|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 Na deze dingen was er een feest van de Joden en ° ging omhoog tot in .
[Commentaar]
2 Nu is er in °, in de Schaapspoort, een badvijver, die in het Hebreeuws ook wel genoemd wordt, vijf zuilengalerijen hebbend.
[Commentaar]
3 Daarin lag een menigte neer van °zwakken, van blinden, van kreupelen, van uitgeteerden, wachtend op de beroering van het water;
4 want een boodschapper van de Heer baadde overeenkomstige een periode in de badvijver en verstoorde het water. Die dan als eerste instapte* na de verstoring van het water werd gezond van welke ziekte hij ook maar werd vastgehouden.
5 Nu was daar een zekere mens, acht-en-dertig jaren zijn °zwakheid hebbend.
6 °, deze liggend waarnemend en wetend dat hij al veel tijd daar heeft doorgebracht, zegt tot hem: "Wil jij gezond worden?"
7 De zwak zijnde antwoordde Hem: "Heer! Ik heb geen mens die, wanneer ook maar het water verstoord zal worden, mij tot in de badvijver zou werpen. En wanneer ik kom, daalt een ander vóór mij af."
8 ° zegt tot hem: "Kom overeind, pak jouw °ligmat op en wandel!"
9 En onmiddellijk werd de mens gezond en hij kwam overeind. En hij pakt* zijn °ligmat op en hij wandelde. Het was echter sabbat in die °dag.
10 Dan zeiden de Joden tot de genezen zijnde: "Het is sabbat en het is jou niet geoorloofd jouw °ligmat op te pakken*.
[Commentaar]
11 Maar hij antwoordde hen: "Die mij gezond maakte*, die zei tot mij: 'Pak jouw °ligmat op en wandel!'"
12 Zij dan vragen* hem: "Wie is de mens die tot jou zegt: 'Pak jouw °ligmat op en wandel'?"
13 Maar de gezond gemaakt wordende had niet waargenomen wie het is, want ° ontwijkt* de schare die in die plaats was.
14 Na deze dingen vindt ° hem in de gewijde plaats en Hij zei tot hem: "Neem waar, jij bent gezond geworden! Zondig niet meer, opdat jou niet iets ergers zal overkomen."
15 En de mens dan kwam weg en verkondigt* aan de Joden dat het is Die hem gezond maakte*.
16 En vanwege dit vervolgden de Joden ° en zochten Hem te doden*, omdat Hij deze dingen deed in de sabbat.
17 Maar ° antwoordt* hen: "Mijn °Vader werkt tot dit moment en Ik werk."
18 Vanwege dit dan zochten de Joden des te meer Hem te doden*, omdat Hij niet alleen de sabbat ontbond, maar dat Hij ook zei dat ° Zijn eigen Vader is, Zichzelf gelijk makend met °.
-
[Commentaar]
19 Dan antwoordt* ° en zei tot hen: "Amen! Amen! Ik zeg tot jullie, de Zoon kan niets vanaf Zichzelf doen, in het geval Hij het niet zal bekijken dat de Vader het doet. Want welke dingen Hij ook maar zal doen, deze dingen doet ook de Zoon evenzo.
20 Want de Vader houdt veel van de Zoon en Hij toont Hem alle dingen welke Hij Zelf doet. En grotere werken dan deze zal Hij aan Hem tonen, opdat jullie je zullen verwonderen.
[Commentaar]
21 Want net zoals de Vader de doden wekt en levend maakt, zo ook maakt de Zoon levend wie Hij wil.
[Commentaar]
22 Want de Vader oordeelt ook niemand, maar de gehele beoordeling heeft Hij gegeven aan de Zoon,
[Commentaar]
23 opdat zij allen de Zoon zullen eren zoals zij de Vader eren. Die de Zoon niet eert, eert niet de Vader Die Hem zendt*.
-
24 Amen! Amen! Ik zeg tot jullie dat wie Mijn °woord hoort en Die Mij zendt gelooft, deze heeft aionisch leven en komt niet tot in beoordeling, maar hij is verder gegaan vanuit de dood tot in het leven.
-
-
[Commentaar]
25 Amen! Amen! Ik zeg tot jullie dat het uur komt, en is nu, wanneer de doden de stem van de Zoon van ° zullen horen. En die horen* zullen leven.
[Commentaar]
26 Want net zoals de Vader leven heeft in Zichzelf, zo geeft* Hij ook aan de Zoon om leven in Zichzelf te hebben.
27 En Hij geeft* aan Hem autoriteit om beoordeling te doen, omdat Hij een Zoon van * mensen is.
28 Verwondert je toch niet hierover dat het uur komt waarin allen in de grafgewelven Zijn °stem zullen horen.
[Commentaar]
29 En die de goede dingen doen* zullen uitgaan tot in opstanding van leven, maar die de slechte dingen verrichten* tot in opstanding van beoordeling.
-
30 Ik kan vanaf Mijzelf niets doen. Zoals Ik hoor, oordeel Ik. En Mijn °beoordeling is rechtvaardig, want Ik zoek niet Mijn °wil, maar de wil van Die Mij zendt*.
31 In het geval dat Ik getuigenis zal geven aangaande Mijzelf, is Mijn °getuigenverklaring niet waar?
[Commentaar]
32 Het is een ander die getuigenis geeft aangaande Mij en Ik heb waargenomen dat de getuigenverklaring, die hij aangaande Mij als getuigenis geeft, waar is.
-
33 Jullie hebben naar toe afgevaardigd en hij heeft naar °waarheid getuigenis gegeven.
-
34 Maar Ik neem geen getuigenverklaring van een mens in ontvangst, maar deze dingen zeg Ik opdat jullie gered zullen worden.
35 Deze was de brandende en verschijnende °lamp; jullie echter willen* voor een uur in zijn °licht jubelen*.
36 Ik nu heb een getuigenverklaring groter dan van °, want de werken die de Vader aan Mij heeft gegeven, opdat Ik ze tot volmaaktheid zou brengen, zij, die °werken, doe Ik, getuigenis gevend aangaande Mij dat de Vader Mij heeft afgevaardigd.
37 En Die Mij zendt, de Vader, Die heeft aangaande Mij getuigenis gegeven. Jullie hebben noch Zijn stem ooit gehoord, noch hebben jullie een waarneming van Hem gezien.
38 En Zijn °woord hebben jullie niet blijvend in jullie, want Degene Die Hij afvaardigt*, Deze geloven jullie niet.
-
39 Doorzoekt de Geschriften, want jullie menen in hen aionisch leven te hebben en dezen zijn het die aangaande Mij getuigenis geven.
[Commentaar]
40 En jullie willen niet naar Mij toe komen, opdat jullie leven zullen hebben.
41 Ik neem geen heerlijkheid in ontvangst van mensen,
[Commentaar]
42 maar Ik heb gekend dat jullie de liefde van ° niet in julliezelf hebben.
43 Ik ben gekomen in de naam van Mijn °Vader en jullie nemen Mij niet in ontvangst. In het geval dat een ander zal komen in zijn eigen °naam, die zullen jullie in ontvangst nemen.
44 Hoe kunnen jullie geloven*, heerlijkheid bij elkaar in ontvangst nemend, en de heerlijkheid die alleen bij is zoeken jullie niet?
45 Meent toch niet dat Ik jullie zal beschuldigen naar de Vader toe. is die jullie naar de Vader toe beschuldigt, in wie jullie je hoop gevestigd hebben.
46 Want indien jullie geloofden, geloofden jullie ooit Mij, want deze schreef aangaande Mij.
47 Maar indien jullie de documenten van hem niet geloven, hoe zullen jullie Mijn °uitspraken dan geloven?"
Terug naar de index.
Naar Johannes 6
|
|