Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Jesaja
Hoofdstuk 45

Jesaja trad op van ca. 750 tot ca. 700 v.C.

   
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
ga met de muis op een groen woord staan, dan ziet u de betekenis)


1 Zo zegt JAHWEH tot Zijn gezalfde, tot CyrusCyrus (of Kores) = herder of zon, die Ik vasthoud aan zijn rechterhand, die heerst over naties die voor zijn aangezicht zijn: De tailles van koningen zal Ik losmaken om voor zijn aangezicht dubbele deuren te openen, en de poorten zullen niet gesloten worden.
2 Ik, Ik zal voor jouw aangezicht gaan en die geëerd zijn zal Ik effen maken. Koperen deuren zal Ik verbreken en ijzeren vergrendelingen zal Ik in stukken hakken.
3 En Ik geef aan jou schatten van duisternis en begraven goederen van verborgen plaatsen, opdat jij zal weten dat Ik JAHWEH ben Die jou bij jouw naam roept, Elohim van IsraëlIsraël = strijder van God.
4 Omwille van Mijn dienaar JakobJakob = hielenlichter en IsraëlIsraël = strijder van God, Mijn uitverkorene, roep Ik jou bij jouw naam. Ik betitel jou, maar jij kent Mij niet.
5 Ik ben JAHWEH en er is verder geen; uitgezonderd Mij is geen Elohim. Ik snoer jou aan, maar jij kent Mij niet.
6 Opdat zij zullen weten, vanaf de opgang van de zon en vanaf westwaarts, dat er, afgezien van Mij, nul is. Ik ben JAHWEH en er is verder geen.
7 Vormgever van licht en scheppend de duisternis, Maker van welzijn en scheppend het kwaad, Ik, JAHWEH, doe al deze dingen.
8 Druipt, hemelen, vanaf boven en de luchten zullen rechtvaardigheid vloeien. De aarde zal openen en redding en rechtvaardigheid zullen vruchtbaar zijn; ze zullen tezamen ontspruiten. Ik, JAHWEH, Ik schiep ze.
9 Wee die twist met zijn Vormgever! Twist aardewerk met potscherven van de grond? Zal klei tot zijn pottenbakker zeggen: Wat maak je? En tot jouw tot stand brenging: Hij heeft geen handen? O mens! Maar wie ben jij, °God tegensprekende? Het geboetseerde zal niet tot de boetserende zeggen: Waarom maak jij mij zo? (SW) [Rom. 9:20]
10 Wie die zegt tot een vader: Wat verwek jij? En tot een vrouw: Waarom heb je barensweeën?
11 Zo zegt JAHWEH, de Heilige van IsraëlIsraël = strijder van God en zijn Vormgever: De aankomende dingen, vraagt Mij er naar! Over Mijn zonen en over tot stand brenging van Mijn handen, geven jullie Mij daarover instructie?
12 Ik, Ik maakte de aarde en Ik schiep de mens op haar. Ik strekte met Mijn handen de hemelen uit en Ik gaf instructie aan heel hun leger.
13 Ik, Ik wek hem op in rechtvaardigheid en al zijn wegen zal Ik recht maken. Hij, hij zal Mijn stad bouwen en Mijn deportatie zal hij laten gaan. Niet voor een koopprijs en niet voor een omkoopgeschenk, zegt JAHWEH van legermachten.
14 Zo zegt JAHWEH: De arbeid van EgypteEgypte = (egyptisch) huis van (de god) Ptah - (koptisch) het zwarte land (tov. de witte woestijn) en de koopwaar van KushKush = zwart en de Sabeërs, mannen van afmeting, zullen jou passeren en zij zullen voor jou zijn. Achter jou zullen zij gaan, in handboeien zullen zij passeren, en voor jou zullen zij zich neerbuigen en tot jou zullen zij eerbiedig belijden; ja, met jou is El. En er is verder geen, nul Elohim.
15 Zeker, U bent El, Die Zichzelf verbergt, Elohim van IsraëlIsraël = strijder van God, Redder.
16 Zij staan beschaamd en ook worden zij rood van schaamte, allen van hen. Tezamen gaan zij in het schaamrood, deze vakmannen van gedaanten.
17 IsraëlIsraël = strijder van God werd gered door JAHWEH, een redding van aionen. Jullie zullen niet beschaamd staan en jullie zullen niet rood van schaamte zijn voor de toekomstige aionen.
18 Want zo zegt JAHWEH, Schepper van de hemelen; Hij is de Elohim, de Vormgever van de aarde en haar Maker. Hij, Hij vestigde haar, niet als chaos schiep Hij haar, om te bewonen gaf Hij haar vorm. Ik ben JAHWEH en er is verder geen.
19 Ik sprak niet in het verborgene, in een duistere plaats van de aarde. Ik zei niet tot het zaad van JakobJakob = hielenlichter: Zoekm Mij in chaos! Ik, JAHWEH, ben het Die rechtvaardigheid spreekt, Die rechte dingen vertelt.
20 Wordt bijeen geroepen en komt, komt dichtbij, tezamen, ontkomenen van de naties. Zij die het hout van hun beeldsnijwerk dragen weten niet en die bidden tot een el die niet redt.
21 Vertelt en komt dichtbij. Inderdaad, zij zullen tezamen beraadslagen. Wie kondigde dit vanaf vroeger aan, vertelde haar vanaf toen? Was Ik het niet, JAHWEH? En er is verder geen Elohim, afgezien van Mij. Een rechtvaardige El en Redder is er geen, uitgezonderd Mij.
22 Wendt je om tot Mij en wordt gered, alle limieten van de aarde. Want Ik ben El en er is verder geen.
23 Bij Mijzelf heb Ik gezworen, vanaf Mijn mond ging rechtvaardigheid uit, een woord, en het zal niet terugkeren, want voor Mij zal elke knie buigen, elke tong zal zweren. want er is geschreven: Ik leef, zegt de Heer. Dat voor Mij alle knie zal buigen en alle tong zal °God prijzen (SW)[Rom. 14:11] 10 opdat in de Naam van Jezus iedere knie zou buigen*, van hemelingen en van aardsen en van onderaardsen,
11 en iedere tong zou belijden° dat Jezus Christus Heer is, tot heerlijkheid van God, de Vader. (SW)
[Filip. 2:10,11]

24 Ja, in JAHWEH, zo zegt men tot Mij, zijn rechtvaardigheden en sterkte. Tot Hem zal men komen en allen die tegen Hem verhit zijn zullen beschaamd staan.
25 In JAHWEH zullen zij gerechtvaardigd worden en heel het zaad van IsraëlIsraël = strijder van God zal lofprijzen.

Terug naar de indexpagina
Naar Jesaja 46
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.