Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Ezechiël
Het boek Ezechiël is waarschijnlijk geschreven
tussen 593 en 565 voor Christus,
tijdens de Babylonische ballingschap van de Joden.

Hoofdstuk 15

   
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
of op een groene naam dan ziet u de betekenis)


1 En het woord van JAHWEH kwam tot mij, zeggend:
2 Zoon van de mens, hoe is het hout van de wijnstok anders dan ander hout, het stekje dat kwam onder de bomen in het woud?
3 Zal men van hem hout nemen om het te gebruiken voor werk of zal men er een pin van nemen om er enig voorwerp aan op te hangen?
4 Aanschouw, het wordt aan het vuur tot voedsel gegeven; het vuur verslindt zijn beide einden en zijn midden wordt zwartgeblakerd! Is het geschikt voor werk?
5 Aanschouw, ook al zou het onberispelijk zijn, het zal niet voor werk gebruikt worden. Inderdaad, want vuur verslindt het en het wordt zwartgeblakerd! Kan er nog steeds werk mee gedaan worden?
6 Daarom, zo zegt mijn Heer JAHWEH, zoals het hout van de wijnstok onder de boom van het woud, dat Ik als voedsel aan het vuur geef, zo geef Ik de inwoners van JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredestichter.
7 En Ik geef Mijn aangezicht tegen hen. Al gaan zij uit het vuur, toch zal het vuur hen verslinden. Dan zullen jullie weten dat Ik JAHWEH ben, wanneer Ik Mijn aangezicht tegen hen plaats.
8 En Ik geef het land over aan troosteloosheid, omdat zij met een krenking krenkten, zegt mijn Heer JAHWEH met nadruk.

Terug naar de indexpagina
Naar Ezechiël 16
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.