Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
2 Kronieken
Hoofdstuk 33

   
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)


1 ManasseManasse = die doet vergeten was een zoon van twaalf jaren toen hij koning werd en hij regeerde vijf en vijftig jaren in JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredestichter.
2 En hij deed het kwade in de ogen van JAHWEH, naar de afschuwelijkheden van de naties, die JAHWEH verdreef van voor de aangezichten van de zonen van IsraëlIsraël = strijder van God. 4 En Ik zal hen tot angstbeeld geven aan alle koninkrijken van de aarde, dankzij Manasse, zoon van Hiskia, koning van Juda, vanwege wat hij deed in Jeruzalem. (SW)[Jer. 15:4]
3 En hij keerde terug en hij bouwde de hoge plaatsen die HizkiaHizkia = kracht is Jah, zijn vader, afbrak. En hij richtte altaren op voor de Baäls en hij maakte Asjerapalen en hij boog zich voor heel het leger van de hemelen en hij diende hen. Hij nam de hoge plaatsen weg en hij brak de monumenten af en hij hakte de Astartepaal van blijdschap om en hij stampte de koperen slang fijn die Mozes had gemaakt (want tot in die dagen deden de zonen van Israël er wierook voor roken) en hij noemde die Nehustan. (SW)[2Kon. 18:4]
4 En hij bouwde altaren in het huis van JAHWEH, waarvan JAHWEH zei: "Mijn Naam zal voor de aion in JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredestichter zijn." want Uw ogen zijn geopend voor dit huis, nacht en dag, voor de plaats waarvan U zei: daar zal Mijn Naam zijn, om te luisteren naar het gebed dat Uw dienaar bidt in deze plaats. (SW)[1Kon. 8:29]
5 En hij bouwde altaren voor heel het leger van de hemelen in de twee hoven van het huis van JAHWEH.
6 En ook deed hij zijn zonen door het vuur passeren in het ravijn van Ben-HinnomBen-Hinnom = zoon van Hinnom (Hinnom = klaagzang, geweeklaag) en hij raadpleegde wolken en hij legde voortekenen uit en hij deed aan bezweringen en hij gebruikte een medium en een helderziende. Hij vermeerderde het doen van het kwade in de ogen van JAHWEH, om Hem te tergen. En hij ontwijdde Tofet, dat in de vallei van Ben-Hinnom is, zodat niemand zijn zoon of zijn dochter voor Moloch door het vuur laat gaan. (SW) [2Kon. 23:10] Er zal onder jou niemand gevonden worden die zijn zoon of dochter door het vuur doet gaan, die voorspellingen doet, die een wolk raadpleegt, die een wichelaar is, die betovert (SW)[Deut. 18:10]
7 En hij plaatste het beeldsnijwerk van de figuur die hij maakte in het huis van de Elohim, waarvan Elohim zei tot DavidDavid = lieveling en tot SalomoSalomo = man van vrede, zijn zoon: "In dit huis en in JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredestichter, dat ik koos uit alle stammen van IsraëlIsraël = strijder van God, zal Ik Mijn Naam plaatsen voor de aion.
8 En Ik ga niet voort de voet van IsraëlIsraël = strijder van God te doen weggaan van de grond die Ik voor jullie vaders bestemde, indien zij slechts in acht nemen te doen al wat Ik hen ter instructie gaf, naar heel de wet en de statuten en de verordeningen door de hand van MozesMozes = doen vergeten, getrokken, uit het water halen."
9 En ManasseManasse = die doet vergeten deed JudaJuda = lof en de inwoners van JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredestichter afdwalen, meer kwaad doende dan de naties die JAHWEH uitroeide van voor de aangezichten van de zonen van IsraëlIsraël = strijder van God.
10 En JAHWEH sprak tot ManasseManasse = die doet vergeten en tot Zijn volk, maar zij gaven er geen acht op.
11 En JAHWEH bracht over hen de oversten van het leger, die van de koning van AssurAssur = vlakte zijn, en zij grepen ManasseManasse = die doet vergeten met gaffels en zij bonden hem met koperen ketenen en zij deden hem naar BabylonBabylon (griekse versie van Babel) = poort van God, verwarring gaan.
12 En toen de benauwdheid over hem kwam, smeekte hij het aangezicht van JAHWEH, zijn Elohim, en hij was uitermate onderdanig voor het aangezicht van de Elohim van zijn vaders.
13 En hij bad tot hem en Hij verhoorde zijn dringende verzoek en Hij luisterde naar zijn smeekbede en Hij deed hem terugkeren naar zijn koninkrijk in JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredestichter. En ManasseManasse = die doet vergeten wist dat JAHWEH de Elohim is.
14 En daarna bouwde hij een muur buiten de stad van DavidDavid = lieveling, naar het westen, naar GichonGichon = de bruisende, in de wadi, komend tot aan de Vispoort. En hij omringde de OfelOfel = heuvel en hij maakte haar uitermate verheven. En hij plaatste oversten van de strijdmacht in alle verdedigde steden in JudaJuda = lof.
15 En hij deed de elohims van de uitheemse en de figuur uit het huis van JAHWEH en alle altaren die hij bouwde op de berg van het huis van JAHWEH en in JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredestichter weg, en hij gooide ze buiten de stad.
16 En hij bouwde het altaar van JAHWEH en hij offerde er slachtoffers en vredeoffers op, en hij zegt tot JudaJuda = lof JAHWEH, Elohim van IsraëlIsraël = strijder van God, te dienen.
17 Niettemin offerde het volk nog op de hoge plaatsen, maar wel aan JAHWEH, hun Elohim.
18 En de rest van de zaken van ManasseManasse = die doet vergeten en zijn gebed tot zijn Elohim en de woorden van de visioenenzieners die zij tot hem spraken in de naam van JAHWEH, Elohim van IsraëlIsraël = strijder van God, aanschouw!, ze zijn in de annalen van de koningen van IsraëlIsraël = strijder van God.
19 En zijn gebed en het verhoren van zijn dringende verzoek tot Hem en al zijn zonde en al zijn krenking en de plaatsen waarin hij hoge plaatsen bouwde en hij de Asjerapalen installeerde en de beeldsnijwerken voordat hij onderdanig werd, aanschouw!, ze zijn geschreven op de annalen van ChozaiChoza = die waarneemt.
20 En ManasseManasse = die doet vergeten lag neer bij zijn vaders en zij begroeven hem bij zijn huis. En AmonAmon = betrouwbaar, zijn zoon, regeerde in zijn plaats.
21 AmonAmon = betrouwbaar was een zoon van twee en twintig jaren toen hij koning werd en hij regeerde twee jaren in JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredestichter.
22 En hij deed het kwade in de ogen van JAHWEH, zoals ManasseManasse = die doet vergeten, zijn vader, deed. En AmonAmon = betrouwbaar offerde aan alle beeldsnijwerken die ManasseManasse = die doet vergeten, zijn vader, maakte en hij diende hen.
23 En hij was niet onderdanig voor het aangezicht van JAHWEH, zoals ManasseManasse = die doet vergeten, zijn vader, onderdanig was, want AmonAmon = betrouwbaar vermeerderde zijn schuld.
24 En zijn dienaren maakten een samenzwering tegen hem en zij brachten hem ter dood in zijn huis.
25 En het volk van het land sloegen allen neer die samenzweerden tegen koning AmonAmon = betrouwbaar en zij maakten JosiaJosia = JAH steunt, zijn zoon, koning in zijn plaats.

Terug naar de indexpagina
Naar 2 Kronieken 34
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.