Notities bij de brief aan de Romeinen
deel 63
door D.H.Hough


De vernieuwing van ons denken.

Romeinen 12:2

" En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene."
In 1Kor. 2:16 vertelt de apostel Paulus ons dat wij "de zin van Christus" hebben. Die "zin" wordt beschreven in Filippenzen 2:5-8 als de gezindheid die er bij onze Heer toe leidde dat Hij Zich ontledigde ten behoeve van anderen en voor de heerlijkheid van God. Maar hoewel deze manier van denken aan ons is gegeven en ons bezit is, laten we dit niet altijd zien en ervaren we vaak haar aanwezigheid in ons niet. Er zit spanning tussen wat we zijn en in de geest bezitten, en wat we zijn in het vlees. Maar toch is dit niet een zaak om te wanhopen, want we hebben het evangelie, dat een kracht is voor hen die geloven(Rom. 1:6). Terwijl we ons verheugen in de genade van het evangelie, worden onze geesten gered van verkeerde manieren van denken en omgevormd naar de ideale manier van denken die ten volle zichtbaar is in Christus.

Het twaalfde hoofdstuk van Romeinen opent met een herinnering aan "de barmhartigheden van God." Dit moet de leid-ster zijn van het afsluitende deel van deze brief, de basis van alles wat hier wordt gezegd over ons denken en gedrag. "De barmhartigheden van God" verwijst naar alles wat in Romeinen 1-11 gezegd is over God betreffende Zijn rechtvaardigheid, genade, liefde en mededogen. Het is een uitdrukking van het evangelie dat "Hij, die zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven heeft"(Rom. 8:32) Degene is Die "allen onder ongehoorzaamheid besloten, om Zich over allen te ontfermen"(Rom. 11:32).

In het licht van dit goddelijke medeleven en zorg nodigt Paulus ons uit om onze lichamen te stellen als offers van lof en toejuiching tot God, daarin een logisch antwoord ziende op Gods genadegift. Nu volgt de apostel deze woorden toe:

"En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene"
(Rom. 12:2)
Het oude axioma zegt: "we doen zoals we denken," en dat is over het algemeen genomen waar. Maar er zijn uitzonderingen waar onze daden, op z'n minst, niet de wensen van ons denken weerspiegelen. Zo was het ook voor Saulus van Tarsus, zoals beschreven in Romeinen 7:7-25. Zijn geest wist dat het fout was te begeren en verlangde er naar de hele wet op perfecte wijze te gehoorzamen; maar Saulus was aan het begeren, zelfs al waren anderen niet van dit feit op de hoogte. Zijn geest was zwak in het omgaan met bepaalde zwakheden van zijn vlees, en dat kwam omdat die alleen de hulp had van de wet, met al haar dreigementen en beloften. Op dat moment ontbrak het Saulus aan de kracht van Gods genade, die bevrijdt van zelf-vertrouwen en zelfzuchtige zorgen, en die met goed gevolg het denken vernieuwt in goede en correcte gedachten.

Ook wij hebben vele conflicten tussen ons denken en ons doen. En zolang we blijven zoals Saulus van Tarsus, denkend over wat we wel en niet moeten doen, dan zullen we diep ongelukkig blijven. Alleen wanneer ons denken gericht is op Gods genade voor ons, alleen wanneer wij onze aandacht richten op Hem, zoals Christus altijd doet, hebben we de kracht om voortdurend in geloof te denken en doen.

Let nogmaals op de stappen in Paulus' uitnodiging. Eerst worden we op God gericht en alles wat opgeschreven is over Zijn houding en activiteit ten behoeve van ons in de eerdere hoofdstukken van Romeinen. Dit leidt logischerwijze tot het dienstbetoon van lofprijzing. We nu zien we dat de onthullingen van Gods barmhartigheden ook leiden naar de vernieuwing van ons denken. Alles wat in Romeinen 1-11 gezegd werd speelt een belangrijke rol in de omzetting van ons denken.

Ons denkpatroon kan niet stukje bij beetje werkzaam verbeterd worden. Het zou niet helpen als Paulus zou beginnen met te zeggen dat God van ons eist dat we ons denken veranderen en dat we alleen goed denken en perfecte gedachten hebben. Zowel het stellen van onze lichamen als een offer van toejuiching tot God en de ontwikkeling in ons bewustzijn van "de zin van Christus", zijn het gevolg van geloven en stilstaan bij Gods genade. Zij komen beide tot ons "door" de barmhartigheid van God.

De invloed van Gods Woord.
A.E.Knoch becommentarieerde Romeinen 12:2 als volgt:

"Op de mens gericht moet ons gedrag er niet zo uitzien als dat van de wereld. Er moet een vernieuwing zijn die voortgebracht wordt door middel van ons denken, onder de invloed van Gods onthullingen. We kunnen nooit zijn wat de wereld in wezen is, daarom moet ons gedrag er ook niet op lijken. We moeten er meer en meer ongelijk aan worden door het contact met het denken van God."
(Concordant Commentary, p.242).
Hier moeten we de woorden "door de invloed van Gods onthullingen" en "door het contact met het denken van God" benadrukken. Het is gemakkelijk voor ons om in de woorden "ons gedrag moet er niet zo..." en "we moeten er meer en meer..." iets te zien dat lijkt op de Oud Testamentische wet. Dit is verre van wat broeder Knoch bedoelde en verre van dat van mij, wanneer ik(zoals ik vaak doe) soortgelijke uitdrukkingen gebruik. Het is menselijke vooringenomenheid dat men in zulke uitdrukkingen van leiding en bemoediging, ideeën van wettelijke opdrachten wil zien, ondersteund door de kracht van straf en bestraffing voor het falen om te gehoorzamen. De basis van A.E.Knoch's oproep is zijn overtuiging dat Gods Woord voor ons het kanaal is voor het vernieuwen van ons denken.

Laten we niet vergeten dat Romeinen 12:1,2 volgt op een van de sterkste en duidelijkste onthullingen van de godheid van God in heel de Schrift!! Romeinen 11:32-36 schrijft alles wat gebeurt en alles wat bestaat toe aan het handelen van God en sluit af met de jubelroep dat alles voor Hem is.
Op gelijke wijze is er een levende en nauwe relatie tussen het slot van Romeinen 8 en de openingsgedachten van hoofdstuk 12. De verzekering dat niets ons kan scheiden van de liefde van God, heeft een zeer grote invloed op ons denken, een invloed die alleen maar en geheel ten goede is.

Het is dan ook ons contact met de "zin van Christus" dat ons op effectvolle wijze zal helpen naar een nieuwe manier van denken, waardoor we begerig zullen zijn naar omgang met anderen en van harte betrokken bij het brengen van eer aan God. En het is ons contact met het denken van God, zoals aan ons voorgesteld in Romeinen 1:11, Efeze 1-3 en andere gelijksoortige delen van Gods Woord, dat ons denken zal omvormen van wrok en vrees naar vreugde en vrede. Zoals Paulus ons later herinnert: het is de weg waarin we "Christus leren" die ons leidt in de verjonging van de geest van ons denken(Efe. 4:20,23).

Veel van het denken van het traditionele Christendom is verdorven omdat problemen niet zijn opgelost door overwegingen van de gezindheid van Christus en de genade van God. Er is geen ruimte in het denken van Christus voor het idee van een eeuwige hel, met al haar gruwelen en schaamte. Het idee dat ons toekomstige leven een doel op zich is, voor ons eigen speciale genoegen, zodat wij tenminste gered zullen zijn, terwijl miljarden eeuwig verloren zullen zijn, kent geen plaats in het denken van de Ene Die Zichzelf ontledigde en vernederde tot zelfs de dood aan het kruis. Het is goed voor ons de betekenis en het doel te willen verstaan van Gods oordelen, of onze toekomstige plaats in Christus' hemelse lotdeel te waarderen, maar we zouden deze zaken moeten onderzoeken met de denkwijze van Christus.

Het onderzoeken van de wil van God.
Wat we nodig hebben is een bekendheid met de wil van God. Om de wil van God te onderzoeken, moeten we "de zintuigen en het denken onderwerpen"(zie het Keyword Concordance, p.300) aan de kenmerken die de Schrift aan dit thema geeft. Wat zegt Gods Woord(en dan in bijzonder het deel dat aan ons is gericht) dat Zijn wil is? Als het evangelie bijvoorbeeld zegt dat God Zijn rechtvaardigheid onthult door het geloof van Jezus Christus en dat deze rechtvaardigheid "voor allen" is en ook nog eens geplaatst is "over allen die geloven"(Rom. 3:21,22;SV), dan onderzoeken we dit aspect van Gods wil door ons denken er aan te onderwerpen. Wat de Schrift aangeeft de wil van God te zijn is dagelijks voedsel voor ons denken. Over deze dingen zullen we nadenken(1Tim. 4:15).

Ons denken wordt vandaag de dag onderworpen aan zo veel verschillende invloeden. De meeste van deze invloeden zijn in overeenstemming met "deze aion", en vrijwel geen daarvan houdt rekening met de wil van God. Zelfs onder gelovigen wordt er weinig aandacht geschonken aan de zeer fundamentele waarheid dat God de redding van heel de mensheid wil(1Tim. 2:4), of dat Hij alles werkt naar de raad van Zijn wil(Efe. 1:11). Toch zijn dit gevolg hebbende zaken, die meer en meer stevig en steeds vaker indruk maken op ons denken.

Het goede, welgevallige en volkomene.
God wil altijd wat ten goede is(Rom. 8:28). Omdat dit indruk maakt op ons denken, merken we dat we van plan zijn om goed te doen en dat na te jagen. Ons denken houdt zich bezig met heilzame zaken, meer dan met het beladen zijn met zelfzuchtige verlangens en op onszelf gerichte verslagenheid over ons falen. Net als Paulus is het goed "vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen voor mij ligt"(Filip. 3:14)

Het verlangen van iedere gelovige is om God genoegen te doen, zowel in daden als in denken. Wat Hem genoegen doet is een op prijs stellen van Zijn genade dat zo sterk is, dat het ons leidt tot een genadevol handelen door onszelf(Efe. 4:32). De liefde van Christus dwingt ons en ons denken om gedachten te denken en daden te doen die een afdruk zijn van die liefde(2Kor. 5:14).

Door het woord "volkomene", of zoals het vaak wordt weergegeven: "volwassen", kunnen we nauwelijks de volkomen kennis van alles in de Schriften begrijpen of zelfs ieder aspect van het evangelie. Dit is niet een zaak van een hoog I.Q., of van een opeenstapeling van universitaire diploma's. De apostel spreekt over een soort denken dat juist is en dat overeenstemt met de gezindheid van Christus. De gelovige die al zijn denken begint uit het voorop stellen van Gods liefde, getoond in de gift van Zijn Zoon, zal vooruitgang boeken op zijn weg naar geestelijke volwassenheid. Het denken van Christus is volkomen en het is die manier van denken(die al in ons is ingeplant) die we zullen aannemen onder de krachtige invloed van Gods Woord.

Wat weten we allemaal goed wat het betekent een verontrust denken te hebben, of een denken dat gevuld is met boosheid en haat, of een bekrompen en intolerant denken, of een denken dat gevuld is met vrees en schuldgevoel! Maar geen van deze is in het denken van Christus te vinden. Mogen wij iedere dag omgevormd worden door het vernieuwen van ons denken, opdat we leren denken zoals onze Heer denkt, op een manier die goed is en welgevallig en volkomen.




Dit artikel is afkomstig uit U.R.Magazine, jaargang 77, pagina 17
Uitgave van Concordant Publishing Concern

Voor meer delen uit deze serie, klik hier



www.schriftwoord.nl