|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 Ik heb lief, want JAHWEH hoorde mijn stem, mijn smeekbeden.
2 Want Hij strekte Zijn oor uit tot mij en in mijn dagen zal ik roepen.
3 Kabels van dood omringden mij en benardheden van het dodenrijk vonden mij. Ik vond benauwdheid en kwelling.
4 En ik riep de Naam van JAHWEH aan: "Och JAHWEH, doe mijn ziel ontsnappen!"
5 Genadig is JAHWEH en rechtvaardig, en onze Elohim heeft mededogen.
6 JAHWEH is het Die de eenvoudigen bewaakt. Ik was verarmd en Hij redde mij.
7 Keer terug, mijn ziel, tot jouw rust, want JAHWEH vergold jou.
8 Want U bevrijdde mijn ziel van de dood, mijn oog van de traan, mijn voet van in elkaar zakken.
9 Ik zal wandelen voor het aangezicht van JAHWEH in de landen van de levenden.
10 Ik geloof, daarom spreek ik. Ik ben uitermate vernederd.
11 Ik zei in mijn consternatie: "Elke mens is een leugenaar!"
12 Wat kan ik doen terugkeren voor JAHWEH, voor al Zijn weldaden voor mij?
13 Ik zal de beker van reddingen opheffen en ik zal de Naam van JAHWEH aanroepen.
14 Ik zal mijn plechtige beloften aan JAHWEH betalen tegenover, alstublieft, heel Zijn volk.
15 Kostbaar in de ogen van JAHWEH is de dood van Zijn getrouwen.
16 Och JAHWEH, want ik ben Uw dienaar, ik ben Uw dienaar, zoon van Uw dienstmeisje. U maakte mijn banden los.
17 Aan U zal ik een slachtoffer van toejuiching offeren en de Naam van JAHWEH zal ik aanroepen.
18 Mijn plechtige beloften aan JAHWEH zal ik betalen tegenover, alstublieft, heel Zijn volk,
19 in de hoven van het huis van JAHWEH, in jouw midden, . Lofprijst Jah!
Terug naar de indexpagina
Naar Psalm 117
|
|