Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Jozua
Hoofdstuk 12

   
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)

1 En deze zijn de koningen van het land die de zonen van IsraëlIsraël = strijder van God neersloegen. En zij pachtten hun land aan de overkant van de JordaanJordaan = de afdalende, in de richting van de opkomst van de zon, vanaf de wadi van ArnonArnon = met laurier (aan de oevers) tot aan de berg HermonHermon = heilige plaats en heel de ArabaAraba = waarschijnlijk woestijn naar het oosten.
2 SichonSichon = krijger, koning van de Amorieten, die woonde in ChesbonChesbon = berekening, heersend vanaf AroërAroër = ruïne, dat is op de oever van de wadi van ArnonArnon = met laurier (aan de oevers) en het midden van de wadi en de helft van GileadGilead = oneffen terrein of steenhoop der getuigenis en tot aan de wadi JabbokJabbok = uitstromen, strijden, de grens van de zonen van AmmonAmmon = van een stam, 21 En Israël zendt boodschappers naar Sihon, koning van de Amorieten, zeggend:
22 Ik zal doorgaan door jouw land. Wij zullen niet afwijken in het veld en in de wijngaard. Wij zullen geen water uit de bron drinken. Via de weg van de koning zullen wij gaan, totdat wij uw grens passeren.
23 En Sihon staat Israël niet toe zijn grens te passeren. En Sihon brengt heel zijn volk bijeen en hij trekt uit om Israël te ontmoeten in de wildernis. En hij komt in de buurt van Jahaz en hij vecht tegen Israël. (SW)
[Num 21:21-23]

3 en de ArabaAraba = waarschijnlijk woestijn tot aan de Zee van KinneretKinneret = harp naar het oosten en tot aan de Zee van de ArabaAraba = waarschijnlijk woestijn , de zee van het zout, naar het oosten, de weg naar Bet-HajjesimotBet- Hajjesimot = huis van de verlatenheid en vanaf het zuiden onderaan de hellingen van de PisgaPisga = spits,
4 en het grondgebied van OgOg = met lange hals, koning van de BasanBasan = effen terrein, zonder stenen (van het restant van de RefaïmRefaïm = een volk van reuzen), die woonden in AstarotAstarot = ster en in EdreïEdreï = sterk,
5 en heersend in het gebergte van de HermonHermon = heilige plaats en in (volks)verhuizing en in heel de BasanBasan = effen terrein, zonder stenen, tot aan de grens van de GesurGesur = bruglandieten en de MaäcathietMaächatiet = druk (letterlijk 'zij heeft gedrukt') en en de helft van GileadGilead = oneffen terrein of steenhoop der getuigenis, de grens van SihonSihon = krijger, koning van ChesbonChesbon = berekening.
6 MozesMozes = doen vergeten - getrokken - uit het water halen, dienaar van JAHWEH, en de zonen van IsraëlIsraël = strijder van God sloegen hen neer en MozesMozes = doen vergeten - getrokken - uit het water halen, dienaar van JAHWEH, gaf het in bezit aan de RubenRuben = ziet, een zoonieten en aan de GadGad = gelukieten en aan de helft van de stam van ManasseManasse = die doet vergeten. En Mozes geeft aan hen, de zonen van Gad en de zonen van Ruben en aan de helft van de stam van Manasse, de zoon van Jozef, het koninkrijk van Sihon, koning van de Amorieten, en het koninkrijk van Og, koning van de Bashan, het land naar haar steden, binnen de grenzen van de steden van het land, rondom. (SW)[Num. 32:33]
7 En deze zijn de koningen van het land, die JozuaJozua = JAH is redder of JAH redt en de zonen van IsraëlIsraël = strijder van God neersloegen aan de overkant van de JordaanJordaan = de afdalende, naar het westen, vanaf BaälBaäl = heer - de anti-god-GadGad = geluk in het dal van de LibanonLibanon = bergen met eeuwige sneeuw - wit tot aan de gladde berg, die opgaat in de richting van SeïrSeïr = harig, ruig. En JozuaJozua = JAH is redder of JAH redt geeft het aan de stammen van IsraëlIsraël = strijder van God in pachtbezit, als hun toebedelingen,
8 in het gebergte en in het lage voorgebergte en in de ArabaAraba = waarschijnlijk woestijn en op de hellingen en in de wildernis en in de NegevNegev = zuiderland - de woestijn in het zuiden van Israël: de Hethiet, de Amoriet en de KanaänKanaän = purper of purperlandiet, de Perizziet, de Chiwwiet en de JebusJebus = nakomelingen van Jebus (Jebus = dorsvloer)iet.
9 De koning van JerichoJericho = ? maanstad of palmenstad, één; de koning van AiAi = ruïne, aan de zijde van Bet-ElBet-El = huis van God, één;
10 de koning van JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredestichter, één; de koning van HebronHebron = (plaats van het) verbond, één;
11 de koning van JarmutJarmut = hoogte, één; de koning van LachisLachis (of Lakis) = onoverwinnelijk, één;
12 de koning van EglonEglon = stierkalf, één; de koning van GezerGezer = afgesloten plaats, één;
13 de koning van DebirDebir = achteraan liggend, één; de koning van GederGeder = ommuurd, één;
14 de koning van ChormaChorma = met de ban geslagen, één; de koning van AradArad = wilde ezel, één;
15 de koning vabn LibnaLibna = with, één; de koning van AdullamAdullam = toevlucht, één;
16 de koning van MakkedaMakkeda = plaats van schaapherders, één; de koning van Bet-ElBet-El = huis van God, één;
17 de koning van TapuachTapuach = appel (of abrikoos?), één; de koning van CheferChefer = put, één;
18 de koning van AfekAfek = burcht, ringwal, één; de koning van SaronSaron = in Saron (Saron = vlakte), één;
19 de koning van MadonMadon = twist, één; de koning van HasorHasor = ingesloten, één;
20 de koning van SimronSimron = wachtpost-MeronMeron = ???, één; de koning van AchsafAchsaf = plaats van tovernij, één;
21 de koning van TaänachTaänach = vestingmuur, één; de koning van MegiddoMegiddo = plaats van menigten, één;
22 de koning van KedesKedes = gewijd, één; de koning van JokneamJokneam = het volk treurt bij de KarmelKarmel = boomgaard, één;
23 de koning van DorDor = woning, bij het heuvelgebied van DorDor = woning, één; de koning van de naties in GilgalGilgal = (steen-)kring, één;
24 de koning van TirsaTirsa = lieflijk, één. Alle koningen zijn één en dertig.

Terug naar de indexpagina
Naar Jozua 13
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.