Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Leviticus
Hoofdstuk 1


DE STRUCTUUR VAN HET BOEK LEVITICUS
1:1-7:38.   De offers en hun wetten.
8:1-10:20.     Het priesterschap.
11:1-15:33.       Ceremoniële wetten (afkondiging).
16:1-34.         Israëls vasten (dag van verzoening).
17:1-16.   De offers en hun vereisten.
18:1-20:27.     Ceremoniële wetten (straffen).
20:1-23:33.       Het priesterschap.
23:1-25:55.          JAHWEH's feesten.
26:1-27:34.   De offers en hun instellingen.

   

1 En Hij roept tot MozesMozes = doen vergeten - getrokken - uit het water halen en JAHWEH spreekt tot hem vanuit de tent van de afspraak, zeggend:
2 "Spreek tot de zonen van IsraëlIsraël = strijder van God en zeg tot hen: 'Wanneer een mens van jullie een naderingsgeschenk aan JAHWEH brengt, zullen jullie van het beest van het grootvee of van het kleinvee naderbij brengen als jullie naderingsgeschenk.
3 Indien zijn opstijgoffer zijn naderingsgeschenk uit het grootvee is, zal hij een onberispelijk mannelijk dier naderbij brengen. Hij zal het naar de opening van de tent van de afspraak brengen voor de aanvaarding er van, voor het aangezicht van JAHWEH.
4 En hij zal zijn handen ondersteunen op het hoofd van het opstijgoffer, opdat het voor hem geaccepteerd wordt, om over hem tot een beschutting te maken.
5 Dan slacht hij een zoon van het grootvee voor het aangezicht van JAHWEH. En de zonen van AäronAäron = lichtbrenger, de priesters, brengen het bloed naderbij en zij sprenkelen het bloed op het altaar, rondom, dat is bij de opening van de tent van de afspraak.
6 Dan stroopt hij het opstijgoffer af en hij snijdt haar delen tot stukken.
7 En de zonen van AäronAäron = lichtbrenger, de priester, geven vuur op het altaar en zij rangschikken houtmv op het vuur.
8 En de zonen van AäronAäron = lichtbrenger, de priesters, rangschikken de stukken, het hoofd en het harde vet, op het houtmv, dat op het vuur is dat op het altaar is.
9 En zijn ingewanden en zijn schenkels wast hij in het watermv. En de priester zal het alles doen roken op het altaar. Het is een opstijgoffer, een vuuroffer met een geur van rustgevendheid voor JAHWEH.
10 En indien zijn naderingsgeschenk uit het kleinvee is (uit de schapen of uit de geiten) als opstijgoffer, zal hij een onberispelijk mannelijk dier naderbij brengen.
11 En hij slacht het op de flank van het altaar naar het noorden, voor het aangezicht van JAHWEH, en de zonen van AäronAäron = lichtbrenger, de priesters, sprenkelen het bloed er van op het altaar, rondom.
12 En hij snijdt het in stukken, zijn stukken en zijn hoofd en zijn harde vet. En de priester rangschikt ze op het houtmv dat op het vuur is, dat op het altaar is.
13 En de ingewanden en de schenkels wast hij in het watermv, en de priester brengt het alles naderbij en hij doet het roken op het altaar. Het is een opstijgoffer, een vuuroffer, een geur van rustgevendheid voor JAHWEH.
14 En indien zijn naderingsgeschenk een opstijgoffer voor JAHWEH een vogel is, dan zal hij van de tortelduiven naderbij brengen, of van de zonen van de duif, als zijn naderingsgeschenk.
15 En de priester zal hem naderbij tot het altaar brengen. En hij knijpt zijn hoofd er af en hij doet het roken op het altaar. En zijn bloed wordt uitgewrongen op de zijwand van het altaar.
16 En hij neemt zijn krop met zijn voedselresten weg en hij gooit het naast het altaar, aan de oostzijde, op de plaats van de vettige as.
17 Hij klieft hem bij zijn vleugels, maar hij maakt geen scheiding. En de priester doet het roken op het altaar, boven het houtmv dat op het vuur is. Het is een opstijgoffer, een vuuroffer met een geur van rustgevendheid voor JAHWEH."

Terug naar de indexpagina
Naar Leviticus 2
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.