Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Jesaja
Hoofdstuk 6

Jesaja trad op van ca. 750 tot ca. 700 v.C.

   
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
ga met de muis op een groen woord staan, dan ziet u de betekenis)

1 In het jaar van de dood van UzziaUzzia = mijn kracht is JAH, de koning, zag ik mijn Heer, zittend op een hoge en verheven troon, en zijn slippen vulden de tempel. En Uzziah ligt neer bij zijn vaders en zij begraven hem bij zijn vaders in het veld van de tombe die van de koningen is, want zij zeiden: "Hij heeft lepra." En Jotham, zijn zoon, regeert in zijn plaats (SW) [2Kron. 26:23]
2 SerafsSerafs (mv) - engelen voor Gods troon staan boven Hem met zes vleugels, zes vleugels voor één. Met twee bedekten zij hun aangezicht en met twee bedekten zij hun voeten en met twee vlogen zij.
3 En deze riep naar deze en hij zei: Heilig, heilig, heilig is JAHWEH van legermachten, de volheid van heel de aarde is Zijn heerlijkheid. En de vier levende wezens, ieder van hen hebbend zes vleugels per stuk, rondom en van binnen zijn zij vol van ogen, en zij hebben geen rust, dag noch nacht, zeggend: "Heilig, heilig, heilig, Heer, °God, de Almachtige, Die was, Die is en Die komt. (SW) [Openb. 4:8]
4 En de ellen van de drempels bewogen heen en weer bij het geluid van die roept en het huis wordt gevuld met rook. 34 en de wolk bedekt de tent van de afspraak, en heerlijkheid van JAHWEH vulde de tabernakel.
35 En Mozes was niet in staat de tent van de afspraak binnen te gaan, want de wolk verbleef daar, en heerlijkheid van JAHWEH vulde de tabernakel. (SW)
[Exo. 40:34,35]

5 En ik zeg: Wee mij, dat ik tot stilte word gebracht, want ik ben een man, onrein van lippen, ik woon te midden van een volk onrein van lippen, want mijn ogen zagen de koning, JAHWEH van legermachten.
6 En één van de serafsserafs (mv) - engelen voor Gods troon vloog naar mij toe en in zijn hand was een gloeiende kool die hij met een tang nam van op het altaar.
7 En hij raakte mijn mond aan en hij zei: Aanschouw, dit raakte jouw lippen aan en jouw verdorvenheid is weggenomen en voor jouw zonde is een beschutting gemaakt.
8 En ik hoorde de stem van mijn Heer, zeggend: "Wie zal Ik zenden en wie zal tot Ons gaan?" En ik zeg: "Aanschouw mij! Zend mij!"
9 En Hij zei: "Ga en zeg tot dit volk: Hoort, ja hoort, maar het moet niet zo zijn dat jullie begrijpen; en ziet, ja ziet, maar het moet niet zo zijn dat jullie weten.
10 Maak het hart van dit volk vadsig en maak hun oren zwaar en doe hun ogen loensen, opdat zij met hun ogen niet zien en met hun oren niet horen en met hun hart niet begrijpen en het terugkeert en genezing voor zichzelf krijgt. 14 En aan hen wordt de profetie vervuld van Jesaja, die zegt: Horend zullen jullie horen en jullie zullen niet begrijpen*, en ziende zullen jullie zien, en jullie zullen niet waarnemen*.
15 Want het hart van dit °volk is zwaarlijvig geworden* en zij horen* zwaar met de oren en zij sluiten* hun °ogen, opdat zij niet op een bepaald moment met de ogen zouden waarnemen* en met de oren zouden horen* en met het hart zouden begrijpen* en zij zich zouden bekeren* en Ik hen zal genezen. (SW)
[Matt. 13:14,15]

11 En ik zei: "Tot wanneer, mijn Heer?" En Hij zei: "Tot wanneer de steden gedecimeerd zijn en er niemand woont en in de huizen geen mens is en de grond gedecimeerd is, een troosteloosheid.
12 En JAHWEH zal de mens ver verwijderen en de verlaten plaats in het midden van het land zal veel zijn.
13 Maar er is in haar nog een tiende en het zal terugkeren en het is om te verteren, zoals de terebint en als de eik die na zijn neervellen een monument is. In haar zal het zaad van heiligheid haar monument zijn."

Terug naar de indexpagina
Naar Jesaja 7
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.