven om leven uit te delen. Ze kwam om de dood te veroorzaken. Maar de wet had duidelijk iets van het werk gedaan waarvoor ze echt was bedoeld en is hij is er zich bewust van dat zijn liefde voor zijn naaste niet op het gewenste niveau is. In plaats van dit te bevestigen en toevlucht te zoeken in Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikkers genade, probeert hij zijn falen te rechtvaardigen door een spitsvondigheid over wie hoort onder de term "naaste". Zo’n spitsvondigheid was ruim in voorraad bij de uitleggers van de Joodse wet. Ze probeerden altijd een uitweg te vinden om de harde vereisten er van te ontvluchten.

Om hem de beuzelachtigheid van wetten te laten zien, vertelt de Heer hem het verhaal van de goede Samaritaaniemand uit de landstreek Samaria - waker. De Samaritanenmensen uit de landstreek Samaria - waker werden hartgrondig geminacht door de Joden, die in het geheel niet naar hen wilden omzien (Joh. 4:9). De advocaat zou nooit toegeven zo tegen zijn naaste te zijn! Maar de Heer Zelf werd veracht en verworpen, en daarom gaat Hij het verhaal in als een gehate Samaritaaniemand uit de landstreek Samaria - waker.

De advocaat is de man die afdaalde van Jeruzalemstad van (de god) Salem - vredestichter naar Jericho?maanstad en is half dood. Jeruzalemstad van (de god) Salem - vredestichter is de plaats van zegen en leven. Dat is van hem als hij de wet houdt. Jericho?maanstad is de plaats van de vloek. Die voor hem als hij de wet breekt, want "Vervloekt is degene die zich niet houdt aan alles wat is geschreven in de rol van de wet om ze te doen" (Deut. 27:26; Gal. 3:10). Hij is veroordeeld, zelfs terwijl hij probeert zichzelf te rechtvaardigen. Hij hoopt dat de religieuze rituelen hem zullen helpen. Maar deze worden op de grond gesmeten als een priester langs komt, maar zo ver mogelijk van hem verwijderd blijft. De wet staat niet toe dat een priester zich bezoedeld met de dood. Het is niet dat hij hard van hart is. Zijn heilig ambt staat geen bezoedeling toe. De Leviaanhanger, aanhankelijket durft op gelijke wijze niet bezoedeld te worden met de dood. De advocaat zal leren dat, wanneer de wet z’n volle effect heeft gehad, zij niet een man in deze toestand kunnen aanraken. Deze twee mannen kwamen, net als de wet, toevallig langs, niet om te genezen, maar om zonde te veroordelen. Maar de Samaritaaniemand uit de landstreek Samaria - waker, dat wil zeggen: de Heer, was op een rechtstreekse missie. De gewonde man is voor hem niet afstotend, maar trekt hem juist aan en roept Zijn mededogen op. Hij wordt niet bezoedeld en gehandicapt door het contact met dood of zonde. Terwijl de priester en de Leviaanhanger, aanhankelijket, met al hun heiligheid, hulpeloos zijn om de man de liefde te bewijzen die de wet vereist, komt de verachte Samaritaaniemand uit de landstreek Samaria - waker , die zonder twijfel onder andere omstandigheden zou worden veracht door de hulpeloze Jood, om hem te redden en toont in feite een liefde voor zijn vijand die uitrijst boven wat de wet vraagt.

Daarom probeert de Heer de advocaat weg te drijven van zijn eigen gebrekkige gedoe, zelfs zijn eigen terughoudende liefde, naar de echte bron van leven, aionisch en overvloedig, te vinden in Zijn genade en liefde als de Goede Samaritaaniemand uit de landstreek Samaria - waker.


26 Hij nu zei tot hem: "Wat is geschreven in de wet? Hoe lees jij?"
27 Deze nu, antwoordend, zei: "Jij zal de Heer, jouw °Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker, liefhebben vanuit heel jouw °hart en in heel jouw °ziel en in heel jouw °sterkte en in heel jouw denkwijze, en jouw °naaste als jezelf." 5 En jij hebt JAHWEH, jouw Elohim, lief met heel jouw hart en met heel jouw ziel en met heel jouw intensiteit (SW)[Deut. 6:5] - 18 Jij zal niet wreken en jij zal geen wrevel koesteren tegen de zonen van jouw volk. En jij hebt jouw naaste lief als jezelf. Ik ben JAHWEH! (SW)[Lev. 19:18]
28 Hij nu zei tot hem: "Jij antwoordde op correcte wijze. Doe dit en jij zal leven." 5 En jullie zullen Mijn statuten en Mijn verordeningen in acht nemen, want de mens die ze doet zal er in leven. Ik ben JAHWEH! (SW)[Lev. 18:5]
29 Maar hij, willend zichzelf te rechtvaardigen*, zei tot °JezusJAH redt: "En wie is van mij de naaste?"
30 Dit nu opvattend, zei °JezusJAH redt: "Een zeker mens daalde af vanaf Jeruzalemstad van (de god) Salem - vredestichter tot in Jericho?maanstad en hij belandt* te midden van rovers. En hem uitkledend* en slagen op hem plaatsend, kwamen zij weg, hem achter latend, half dood ten deel vallend.
31 Toevallig nu daalde een zekere priester af op die °weg, en hem waarnemend ging hij aan de overkant voorbij.
32 Evenzo nu komt ook een Leviaanhanger, aanhankelijket op de plaats. En hem waarnemend ging hij aan de overkant voorbij.
33 Een zekere Samaritaaniemand uit de landstreek Samaria nu, onderweg zijnde, kwam ook bij hem. En hem waarnemend wordt hij met mededogen bewogen*.
34 En naar hem toe komend zwachtelt* hij zijn °wonden, er olie en wijn op gietend. Hem nu doen opstijgend* op het eigen °beest, leidde hij hem tot in een herberg en verzorgde hem.
35 En in de morgen, uitkomend, geeft* hij, twee denariën uithalend, aan de herbergier en zei tot hem: 'Verzorg hem en in het geval u ook iets zou uitgeven, zal ik het u bij mijn terugkomst betalen.'
36 Wie dan van deze °drie, denkt u, is de naaste geworden van die tot in de handen van rovers was gevallen?"
37 Deze nu zei: "Die de ontferming met hem doet*!" °JezusJAH redt nu zei tot hem: "Ga en doe jij evenzo."
38 En bij hun gaan nu kwam Hij een dorp binnen. En een zekere vrouw, een zekere met de naam Martavrouw des huizes, meesteres (Aramees), ontvangt* Hem gastvrij in haar °woonhuis. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

38

In Mariahun opstand (??) en Marthavrouw des huizes, meesteres (Aramees) hebben we een vaak benodigd contrast tussen dienen en studeren, en de inschatting van elk door onze Heer. Dienen heeft z’n plaats en Marthavrouw des huizes, meesteres (Aramees) zou nauwelijks een excuus gehad hebben als zij niet aan Zijn eenvoudige wensen had voldaan. Maar toen, net als nu, worden Zijn slaven verleid om het dienen te overdrijven, zodat men de meer noodzakelijke en vitale bekendheid met Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikkers wil gaat verwaarlozen die alleen past voor de hoogste vormen van dienstbetoon en aanbidding. Dienen zonder een helder kennen van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikkers plannen is vaak erger dan verspilling, maar een hartelijk bekend zijn met Zijn genade is de inleiding naar een aanbidding die Zijn hart het meest bevredigt. Het enige dat toen, en ook vandaag, het hardst nodig was, is een nauwe bekendheid met Zijn woord, verkregen door nederig aan Zijn voeten te zitten.


39 En er was bij deze een zuster, genaamd Mariahun opstand (??), die ook ernaast gezeten was aan de voeten van de Heer en Zijn °woord hoorde. Er was nu iemand, een zwak zijnd mens, Lazarus van Bethanië, uit het dorp van Maria en van Martha, haar °zus. (SW)[Joh. 11:1]
40 °Martavrouw des huizes, meesteres (Aramees) nu werd afgeleid door haar vele bediening. Er nu bij staande*, zei zij: "Heer, deert het U niet dat mijn °zuster mij alleen liet om te bedienen? Zeg dan tot haar dat zij mij te hulp zal komen."
41 En antwoordend zei de Heer tot haar: "Martavrouw des huizes, meesteres (Aramees), Martavrouw des huizes, meesteres (Aramees), jij bent bezorgd en jij bent rumoerig aangaande vele dingen.
42 Van weinig nu is er behoefte dan aan één. Want Mariahun opstand (??) kiest* het goede deel uit, dat niet van haar afgenomen zal worden."





Terug naar de index.
Naar Lucas 11
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.