|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 En het tweede lot gaat uit voor , voor het stamhuis van de zonen van , voor hun families, en het is hun lotbezit temidden van het lotbezit van de zonen van .
2 En en en worden voor hen tot lotbezit.
3 en , en , en ,
4 en , en , en ,
5 en , en , en ,
6 en , en ; dertien steden en hun gehuchten;
7 , en en , vier steden en hun gehuchten.
8 en alle gehuchten die rondom deze steden zijn, tot aan , -. Dit is het lotbezit van het stamhuis van de zonen van , voor hun families.
9 Vanaf het district van de zonen van is het lotbezit van de zonen van , want de portie van de zonen van was te veel voor hen. En de zonen van krijgen als hun lotbezit temidden van hun lotbezit.
10 En het derde lot gaat op voor de zonen van , voor hun families. En de grens van hun lotbezit is tot aan ,
11 en hun grens gaat op naar het westen en tot aan en hij raakt tot in en hij raakt tot de wadi die is voor het aangezicht van ,
12 en hij keert terug vanaf , naar het oosten, bij de opgang van de zon, op het grondgebied van en hij gaat op tot het en het gaat op naar ,
13 en vanaf daar passeert hij naar het oosten, naar de zonsopgang, naar , naar en hij gaat uit bij , afgetekend wordend bij .
14 En de grens gaat er omheen, vanaf het noorden van . En zijn uitgangen zijn in het ravijn van ,
15 en , en , en , en , en ; twaalf steden en hun gehuchten.
16 Dit is het lotbezit van de zonen van , voor hun families, deze steden en hun gehuchten.
17 Voor gaat het vierde lot uit, voor de zonen van , voor hun families.
18 en hun grondgebied is van en het en ,
19 en , en , en ,
20 en het , en , en ,
21 en , en , en , en ;
22 en de grens raakt tot in en tot in en , en de uitgangen van hun grens is de ; zestien steden en hun gehuchten.
23 Dit is het lotbezit van het stamhuis van de zonen van , voor hun families, de steden en hun gehuchten.
24 En het vijfde lot gaat uit naar het stamhuis van de zonen van , voor hun families.
25 En hun grens is en en en ,
26 en en en en hij raakt tot in , naar het westen, en in -.
27 En hij keert terug naar de opgang van de zon bij en hij raakt tot in en in het ravijn van , naar het noorden van en en hij gaat uit naar vanaf links,
28 en en en en , tot aan Groot .
29 En de grens keert terug naar , tot aan de vestingstad ; en de grens keert terug naar . En zijn uitgangen zijn naar de zee vanaf het district van ,
30 en en en ; tweeëntwintig steden en hun gehuchten.
31 Dit is het lotbezit van het stamhuis van de zonen van , voor hun families, deze steden en hun gehuchten.
32 Voor de zonen van ging het zesde lot uit, voor de zonen van , voor hun families.
33 En hun grens is vanaf , vanaf de eik in , en - en , tot aan . En hun uitgangen zijn bij de .
34 En de grens keert terug naar het westen, naar , en hij gaat van daar uit naar , en hij raakt tot in , vanaf het zuiden, en in raakt hij tot vanaf het westen en in bij de , bij de opgang van de zon.
35 En de vestingsteden zijn , , en , , en ,
36 en , en , en ,
37 en , en , en ,
38 en , en , , en , en ; negentien steden en hun gehuchten.
39 Dit is het lotbezit van het stamhuis van de zonen van , voor hun families, de steden en hun gehuchten.
40 Voor het stamhuis van de zonen van , voor hun families, ging het zevende lot uit.
41 En de grens van hun lotbezit is: , en , en ,
42 en , en , en ,
43 en , en naar , en ,
44 en , en , en ,
45 en , en , en -,
46 en , en , met het grondgebied tegenover .
47 En het grondgebied van de zonen van gaat van hen uit, en de zonen van gaan op en zij vechten met en zij veroveren haar en zij slaan haar met de mond van het zwaard. En zij nemen haar over en wonen in haar en zij noemen , naar de naam van , hun vader.
48 Dit is het lotbezit van het stamhuis van de zonen van , voor hun families, deze steden en hun gehuchten.
49 En zij beëindigen het als lotbezit geven van het land, naar haar grenzen. En de zonen van geven een lotbezit aan , zoon van , in hun midden.
50 Op bevel van JAHWEH gaven zij aan hem de stad die hij vroeg: , in het gebergte van . En hij bouwt de stad en hij woont in haar.
51 Deze zijn de lotbezittingen die , de priester, en , zoon van , en de hoofden van de vaders, door het lot in als lotbezit gaven aan de stamhuizen van de zonen van , voor het aangezicht van JAHWEH, bij de opening van de tent van de afspraak. En zij beëindigen het opdelen van het land.
Terug naar de indexpagina
Naar Jozua 20
|
|