Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Ruth
Hoofdstuk 1

   
(Ga met de muis op een naam staan, dan ziet u de betekenis)



DE STRUCTUUR VAN HET BOEK RUTH
1:1-18.   Elimelech's familie - de vernedering.
1:19-22.     Medeleven met Naomi - in verdriet.
2:1-23.       Boaz en Ruth.
3:1-4:13.       Ruth en Boaz.
4:4-17.     Medeleven met Naomi - in vreugde.
4:18-22.   Elimelech's familie - de verhoging.

1 En het gebeurde in de dagen dat de rechters rechtspreken, dat er hongersnood kwam in het land en een man gaat van Bet-LehemBet-Lehem (of Betlehem) = Huis van brood of Broodhuis.
De Kanaänitische versie is: Huis van (de god) Lachmu
in JudaJuda = lof om tijdelijk te verblijven in de velden van MoabMoab = (afstammend) van de vader, hij en zijn vrouw en zijn twee zonen.
2 En de naam van de man was ElimelechElimelech: Mijn God is koning. en de naam van zijn vrouw was NaomiNaomi= Lieflijk en de namen van zijn twee zonen zijn MachlonMachlon: ziekte en KiljonKiljon: wegkwijnend, Efratieten uit Bet-LehemBet-Lehem (of Betlehem) = Huis van brood of Broodhuis.
De Kanaänitische versie is = Huis van (de god) Lachmu
in JudaJuda = lof. En zij kwamen in de velden van MoabMoab = (afstammend) van de vader en zij verbleven daar.
3 En ElimelechElimelech: Mijn God is koning., de man van NaomiNaomi = Lieflijk, stierf, en zij bleef over, zij en haar twee zonen.
4 En zij verkregen voor zich Moabitische vrouwen. De naam van de ene was OrpaOrpa = koppig en de naam van de tweede is RuthRuth = vriendin of gezellin. En zij woonden daar ongeveer tien jaren.
5 En ook MachlonMachlon: ziekte en KiljonKiljon: wegkwijnend stierven beiden en de vrouw bleef over zonder haar twee jongens en zonder haar man.
6 En zij stond op met haar schoondochters en zij keerde terug vanaf de velden van MoabMoab = (afstammend) van de vader, want zij hoorde in het veld van MoabMoab = (afstammend) van de vader dat JAHWEH Zijn volk had opgemerkt om aan hen brood te geven.
7 En zij ging uit van de plaats waar zij was. En haar twee schoondochters waren met haar en zij gaan op weg om terug te keren naar het land van JudaJuda = lof.
8 En NaomiNaomi = Lieflijk zei tot haar twee schoondochters: "Gaat, keert terug, elk naar het huis van haar moeder. JAHWEH zal jullie vriendelijkheid doen, zoals jullie deden met die dood zijn en met mij.
9 JAHWEH zal aan jullie geven dat jullie elk een rustplaats vinden in het huis van haar man." En zij kuste ze en zij hieven hun stem op en zij huilden.
10 En zij zeiden tot haar: "Wij zullen met u terugkeren naar uw volk."
11 En NaomiNaomi = Lieflijk zei: "Keert terug, mijn dochters. Waarom zouden jullie met mij mee gaan? Heb ik nog zonen in mijn inwendige delen en zijn die voor jullie tot mannen?
12 Keert terug, mijn dochters. Gaat, want ik ben te oud om voor een man te worden. Wanneer ik al zeg: Er is voor mij hoop, zelfs als ik vannacht bij een man ben, zelfs als ik zonen baarde,
13 tenzij jullie vooruit kijken tot wanneer ze groot worden, tenzij jullie je onthouden zodat jullie niet van een man zijn? Zeker niet, mijn dochters, want het is voor mij uitermate bitter, want de hand van JAHWEH ging uit tegen mij."
14 En zij hieven hun stem op en zij huilden opnieuw. En OpraOpra = koppig kuste haar schoonmoeder, maar RuthRuth = vriendin of gezellin kleeft zich aan haar vast.
15 En zij zei: "Aanschouw!, jouw schoonzus keerde terug naar haar volk en naar haar elohim. Keer jij terug, achter jouw schoonzuster aan."
16 En RuthRuth = vriendin of gezellin zei: "Het moet niet zo zijn dat u mij overhaalt om u te verlaten, om terug te keren van achter u, want waarheen u gaat zal ik gaan, en waar u overnacht zal ik overnachten. Uw volk is mijn volk en uw Elohim is mijn Elohim.
17 Waar u sterft zal ik sterven, en daar zal ik begraven worden. Zó zal JAHWEH met mij doen en zó zal Hij toevoegen wanneer de dood u en mij uit elkaar zal doen gaan."
18 En zij zag dat zij resoluut was om met haar mee te gaan en zij ziet er van af tot haar te spreken.
19 En zij gingen, de beiden, tot zij kwamen bij Bet-LehemBet-Lehem (of Betlehem) = Huis van brood of Broodhuis.
De Kanaänitische versie is: Huis van (de god) Lachmu
. En het gebeurde als zij in Bet-LehemBet-Lehem (of Betlehem) = Huis van brood of Broodhuis.
De Kanaänitische versie is: Huis van (de god) Lachmu
binnenkwamen, dat heel de stad over hen rumoer maakte. En zij zeiden: "Is dit NaomiNaomi = Lieflijk?"
20 En zij zei tot hen: "Het moet niet zo zijn dat jullie mij NaomiNaomi = Lieflijk noemen, noemt mij MaraMara = bitter, want Hij Die toereikend verschaft*1) maakte mij uitermate bitter.
21 Ik was vol toen ik ging en JAHWEH deed mij leeg terugkeren. Waarom zullen jullie mij NaomiNaomi = Lieflijk noemen, wanneer JAHWEH mij vernederde en Hij Die toereikend verschaft mij kwaad deed?"
22 En NaomiNaomi = Lieflijk keerde terug, en RuthRuth = vriendin of gezellin, haar Moabitische schoondochter, was bij haar, die uit de velden van MoabMoab = (afstammend) van de vader terug keerde. En zij, zij kwamen in Bet-LehemBet-Lehem (of Betlehem) = Huis van brood of Broodhuis.
De Kanaänitische versie is = Huis van (de god) Lachmu
in de aanvang van de gersteoogst.

*1) Hij Die toereikend verschaft: El Shaddai.

Terug naar de indexpagina
Naar Ruth 2
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.