Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Hosea
Hoofdstuk 1

   
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
of op een groene naam dan ziet u de betekenis)



DE STRUCTUUR VAN HET BOEK HOSEA
1:1.   Inleiding.
1:2-3:5.     Symbolisch.
4:1-14:8.     Letterlijk.
14:9.   Afsluiting.

1 Het woord van JAHWEH, dat kwam tot HoseaHosea = hulp (van JAH), zoon van BeëriBeëri = mijn put, in de dagen van UzziaUzzia = mijn kracht is JAH, JotamJotam = JAH is volkomen, AchazAchaz = vast houdt (JAH) en HizkiaHizkia = kracht is JAH, koningen van JudaJuda = lof, en in de dagen van JerobeamJerobeam = moge het volk vermeerderen, zoon van JoasJoas = JAH heeft gegeven, koning van IsraëlIsraël = strijder van God.
2 De aanvang van het spreken van JAHWEH door HoseaHosea = hulp (van JAH).
En JAHWEH zei tot HoseaHosea = hulp (van JAH): Ga! Neem voor jouzelf een vrouw van ontuchtplegingen en kinderen van ontuchtplegingen, want het land bedrijft ontucht, ja ontucht, weg van JAHWEH.
3 En hij ging en hij nam GomerGomer = voltooiing, dochter van DiblaïmDiblaïm = dubbele vijgenkoek, en zij werd zwanger en zij baarde voor hem een zoon.
4 En JAHWEH zei tot hem: Roep zijn naam Jizreël Jizreël = God zaait, want nog korte tijd en Ik breng gericht over het bloedvergieten van JizreëlJizreël = God zaait op het huis van JehuJehu = JAH is Hij en doe Ik het koninkrijk van het huis van IsraëlIsraël = strijder van God ophouden. En Jehu slaat allen die over blijven van het huis van Achab in Jizreël en al zijn grote mannen en die met hem bekend zijn en zijn priesters, totdat van hem geen overblijfsel meer was. (SW)[2Kon. 10:11]
5 En het zal in die dag zijn dat Ik de boog van IsraëlIsraël = strijder van God breek in de vallei van JizreëlJizreël = God zaait.
6 En zij werd opnieuw zwanger en zij baarde een dochter. En Hij zei tot hem: Roep haar naam Lo-RuchamaLo-Ruchama = zonder ontfermen, want Ik zal niet voortgaan mededogen te hebben met het huis van IsraëlIsraël = strijder van God of hen verdragen, ja verdragen.
7 Maar met het huis van JudaJuda = lof zal Ik mededogen hebben en Ik red hen door JAHWEH, hun Elohim. Maar Ik zal hen niet redden door boog en zwaard en in strijd, door paarden en door ruiters.
8 En zij speende Lo-RuchamaLo-Ruchama = zonder ontfermen. En zij werd zwanger en zij baarde een zoon.
9 En Hij zei: Roep zijn naam Lo-AmmiLo-Ammi = niet-mijn-volk, want jullie zijn niet Mijn volk en Ik ben er niet voor jullie.
10 En het aantal van de zonen van IsraëlIsraël = strijder van God zal worden als het zand van de zee dat niet gemeten of genummerd kan worden. En het was in de plaats waar tot hen gezegd wordt: Jullie zijn niet Mijn volk, er tot hen gezegd zal worden: Zonen van El, de Levende. En het zal zijn in de plaats waar tot hen werd gezegd*: Jullie zijn niet Mijn volk, daar zullen zij zonen van de levende God genoemd worden (SW) [Rom. 9:26]
11 En de zonen van JudaJuda = lof en de zonen van IsraëlIsraël = strijder van God worden bijeengeroepen. En zij plaatsen over hen één hoofd. En zij gaan op vanaf het land, want groot is de dag van JizreëlJizreël = zonder ontfermen.

Terug naar de indexpagina
Naar Hosea 2
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.