Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Hebreeën
Hoofdstuk 2
|
|
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis. Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 Vanwege dit is het voor ons bindend des te bovenmatiger acht te geven op de dingen die gehoord worden, opdat wij niet zullen afdrijven.
[Commentaar]
2 Want indien het door boodschappers gesproken wordend woord werd bevestigd en elke overtreding en ongehoorzaamheid een terechte beloning in ontvangst nam,
3 hoe zullen wij ontsnappen, redding van zulke proporties veronachtzamend*, dat, een begin in ontvangst nemend, gesproken wordend door de Heer onder degenen die het horen*, in ons werd bevestigd,
4 ° dit met getuigenis ondersteunend zowel in tekenen en in wonderen en in allerlei machten en in toedelingen van heilige geest, overeenkomstig Zijn °willen?
5 Want niet aan boodschappers onderschikt* Hij de op het punt van komen staande bewoonde wereld, aangaande welke wij spreken,
[Commentaar]
6 maar ergens betuigt* iemand, zeggend: "Wat is de mens, dat U hem gedenkt, of een zoon van een mens, dat U naar hem omziet?
[Commentaar]
7 U maakt* hem een beetje minder dan de boodschappers. U lauwerkranst* hem met heerlijkheid en met eer, en U stelt hem aan over de werken van Uw °handen;
[Commentaar]
8 alle dingen onderschikt* U onder zijn °voeten." Want in het aan hem onderschikken* van alle dingen laat* Hij niets aan hem niet-onderschikt. Maar nu zien wij nog niet dat alle dingen aan hem onderschikt zijn.
-
[Commentaar]
9 Maar wij bekijken , een beetje minder gemaakt zijnde dan de boodschappers, vanwege het lijden van de dood gelauwerkranst zijnde met heerlijkheid en met eer, zodat in genade van , Hij zou proeven van de dood ten behoeve van allen.
[Commentaar]
10 Want het betaamde Hem, vanwege Wie alle dingen en door Wie alle dingen zijn, vele zonen tot in heerlijkheid leidend, door lijdenssmarten de Initiatiefnemer van hun °redding tot volmaaktheid te brengen*.
11 Want zowel de Heiligende als die geheiligd worden zijn allen vanuit Één, vanwege welke reden Hij Zich er niet voor schaamt hen broeders te noemen,
12 zeggend: "Ik zal Uw °naam aan Mijn °broeders berichten; te midden van de ekklesia zal Ik U lofzingen."
13 En weer: "Ik zal vertrouwen hebben in Hem." En weer: "Neem waar! Ik en de kleine jongens en meisjes die ° aan Mij geeft*!"
-
14 Omdat dan de kleine jongens en meisjes deelgenomen hebben aan bloed en aan vlees, had Hij ook op nagenoeg gelijke wijze aan dezelfde dingen deel, opdat, door de dood, Hij degene buiten werking zou stellen die de kracht van de dood heeft - dit is de ,
15 en dat Hij dezen zou doen loskomen, zovelen als in vrees van de dood zijn, die door alles van het leven gedoemd waren tot slavernij.
16 Want zeer zeker pakt het niet boodschappers vast, maar het pakt van het zaad van vast.
17 Daarom was Hij verschuldigd overeenkomstig alle dingen gelijkend gemaakt* te worden aan de broeders, opdat Hij een ontfermende en trouwe Hogepriester zal worden in de dingen naar toe, tot het beschut worden van de zonden van het volk.
-
18 Want door wat Hij heeft geleden, Zelf beproefd wordend, kan Hij die beproefd worden helpen*.
Terug naar de index.
Naar Hebreeën 3
|
|
© www.schriftwoord.nl U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.
|