Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Marcus
Hoofdstuk 5

   
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis.
Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst.
Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)


1 En zij kwamen tot in de overkant van de zee, tot in de landstreek van de Gergesenenbeloning aan het einde. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

1-17

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 8:28-34; Lukaslichtgevend 8:26-37.

Dit drie-voudig verhaal laat het meest onstuimige vertoon zien van de kracht van de vijand, gericht op de Heer. Markuseen verdediging blijf meer dan Mattheüsgeschenk van JAH hangen bij de wanhopige toestand van de mens, passend bij bet bereik van dit verslag waarin dienstverlening aan de mens wordt geportretteerd.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

1

De naam van deze plaats wordt in de MSS zo verschillend gegeven, dat we een beroep hebben moeten doen op de topografie van het land om er zekerheid over te krijgen en komen tot dezelfde conclusie als de bewerker van de Sinaiticus (S2). De Alexandrinus heeft het als Gardarenenuit Gadara - beloning aan het einde, de Vaticanus heeft Gera'senen, net als de Sinaiticus voordat die bewerkt werd. Dit is waarschijnlijk een variant van Gergesenes. Gadgelukara was een welbekende Griekse stad, bekend vanwege haar tempels, haar theater en haar warme baden, maar het lag op meerdere uren afstand van de zuidelijke kust van het meer van Galileakring. De kleine stad Gergesa, waarvan de ruïnes door de Arabieren Chersa worden genoemd, is "aan de andere zijde" van het meer van Galileakring, en is het enige deel van de kustlijn dat alle kenmerken combineert die nodig zijn voor het verhaal. Een steile helling duikt vrijwel direct in het meer, vrijwel zonder enig strand. Boven de stad zijn graftombes uitgehakt. Elk natuurlijk kenmerk komt overeen met het geïnspireerd verslag. Daarom hebben wij Gergesenes gekozen als de ware vertaling.


2 En bij Zijn uitkomen vanuit het schip gaat* Hem meteen een mens vanuit de grafgewelven tegemoet, met een onreine geest, En direct was in hun °synagoge een man met een onreine geest en hij schreeuwt het uit (SW)[Marc. 1:23]
3 die °woning had in de graftomben. En zelfs met ketenen kon niemand hem meer binden*,
4 omdat hij vele malen met voetboeien en ketenen was gebonden en door hem de ketenen in stukken getrokken waren en de voetboeien verbrijzeld werden. En niemand was sterk genoeg om hem te temmen*.
5 En gedurende heel de nacht en de dag was hij in de graftomben en in de bergen, schreeuwend en zichzelf diepe wonden toebrengend met stenen.
6 En °JezusJAH redt vanaf veraf waarnemend, liep hij en aanbidt* Hem.
7 En schreeuwend* met een grote stem, zegt hij: "Wat is het met mij en met U, JezusJAH redt, Zoon van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker, de Hoogste? Ik bezweer U bij °Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker, U zou mij toch niet kwellen!" zeggend: "Wat gaat het ons en jou aan, Jezus de Nazarener? Kwam jij om ons om te brengen? Wij hebben jou waargenomen wie jij bent: de Heilige van °God!" (SW)[Marc. 1:24] - Deze zal groot zijn en Hij zal Zoon van de Hoogste genoemd worden. En de Heer God zal Hem de troon van David geven, Zijn °vader.(SW)[Luc. 1:32] - Maar °Jezus was stil en de hogepriester zei tot Hem: "Ik bezweer u dringend bij de levende °God dat u ons zal vertellen of u de Christus bent, de Zoon van °God." (SW)[Matt. 26:63]
8 Want Hij zei tot hem: "°Onreine °geest, kom uit vanuit de mens!" [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

8

Het is het ongebruikelijke dat ons zou moeten opvallen in elk van de tekenen en wonderen van onze Heer, want daarin zit de speciale les die elk van Zijn opgetekende daden ons bedoelt te leren. Hier vinden we een man, bezeten door vele demonen, die niet op Zijn eerste bevel uitkomen, en zij worden in de zee gestuurd. Bij een andere gelegenheid spreekt de Heer over Israëlstrijder van God bij de eindtijd, dat zij dan zeven maal meer demonen zullen hebben als tevoren (Matt. 12:43-45). Hun laatste toestand zal erger zijn dan hun eerste. Dit wordt hier gesuggereerd door het legioen van demonen die de onfortuinlijke bezetene onveilig maakten. Een Romekrachtins legioen was ongeveer zesduizend man groot. Israëlstrijder van God heeft zich vele eeuwen weggehouden van afgoderij, maar wanneer het grote beeld zal worden opgericht, zullen velen het wilde beest aanbidden (Openb. 13:8). Aan de eerste verkondiging van het koninkrijk werd geen gehoor gegeven, net zoals aan Zijn eerste opdracht aan het legioen dat in de bezetene leefde. Maar uiteindelijk vinden zij hun weg in de zee, net zoals SatanTegenstander in de afgrond gezonden zal worden.


9 En Hij stelde Hem een vraag: "Wat is jouw naam?" en hij zegt tot Hem: "Legioneen groep Romeinse soldaten, ongeveer 4000 tot 7000 man is de naam voor mij, want wij zijn velen!"
10 En hij riep Hem veel op, opdat Hij het niet buiten de landstreek zou sturen.
11 Nu was daar bij de berg een grote troep varkens, weidend.
12 En alle machtige demonen roepen* Hem op, zeggend: "Zend ons tot in de varkens, opdat wij tot in hen binnen zullen komen."
13 En JezusJAH redt staat* het hen onmiddellijk toe. En uitkomend kwamen de onreine °geesten binnen tot in de varkens en de troep stormt* neerwaarts van de steile helling tot in de zee. Zij nu waren met ongeveer tweeduizend, en zij werden verstikt in de zee.
14 En die ze weiden vluchtten, en zij berichten* tot in de stad en tot in de velden. En zij kwamen om het gebeurde waar te nemen.
15 En zij komen naar °JezusJAH redt toe en zij aanschouwen de demonisch gedreven wordende, zittend en van bovenkleding voorzien zijnde en verstandig zijnde, die het Legioneen groep Romeinse soldaten, ongeveer 4000 tot 7000 man had gehad. En zij werden bevreesd. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

15

De eerdere toestand van de bezetene: rusteloosheid, ongehoorzaamheid, zelfmarteling, komt overeen met hun geschiedenis onder de wet. De ketenen en boeien van de wet waren nooit sterk genoeg om hen tegen te houden. Ze hielden zich vaak bezig met krankzinnige, verwoestende onderlinge oorlogen. Judalof vocht tegen Israëlstrijder van God, de ene partij werd tegenover de andere gesteld, en tot op deze dag zijn zij geneigd zichzelf te martelen. Wat een verandering zal het zijn wanneer zij, net als de bezetene, rust vinden en rechtvaardigheid en rede, in de dag van de Heer, aan Zijn voeten!


16 En die het waarnamen vertellen* aan hen hoe het gebeurde met de demonisch gedreven wordende en aangaande de varkens. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

16

Het is zeer waarschijnlijk dat er andere kudden varkens gehouden werden, tegen de wet, en dat hun eigenaren vreesden dat ook zij vernietigd zouden worden indien de Heer in dat land bleef. We zullen zien dat het doel van de Heer was de demonen in de afgrond te sturen, maar zij smeekten om in de varkens te mogen gaan. Hij gaf alleen zijn toestemming, want het was niet buiten Zijn missie om op dit moment de wet van Mozesdoen vergeten, getrokken, uit het water halen te handhaven. En toch, door die ondoorgrondelijke wet van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker, die altijd samenspant om Zijn wil uitgevoerd te krijgen, werden zowel de hoeders van de varkens en de demonen geoordeeld in overeenstemming met Zijn doel.


17 En zij beginnen* Hem op te roepen weg te komen vanaf hun °grensgebieden.
18 En bij Zijn tot in het schip instappen riep de demonisch gedreven wordende Hem op opdat Hij bij Hem zou zijn. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

18-20

Vergelijk met Lukaslichtgevend 8:38,39.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

18

Hoewel zij in dat gebied niet de aanwezigheid van de Heer verlangden, verliet Hij hen niet zonder een getuige, maar zendt de bezetene terug onder hen om getuigenis af te leggen van Zijn mededogen. Decapolistien steden was een aanzienlijk district in het lotdeel van Manassedie doet vergeten, reikend tot zo ver als Syriëverheven, tien steden van aanzienlijke omvang bevattend, volgens Josephus, zoals Scythopolis (De oorlogen van de Joden, 3,9,7). Gadgelukara, Hippo en Pella hoorden daar ook bij.


19 En Hij laat* het hem niet toe, maar Hij zegt tot hem: "Ga heen, tot in jouw °huis, naar de jouwen en bericht hen zoveel als wat de Heer voor jou heeft gedaan en Zich over jou ontfermt* heeft." Opdat jullie nu mogen zien dat de Zoon van de mens gezag heeft op °aarde om zonden los te laten: (dan zei Hij tot de verlamde) 'Opgestaan zijnde, til je °ligbed op en ga je °huis binnen!'" (SW)[Matt. 9:6]
20 En hij kwam weg en hij begint* in °Dekapolistien steden te proclameren zoveel als °JezusJAH redt voor hem deed*. En allen verwonderden zich.
21 En toen °JezusJAH redt weer in het schip naar de overkant was overgevaren*, werd een talrijke schare bij Hem verzameld. En Hij was bij de zee. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

21-24

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 9:1,18,19; Lukaslichtgevend 8:41-42.


22 En neem waar, één van de oversten van de synagoge, genaamd JaïrusHij verlicht, komt. En Hem waarnemend valt hij aan Zijn °voeten. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

22

Opnieuw worden we getrakteerd op een heerlijke presentatie van het verloop van de koninkrijksverkondiging in een aspect dat tot nu toe onaangeroerd was. De verlossing van Israëlstrijder van God uit Egypte (egyptisch)huis van (de god) Ptah - (koptisch) het zwarte land (t.o.v. de witte woestijn) was door bloed en door kracht. Zij werden van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker’s oordelen afgeschermd door het bloed op de deurposten (Exo. 12:7). Zij werden van Faraohet grote huis verlost door het water van de Rode Zee. Het is mogelijk het een te hebben zonder het ander. Het gebrek aan antwoord heeft het duidelijk gemaakt dat er enig uitstel zal zijn in het opzetten van het koninkrijk. Dit wordt afgebeeld door de tijd die het Hem kostte om het huis van Jaïrus te bereiken. Maar in die tussentijd geeft Hij ons een type van bloedverlossing. Terwijl Israëlstrijder van God als natie dood ligt, wachtend op Zijn komst, ontvangt een overblijfsel van hen, die door geloof in levend contact komen met Zijn rechtvaardigheid, de redding van hun zielen, lang voor Zijn terugkomst in kracht om de natie uit de dood te laten opstaan.


23 En hij roept Hem veel op, zeggend: "Mijn °dochtertje is op haar laatste. Dat U, komend, de handen op haar zal leggen, opdat zij gered zal worden en dat zij zou leven." 40 En bij het ondergaan van de zon nu leidden allen zovelen als die zwak zijn, met allerlei ziekten, hen naar Hem toe. Ieder van hen de handen opleggend, geneest Hij hen. (SW)[Luc. 4:40]
24 En Hij kwam met hem weg en een talrijke schare volgde Hem. En zij omsloten Hem.
25 En een vrouw, twaalf jaren vloeiing van bloed hebbend, [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

25-34

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 9:20-22; Lukaslichtgevend 8:43-48; Leviaanhanger, aanhankelijkticus 15:19-27.


26 en veel lijdend onder vele artsen, en alle dingen die zij had er aan spenderend en door niets gebaat wordend, maar veeleer tot in het ergere komend, [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

26

Israëlstrijder van God had vele artsen die beloofden haar te genezen. De verschillende sekten, zoals de Farizeeënafgescheidenen, de Sadduceeënrechtvaardigen (afgeleid van Sadok-rechtvaardig) en de Essenen, claimden allen een soevereine remedie te hebben voor haar ziekten. Keer na keer stond er een verlosser op om har van haar vijanden te verlossen, maar altijd leidde het tot meer bloedverlies en zwaardere tirannie.

Het verschil tussen deze vrouw en de massa die Hem verdrong en Hem aan alle kanten aanstootte, was een bewust kennen van onreinheid volgens de wet en haar geloof. Ze konden met Hem in een gewelddadige botsing komen en er geen voordeel van ontvangen. Zij kwam nauwelijks in contact met Zijn mantel en ontving onmiddellijk het geschenk waarnaar zij zo verlangde. Zo overstijgt vandaag Zijn genade voor hen die hun noden kennen.

De tijd en methode en het karakter van haar redding zijn zeer belangrijk op dit moment in de bediening van onze Heer. Het is, misschien, de helderste aanduiding die tot dan toe werd gegeven, dat, terwijl de natie bleef talmen en stierf, en niet opgewekt kan worden tot Zijn wederkomst, een overblijfsel onder hen geloof zal hebben voor de redding die komt door bloed, en de zegen en kracht kennen van een persoonlijk contact met de ChristusGezalfde Die nog niet gearriveerd is bij Zijn voorgenomen doel: de opstanding van Israëlstrijder van God.

In de tussentijd, zoals in het geval van LazarusGod heeft geholpen, is het uitstel fataal. Alle hoop op redding van het leven van het kleine meisje is verdwenen. Hij vertelde Zijn discipelen dat LazarusGod heeft geholpen sliep. Ook hier vertelt Hij hen dat ze dommelt. Hij beziet het van de goddelijke kant, maar zij van de menselijke. Voor de Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker van de opstanding is de dood niet meer dan slaap. Zijn stem kan de dode net zo gemakkelijk opwekken als wij hen kunnen wekken die sluimeren.

Erwakend (is God) is een scherpe tegenstelling tussen deze twee wonderen in al hun details, die alle doen denken aan de verschillen tussen de redding die komt voor de getrouwe vóór Zijn toekomstige komst en die welke Hij met Zich zal brengen wanneer Hij komt. In een geval was er een beschroomd, maar wel volhardend geloof, en de redding is er beslist door gevonden. In het andere was het kleine meisje voorbij geloof en haar vader was zwakjes, terwijl de toeschouwers gewoon twijfel hadden. In het eerste geval duwde de vrouw zich door de menigte om Hem te bereiken. Zij komt naar ChristusGezalfde toe. In het andere gaat Hij naar het kleine meisje. ChristusGezalfde komt naar haar. In het eerste geval is genezing onmiddellijk. Dat was ook de redding door geloof door Zijn bloed die de discipelen genoten, ook al kwam het koninkrijk niet. In het laatste geval werd de zegen uitgesteld tot aan Zijn komst. Dat zal ook het geval zijn wanneer ChristusGezalfde terugkomt om alles te herstellen dat de profeten hebben voorzegd.

Wij verliezen niet in het mist onze waardering voor Zijn kracht en mededogen zoals tentoon gespreid in deze tekenen, wanneer wij er een aanduiding in zien van veel grotere en meer heerlijke prestaties. Ze "toepassen" op Zijn huidige werk van genade kan alleen maar tot verwarring leiden. Veel van de handelingen kan geen juiste parallel hebben in Zijn hedendaagse handelen met zondaars. Hij verwacht niet dat de zondaar naar Hem komt. Hij bidt in feite dat de zondaar verzoend wordt (2Kor. 5.20). Hij stelt de overdracht van redding niet uit tot Zijn komst. Al deze dingen zijn alleen van belang wanneer we ze doen samenhangen met de toekomstige loop van het koninkrijksverkondiging, die Hij aan het preken was.


27 horend* aangaande °JezusJAH redt. In de schare komend, raakt* zij van achteren Zijn °bovenkleding aan. En zij riepen naar Hem opdat zij alleen het kwastje van Zijn bovenkleding zouden aanraken. En wie deze aanraakten werden gered. (SW)[Matt. 14:36]
28 Want zij zei: "In het geval dat ik ook maar Zijn bovenkleding aan zal raken, zal ik gered worden."
29 En meteen wordt de bron van haar °bloed gedroogd* en zij wist in haar °lichaam dat zij gezond gemaakt is vanaf de gesel.
30 En meteen, de vanuit Hem uitkomende kracht in Zichzelf beseffend, zei °JezusJAH redt, Zich omkerend in de schare: "Wie raakte* Mijn °bovenkleding aan?" En de hele schare verzocht Hem aan te raken, omdat er macht van Hem uitkwam. En Hij maakte allen gezond. (SW)[Luc. 6:19]
31 En Zijn °leerlingen zeiden tot Hem: "U ziet de schare U omsluiten, en U zegt 'Wie raakte* Mij aan?'"
32 En Hij keek om Zich heen om waar te nemen wie dit deed*.
33 De vrouw nu, bevreesd wordend en sidderend, waargenomen hebbend wat haar overkomen was, kwam en viel* voor Hem neer en zei tot Hem de hele waarheid.
34 Hij nu zei tot haar: "Dochter, jouw °geloof heeft jou gered! Ga heen in vrede en wees gezond vanaf de gesel van jou." Hij nu zei tot de vrouw: "Jouw °geloof heeft jou gered. Ga in vrede." (SW)[Luc. 7:50] - 17 En Eli antwoordt en hij zegt: "Ga in vrede en de Elohim van Israël zal jou je verzoek geven dat je van Hem vroeg." (SW)[1Sam 1:17]
35 Terwijl Hij nog spreekt komen die vanaf de overste van de synagoge, zeggend: "Jouw °dochter stierf. Waarom vermoeit u de Leraar nog?" [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

35-37

Vergelijk met Lukaslichtgevend 8:49,50


36 Maar °JezusJAH redt, onmiddellijk het gesproken wordende woord negerend*, zegt tot de overste van de synagoge: "Vrees toch niet, geloof alleen!"
37 En Hij laat* niemand toe Hem samen te volgen* dan Petrusrots en Jakobushielenlichter en JohannesJAH is genadig, de broeder van Jakobushielenlichter. En na zes dagen neemt °Jezus °Petrus en °Jakobus en °Johannes, Zijn broer, mee en brengt hen omhoog op een hoge berg, alleen. (SW)[Matt. 17:1]
38 En zij komen tot in het huis van de overste van de synagoge en Hij aanschouwt het rumoer en het huilen en het vele gekrijs. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

38-43

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 9:23-36; Lukaslichtgevend 8:51-56.


39 En binnenkomend zegt Hij tot hen: "Waarom maken jullie rumoer en huilen jullie? Het kleine meisje stierf niet, maar zij sluimert." Hij zei deze dingen en na dit zegt Hij tot hen: "Lazarus, onze °vriend, is ten ruste gelegd, maar Ik ga opdat Ik hem uit de slaap zou halen." (SW)[Joh. 11:11]
40 En zij lachten Hem uit. Maar Hij, allen uitdrijvend, neemt de vader van het kleine meisje en de moeder en die met Hem waren mee en Hij gaat binnen waar ook het kleine meisje opgebaard was.
41 En de hand van het kleine meisje vattend*, zegt Hij tot haar: "Talitameisje koumi!", wat letterlijk vertaald is: "Meiske, Ik zeg tot jou: ontwaak!" En er naar toe komend raakt Hij de baar aan. De dragers nu staan en Hij zei: "Jongeling! Tot jou zeg Ik, word gewekt!" (SW)[Luc. 7:14]
42 En meteen stond het jonge meisje op en wandelde, want zij was ongeveer twaalf jaren. En zij waren meteen buiten zichzelf met grote ontzetting.
43 En Hij waarschuwt* hen veel, opdat niemand dit zal weten. En Hij zei haar te eten te geven*. en Hij zegt tot hem: "Zie, je zal tot niemand iets zeggen, maar ga weg, toon jezelf aan de priester en bied betreffend jouw °reiniging aan wat Mozes gebiedt, tot een getuigenis voor hen." (SW)[Marc. 1:44]




Terug naar de index.
Naar Marcus 6
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.