|
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam dan ziet u de betekenis)
1 Het woord dat kwam tot van JAHWEH in de dagen van , zoon van , koning van , zeggend:
2 Ga naar het huis van de en spreek met hen en breng hen naar het huis van JAHWEH, naar één van de vertrekken, en geef hen wijn te drinken.
3 En ik nam , zoon van , zoon van , en zijn broeders en al zijn zonen en heel het huis van de ,
4 en ik bracht hen naar het huis van JAHWEH, naar het vertrek van de zonen van , zoon van , man van de Elohim, die naast het vertrek van de oversten is, die boven het vertrek van , zoon van , is, de bewaker van de drempel.
5 En ik gaf voor het aangezicht van de zonen van de kegelvormige bekers vol wijn, en bekers, en ik zei tot hen: Drinkt wijn!
6 En zij zeiden: Wij drinken geen wijn, want , zoon van , onze vader, gaf ons instructie, zeggend: Jullie zullen geen wijn drinken, jullie en jullie zonen, tot aan de aion.
7 Jullie zullen geen huis bouwen en jullie zullen geen zaad zaaien en een wijngaard zullen jullie niet planten en jullie zullen er geen krijgen, want jullie zullen in tenten wonen, al jullie dagen, opdat jullie vele dagen zullen leven op de oppervlakte van de grond waar jullie tijdelijke verblijvers zullen zijn.
8 En wij luisterden naar de stem van , zoon van , onze vader, naar alles wat hij ons als instructie gaf, zodat wij geen wijn dronken, al onze dagen, wij, onze vrouwen, onze zonen en onze dochters,
9 en om geen huizen te bouwen om zelf in te wonen en een wijngaard en veld en zaad zal niet voor ons zijn.
10 En wij woonden in tenten en wij luisterden en wij deden naar alles wat , onze vader, ons als instructie gaf.
11 En het was bij het opgaan van , koning van , naar het land, dat wij zeiden: Komt, dan zullen tot Jeruzalem komen vanaf het aangezicht de strijdmacht van de Chaldeeën en vanaf de strijdmacht van , en wij zullen in wonen.
12 En het woord van JAHWEH kwam tot , zeggend:
13 Zo zegt JAHWEH van legermachten, Elohim van : Ga en zeg tot een ieder van en tot de inwoners van : Zullen jullie geen vermaning aannemen, luisterend naar Mijn woorden?, zegt JAHWEH met nadruk.
14 De woorden van , zoon van , werden volbracht, die hij als instructie gaf aan zijn zonen, om geen wijn te drinken. En zij dronken niet tot aan deze dag, want zij luisterden naar de instructie van hun vader. En Ik sprak tot jullie, vroeg opstaand en sprekend, maar jullie luisterden niet naar Mij!
15 En Ik zond naar jullie al Mijn dienaren, de profeten, vroeg opstaand en zendend, zeggend: Keert terug, alstublieft, een ieder van zijn kwade weg en maakt jullie handelingen goed! En het moet niet zo zijn dat jullie achter andere elohim gaan om hen te dienen, en woont op de grond die Ik jullie gaf en aan jullie vaders. Maar jullie strekten jullie oor niet uit en jullie luisterden niet naar Mij!
16 Ja, de zonen van , zoon van , volbrachten de instructie van hun vader, die hij hen bepaalde, maar dit volk luisterde niet naar Mij.
17 Daarom, zo zegt JAHWEH, Elohim van legermachten, Elohim van , aanschouw, Ik zal tot heel , en tot alle inwoners van , al het kwaad brengen dat Ik over hen sprak, omdat Ik tot hen sprak en zij niet luisterden; en Ik riep tot hen, maar zij antwoordden niet.
18 En tot het huis van de zei : Zo zegt JAHWEH van legermachten, Elohim van : Omdat jullie luisterden naar de instructie van , jullie vader, en jullie al zijn instructies in acht nemen en jullie doen naar alles wat hij jullie als instructie gaf,
19 daarom, zo zegt JAHWEH van legermachten, Elohim van , zal niemand van , zoon van , die staat voor Mijn aangezicht, afgesneden worden, alle dagen.
Terug naar de indexpagina
Naar Jeremia 36
|
|