Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Marcus
Hoofdstuk 6

   
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis.
Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst.
Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)



1 En Hij kwam uit van daar en Hij kwam tot in Zijn °vaderstad, en Zijn °leerlingen volgen Hem. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

1-4

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 13:53-57; Lukaslichtgevend 4:16-30.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

1

Bij een vorige gelegenheid (Luk. 4.16) was Hij naar Nazaretjonge spruit of bewaker gegaan om te spreken, en vond Zijn oude buren en vrienden ronduit vijandig tegenover Hem, zodanig dat zij probeerden Hem van de steile rots te duwen in de buurt waarvan de stad was gebouwd. Destijds wandelde Hij gewoon weg uit hun midden. Nu keert Hij terug.

Zij hebben zonder twijfel van Zijn faam gehoord en verwonderen zich over Zijn wijsheid. Toch is de verdorvenheid van de menselijke aard zodanig dat zij zichzelf er niet toe konden brengen te geloven dat hun stadgenoot en verwant mogelijk de Uitverkorene van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker zou kunnen zijn. Dat is zelfs ook het geval met anderen die het woord van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker spreken. Geestelijke waarden zijn onder bekenden zeer afgeprijsd.


2 En bij het beginnen van de sabbat begint* Hij te onderwijzen in de synagoge en de velen die het hoorden stonden versteld, zeggend: "Van waar haalt deze man al deze dingen? En welke °wijsheid is aan deze gegeven en welke °machten gebeuren door Zijn °handen! De Joden dan zeiden verwonderd: "Hoe heeft deze de documenten waargenomen, toch niet geleerd hebbend?"(SW)[Joh. 7:15]
3 Is deze niet de timmerman, de zoon van °Mariahun opstand (??) en de broeder van Jakobushielenlichter en van Josesverheven en van Judaslof en van Simongehoord (heeft JAH), en zijn Zijn °zusters hier niet bij ons?" En zij werden in Hem verstrikt. En zij zeiden: "Is deze niet Jezus, de zoon van Jozef, van wie wij °vader en °moeder hebben waargenomen? Hoe dan zei hij: 'Ik ben vanuit de hemel afgedaald'?"(SW)[Joh. 6:42] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

3

Zie JohannesJAH is genadig 6:42; Galaten 1:19.

Erwakend (is God) is een heerlijk contrast tussen onze Heer, de Dienaar van de Besnijdenis (Rom. 15:8) en Pauluspauze, tussentijd - latijn: de kleine, Zijn dienaar voor de naties (Rom. 15:16). ChristusGezalfde was een timmerman, die blijvende woonplekken bouwde op aarde, aangezien de Besnijdenis, die Hij diende, hun aionische verblijfplaats zal hebben op aarde. Pauluspauze, tussentijd - latijn: de kleine was een tentenmaker, want zij aan wie hij gezonden werd hebben hier beneden geen lotdeel, hooguit een camping, wachtend op hun aionische verblijfplaats in de hemelen. In volkomen harmonie hiermee is het feit dat wij ChristusGezalfde niet naar het vlees kennen. Wij zijn niet met Hem verbonden door lichamelijke banden (zoals de Besnijdenis dat wel is), noch gaan we een andere dan geestelijke band binnen, niet op de aarde, maar in de hemelen, waarheen we gaan om Hem te ontmoeten. Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker heeft wijs voorzien dat al deze lichamelijke details tegenhangers zullen zijn van geestelijke waarheden.

Zelfs Pauluspauze, tussentijd - latijn: de kleine’ eigen loopbaan veranderde van een rondreizende bediening naar een die geschreven, geestelijk is.


4 En °JezusJAH redt zei tot hen: "Een profeet is niet ongeëerd, behalve in zijn eigen °vaderstad en onder zijn verwanten en in zijn °woonhuis!" want Jezus Zelf geeft getuigenis dat een profeet in het eigen vaderland geen eer heeft.(SW)[Joh. 4:44] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

4

Zie JohannesJAH is genadig 4:44.


5 En Hij kon daar geen enkele macht doen*, anders dan de handen opleggen op enkele ziekelijken. Hij geneest hen. En zie, een van de oversten van de synagoge, genaamd Jaïrus, komt. En Hem waarnemend valt hij aan Zijn °voeten. (SW)[Marc. 5:22] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

5-6

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 13:58


6 En Hij verwondert* Zich vanwege hun °ongeloof. En JezusJAH redt trok de dorpen er omheen rond, onderwijzend.
7 En Hij roept de twaalf tot Zich en Hij begint* hen af te vaardigen, twee aan twee, en Hij gaf hen autoriteit over de onreine °geesten. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

7-13

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 10:5-15; Lukaslichtgevend 9:1-6.


8 En Hij geeft* aan hen opdracht opdat zij niets voor onderweg zullen pakken, behalve alleen een staf; geen brood, geen reiszak, geen koperstukken voor in de gordel, [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

8

Zie Lukaslichtgevend 22:35

De wijsheid van deze instructies is voor ons in het westen niet duidelijk. Zij gingen naar hun landgenoten in de naburige dorpen, en het zou de beste manier zijn om hun harten te veroveren en hun vertrouwen te winnen door zichzelf helemaal over te leveren aan hun gastvrijheid. Het was een punt van eer om reizigers te ontvangen. De dorpelingen zouden hen allen met blijdschap voorzien van brood; ze moesten niet iets bijeenbrengen door te bedelen, en zelfs kleine sommen geld zouden geweigerd moeten worden voor het soort gastvrijheid dat zij zouden ontvangen. Een extra paar sandalen zou alleen een last zijn, en, omdat zij in dezelfde tuniek sliepen dat zij gedurende de dag droegen, zou één volstaan. Hun belangrijkste uitrusting was het gebrek aan belemmeringen die wij als noodzakelijk beschouwen.


9 maar geschoeid zijnde met sandalen en: "Jullie zouden niet twee onderklederen aantrekken."
10 En Hij zei tot hen: "Waar ook maar in het geval jullie zullen binnen komen tot in een woonhuis, blijft daar, totdat jullie ook maar daar vandaan zullen uitkomen. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

10

Ja, de dorpelingen waren zo gastvrij, dat elk het voorrecht wilde hebben om een gast te ontvangen, en er werd zoveel tijd verspild aan nutteloos vermaak, dat elke nieuwe gastheer zou staan op een speciaal teken van gastvrijheid. Daarom beperkte de Heer hen tot een enkel huis in elk dorp. Later vroeg onze Heer hen of er iets tekort was geschoten, en zij antwoordden: "Niets" (Luk. 22:35).


11 En welke plaats ook maar jullie niet zou ontvangen, zij zouden jullie ook niet horen. Bij jullie uitgaan daar vandaan, schudt de losse aarde af die onder jullie °voeten is, tot een getuigenis voor hen. Amen, Ik zeg tot jullie, het zal voor Sodom of voor Gomorra draaglijker zijn in de dag van beoordeling dan voor die stad!" Dezen nu, het stof afschuddend van op hun °voeten, kwamen tot in Iconium. (SW)[Hand. 13:51] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

11

Zie Handelingen 13:51; 18:6.


12 En uitkomend proclameren* zij, opdat zij zich zouden bezinnen.
13 En zij wierpen vele demonen uit en zij smeerden vele ziekelijken in met olie en zij genazen. Is iemand onder jullie zwak? Laat hem de oudsten van de ekklesia tot zich roepen en laat hen over hem bidden, hem insmerend met olie in de naam van de Heer. (SW)[Jac. 5:14] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

13

Zie Jakobhielenlichterus 5:14


14 En Herodeszoon van Heros - held of afgod, de koning, hoort*, want Zijn °naam werd openbaar, en hij zei: "JohannesJAH is genadig de Doper is gewekt vanuit de doden, en vanwege dit werken de machten in hem." [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

14

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 14:1,2; Lukaslichtgevend 9:7-9

JohannesJAH is genadig de Doper verrichtte geen wonderen of onverklaarbare zaken. Hij kwam in de geest en kracht van Eliamijn God is JAH. Als hij nu bekrachtigd was om machtige daden te verrichten zoals Eliamijn God is JAH deed, dan had Herodeszoon van heros - held of afgod reden gehad om bang te zijn. In dat geval zouden vijftig mannen gezonden zijn om hem te onthoofden en zouden ze bij die poging hun leven verloren hebben. Het was goed voor Herodeszoon van heros - held of afgod dat JohannesJAH is genadig geen machtige daden deed, aangezien de Doper niet had geaarzeld hem aan te klagen vanwege zijn zonden, en niet geaarzeld zou hebben hem overeenkomstig te veroordelen. Het schijnt dat JohannesJAH is genadig zelf teleurgesteld was in de uitkomst van zijn werk, in het bijzonder dat hij gevangen gezet zou worden door de man die hij aan de kaak gesteld had. Hij was een tussenpersoon tussen de strengheid van de profeet en de genade van ChristusGezalfde.


15 Maar anderen zeiden: "Hij is Eliamijn God is JAH!" Maar anderen zeiden dat Hij een profeet is als één van de profeten. Dezen nu zeggen: "Dezen Johannes de Doper, maar anderen Elia en weer anderen Jeremia of één van de profeten." (SW)[Matt. 16:14] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

15

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 16:14

Zelfs de leerlingen onderscheidden niet Zijn genadevolle geest van Eliamijn God is JAH’s strenge en vernietigende bediening. Het was dan ook geen wonder dat sommige meenden dat Hij de grootste profeet van hun geschiedenis was.


16 Dit nu horend* zei °Herodeszoon van Heros - held of afgod: "JohannesJAH is genadig, die ik onthoofd* heb, deze werd gewekt vanuit doden."
17 Want hij, °Herodeszoon van Heros - held of afgod, afvaardigend*, hield* °JohannesJAH is genadig gevangen en bond* hem in de cel, vanwege Herodiasheldin, de vrouw van Filippuspaardenvriend, zijn °broeder, omdat hij haar trouwde*. 19 Maar toen nu °Herodes, de viervorst, door hem werd ontmaskerd over Herodias, de vrouw van Filippus, zijn °broeder, en over al de boosaardige dingen die °Herodes, doet, 20 voegt deze aan alles ook dit toe en sluit hij °Johannes op in de cel.(SW)[Luc. 3:19,20] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

17

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 14:3-5; Lukaslichtgevend 3:19,20.


18 Want °JohannesJAH is genadig zei tot °Herodeszoon van Heros - held of afgod: "Het is u niet geoorloofd de vrouw van uw °broeder te hebben." 16 De naaktheid van de vrouw van jouw broer zal jij niet onthullen. Het is de naaktheid van jouw broer. (SW)[Lev. 18:16] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

18

Het was tegengesteld aan de meest duidelijke inzettingen van de wet om de vrouw van een broeder te trouwen (Lev. 18:16; 20:21). Deze Herodeszoon van heros - held of afgod had als bijnaam Antipas, zijnde de zoon van Herodeszoon van heros - held of afgod de Grote en een Samaritaanseiemand uit de landstreek Samaria vrouw, genaamd Malthace. Eerst trouwde hij met een maar ter van Aretas, koning van Arabiësteppeland, maar hij verstootte haar, wat zorgde voor een oorlog met Aretas. Zijn huwelijk met Herodiasheldin, de vrouw van zijn halfbroeder Filippuspaardenvriend, en kleinmaar ter van Herodeszoon van heros - held of afgod de Grote, bracht de afwijzing van de Doper over hem. Deze vrouw bracht hem zijn ondergang, want zij spoorde hem aan naar Romekracht te gaan om de titel van koning te verkrijgen, want hij werd alleen uit hoffelijkheid koning genoemd, omdat hij de tetrarch van Galileakring en Perea was. In plaats van extra eer te krijgen, verloor hij zijn ambt en werd hij door keizer Caligula naar Gallië[Frankrijk] verbannen, waar hij waarschijnlijk is gestorven.


19 °Herodiasheldin nu zette hem vast en wilde hem doden. En zij kon het niet,
20 want °Herodeszoon van Heros - held of afgod vreesde °JohannesJAH is genadig, hem waargenomen hebbend als een rechtvaardig en heilig man, en hij bewaarde hem goed. En hem veel horend*, wist hij zich geen raad. En hij hoorde hem graag.
21 En toen het een goed gelegen komende dag was geworden, waarin Herodeszoon van Heros - held of afgod voor zijn °verjaardagsfestiviteiten een avondmaaltijd maakte* voor zijn °magnaten en voor de hoofdmannen over duizend en voor de voornaamsten van °Galileakring, [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

21

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 14:6-9.

Zie Genesis 40:20.

Dit is een koninklijke scene. De tetrarch en de regering van Galileakring zijn aanwezig. Het is hier ongetwijfeld tussen gevoegd om een contrast te leveren voor de terechte Koning Die Zijn helpers rond Zich verzameld had, en Die het koninkrijk van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker verkondigde. Herodeszoon van heros - held of afgod verlaagt zich zelfs zo ver, dat hij zijn maar ter voor hen laat dansen. Zulk vermaak werd gewoonlijk geleverd door meisjes uit lage klassen, want een zichzelf respecterende vrouw werd niet geacht gezien te worden in een gezelschap mannen. Het dansen bestond voornamelijk uit een serie poses en houdingen die vaak onzedelijk waren. En omdat dit aangenaam was voor de verruwde smaak van zijn gasten, beloofde hij de helft van zijn koninkrijk! Dat koninkrijk kon niet veel waard zijn! En ook de koning zelf was niet veel waard. In plaats van zijn gebied te regeren in rechtvaardigheid, regeerde hij zichzelf door zijn passies en trots. Vanwege zijn bombastisch roemen, is hij bang om te doen wat goed is. Wat een lafaard! Wat een contrast met die ongekroonde Koning Die door zijn gebied wandelt, niet bevlekt, niet bang. Hij levert geen ander vermaak dan de waarheid. Hij trekt aan door Zijn heiligheid. In plaats van een rechtvaardig man op te offeren op het altaar van zijn dwaasheid, wordt Hij het grote Offer voor zondaars.


22 en bij het binnen komen van haar dochter, van Herodiasheldin, behaagt* zij dansend* °Herodeszoon van Heros - held of afgod en die samen aan tafel aanliggen. De koning nu zei tot het jonge meisje: "Verzoek mij wat je maar zal willen en ik zal het aan je geven."
23 En hij zweert* aan haar: "Wat je mij ook zal verzoeken, ik zal het aan jou geven, tot de helft van mijn °koninkrijk." 3 En de koning zei tot haar: "Wat is er met jou, Ester, en wat is jouw dringend beroep? Tot aan de helft van het koninkrijk? Het zal je gegeven worden." (SW)[Est. 5:3] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

23

Zie Esther 5:3-6; 7:2.

Dit was slechts een ijdele roem. Hij kon geen afstand doen van maar het kleinste deel van zijn koninkrijk, want hij was een vazal van Romekracht.


24 En uitkomend zei zij tot haar °moeder: "Wat zou ik verzoeken?" Deze nu zei: "Het hoofd van JohannesJAH is genadig de Doper."
25 En binnenkomend, ging zij meteen met spoed naar de koning toe. Zij verzoekt*, zeggend: "Ik wil dat u mij direct op een bord het hoofd van JohannesJAH is genadig de Doper zal geven."
26 En de koning, diep bedroefd wordende, wil vanwege de eden en de samen aan tafel aanliggenden haar niet afwijzen*.
27 En meteen een lijfwacht afvaardigend* beveelt* de koning uitdrukkelijk zijn °hoofd te brengen. En wegkomend onhoofdt* hij hem in de cel, [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

27-29

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 14:10-12.


28 en brengt* zijn °hoofd op een bord en geeft* het aan het jonge meisje. En het jonge meisje geeft* het aan haar °moeder.
29 En het horend*, kwamen zijn °leerlingen en nemen* zijn °lijk weg en zij plaatsen* hem in een grafgewelf.
30 En de afgevaardigden verzamelen zich bij °JezusJAH redt en zij berichten* Hem alles, zoveel als zij deden* en zoveel als zij onderwijzen*. De twee-en-zeventig nu keren met vreugde terug, zeggend: "Heer! Ook de demonen worden in Uw naam aan ons onderschikt!"(SW)[Luc. 10:17] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

30

Vergelijk met Lukaslichtgevend 9:10

Aangezien Markuseen verdediging zich in het bijzonder bezig houdt met dienstbetoon, pas het bij het karakter er van enige details te geven die in het bijzonder horen bij het werk van een dienaar. Zij erkenden hun Heer, net als alle goede dienaren behoren te doen, door Hem een volledige verslag te geven van hun daden. Hij, als beloning voor hun werken, stelt rust voor. Hij en zij zouden de menigte verlaten en afzondering en verfrissing te zoeken in de wildernis. Het is van belang deze gedachte te volgen en zien dat, wanneer zij op een afgelegen plaats kwamen, daar ongeveer vijf duizend mannen waren, en in plaats van rust te vinden om te eten, voeden ze de grote menigte; en in plaats van zelf te rusten, rust het volk uit op het gras en bedienen de leerlingen hen. De Heer vond rust en verfrissing in het dienen van anderen. Dit neemt ons mee naar de tijd dat het werk van de apostelen voorbij zal zijn en wanneer zij , als goede herders, niet alleen heersen over de stammen van Israëlstrijder van God, maar hen leiden naar de groene oases en naar wateren der rust. Zijn mededogen is zo groot dat Hij niet zal weigeren te dienen tot zij allen verzadigd zijn. In die dag zal er maar weinig afhankelijkheid zijn van menselijke voorzieningen en vooruitziende blik. De zegen van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker zal de moeizame inspanningen van mensen vervangen. De ordelijkheid van deze scene veronderstelt de aanwezigheid van een regering die perfect functioneert. De gebruikte aantallen brengen de duizend jaren van Zijn heerschappij in gedachten, want er was slechts één brood voor elke duizend mannen. Maar bovenal moeten we opmerken dat het wonder geen last legt op Zijn weldadigheid. Zijn bronnen zijn door de inspanning niet uitgeput. De brokken die overblijven vullen twaalf manden, onvoorstelbaar veel dan de vijf broden waarmee Hij begon. Zo zijn de millenniale zegeningen zeker niet de grens van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker’s kracht. Ze zijn slechts een inleiding naar grotere heerlijkheden in de daarop volgende aion, die zal uitlopen op de voleinding aan het einde er van, die de uiteindelijke demonstratie zal zijn van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker’s kracht en de onmacht van de mens. Tijdens de aionen zwoegt de mens om te voorzien in wat nodig is, maar zinkt weg in verslagenheid en dood. En het is alleen in de dood dat Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker, zonder in verlegenheid gebracht te worden, kan handelen bij het helpen van Zijn schepselen, ongehinderd door de activiteiten van Zijn hart.


31 En Hij zegt tot hen: "Komt hier, gaan jullie op jezelf tot in een eenzame plaats en rust een weinig." Want er waren velen die kwamen en die heen gingen en zij hadden zelfs niet een goede gelegenheid om te eten. en de schare komt weer tezamen, zodat zij zelfs niet in staat waren brood te eten.(SW)[Marc. 3:20] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

31-39

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 14:13-21; Lukaslichtgevend 9:10-17; JohannesJAH is genadig 6:1-13


32 En zij kwamen weg in het schip, op zichzelf, tot in een eenzame plaats.
33 En zij namen hen waar, heen gaande. En velen komen hen te weten* en zij liepen daar samen, te voet, vanaf alle °steden. En zij kwamen vóór hen en liepen samen met Hem.
34 En uitkomend nam JezusJAH redt een talrijke schare waar en Hij wordt met mededogen over hen bewogen*, omdat zij als schapen waren die geen herder hebben. En Hij begint* hen vele dingen te onderwijzen. En de scharen waarnemend, wordt Hij met mededogen bewogen, omdat zij vermoeid en neergeworpen waren, als schapen die geen herder hebben. (SW)[Matt. 9:36] - 17 die voor hun aangezichten uit zal gaan en die voor hun aangezichten komt, en die hen zal doen uitgaan en die hen doet komen, zodat de vergadering van JAHWEH niet zal worden als de kudde kleinvee waarvoor niemand herder is." (SW)[Num. 27:17]
35 En toen het uur reeds ver gevorderd raakte, kwamen Zijn °leerlingen tot Hem en zeiden: "De plaats is eenzaam en het uur reeds ver gevorderd.
36 Zend hen weg, opdat zij, wegkomend tot in de er omheen liggende velden en dorpen, voor zichzelf iets van broden zouden kopen, want zij zullen niet te eten hebben.
37 Hij nu, antwoordend, zei tot hen: "Geven jullie hen te eten!" En zij zeggen tot Hem: "Zouden wij wegkomen en tweehonderd denariën broden kopen en zullen wij hen te eten geven?"
38 Hij nu zegt tot hen: "Hoeveel broden hebben jullie? Gaat heen Neemt waar!" En het wetend zeggen zij tot Hem: "Vijf, en twee vissen."
39 En Hij beveelt* nadrukkelijk hen allen zich neer te vlijen, gezelschap bij gezelschap, op het groene gras.
40 En zij leunen* achterover, afbakeningen bij afbakeningen, overeenkomstig honderd en overeenkomstig vijftig.
41 En de vijf broden en de twee vissen nemend, zegent Hij, omhoog kijkend* tot in de hemel, zegent* Hij en breekt* de broden in stukken en Hij gaf ze aan Zijn °leerlingen, opdat zij die aan hen voor zullen zetten. En de twee vissen deelt* Hij aan allen.
42 En zij aten allen en worden verzadigd*.
43 En zij pakken* twaalf volgemaakte draagmanden brokstukken op en vanaf de vissen. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

43

Om volledig het belang van dit teken te kunnen waarderen, moet het vergeleken worden met een soortgelijk teken dat enige tijd later gebeurde. Het cumulatieve contrast kan in een niet accurate vertaling gezien worden, maar wordt direct gezien wanneer opgemerkt wordt dat de aantallen bevestigd worden door de soort "manden" en dat de twaalf manden die over bleven na het voeden van de vijf duizend met vijf broden, "boordevol" waren (JohannesJAH is genadig 6:13), terwijl de zeven kleinere mandjes die na het voeden van de vier duizend met zeven broden, gewoon "vol" waren. En toch, na het zien van deze beide tekenen, maken de leerlingen zich zorgen omdat zij vergeten hadden brood te halen! Het is voor ons vrijwel onmogelijk te geloven dat Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker het beste kan werken wanneer de mens het minste doet.


44 En die de broden aten waren vijfduizend mannen.
45 En meteen dwingt* Hij Zijn °leerlingen tot in het schip in te stappen* en voor te gaan tot in de overkant, naar Betsaïdahuis van de visvangst, terwijl Hij Zelf de schare wegzendt. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

45-51

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 14:22-33; JohannesJAH is genadig 6:14-21.

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

45

Erwakend (is God) is een nieuw opzetten van de scènes. De scheiding van de leerlingen en het beklimmen van een berg voor voorbede bij Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker beeldt Zijn hemelvaart en priesterlijke bemiddeling voor Israëlstrijder van God uit tijdens hun afvalligheid. Hun kwelling bij het roeien komt overeen met de te vrezen benauwdheid van de eindtijd, zoals nog niet is gebeurd, noch ooit weer zal gebeuren. De tegenwind geeft ons de oorzaak van hun kwelling, de vreselijke, maar ongeziene, krachten die zullen proberen hen te vernietigen door de naties tegen hen op te zetten. Zijn wandelen over de zee symboliseert Zijn controle over de turbulente opwellingen van de mensheid. Wanneer Hij naar hen toe komt gaat de wind liggen. Wanneer Hij naar Israëlstrijder van God komt, worden de geestelijke machten gevangen genomen en SatanTegenstander gebonden. Het is een zegen om in dit wonder een bewijs te zien van Zijn kracht over de wind en de golven. Het is heerlijk Hem op het water te zien wandelen. Maar is het niet veel wonderlijker in dit alles een teken te zien van Zijn veel grotere macht over de opstandige horden van de ongeziene wereld en de golvende massa’s van de mensheid? Wanneer Hij terug komt zal Hij zeker vrede spreken tot de bevende harten van Zijn doodsbange leerlingen. Scènes als deze zullen aan Zijn heiligen vertrouwen geven in die vreselijke tijd van ellende, die vandaag op deze aarde af komt. De krachten van het kwaad dalen op hen neer. Ze kunnen de naties aanzetten tot nog grotere haat tegen de Jood. Maar zij van Hem die Hem kennen zullen op Hem wachten om op te staan en Zijn schepselen te kalmeren.


46 En van hen afscheid nemend*, kwam Hij weg op de berg, om te bidden*. Hij nu was terugtredende in de woestijnen en biddend. (SW)[Luc. 5:16]
47 En toen het avond werd, was het schip in het midden van de zee en Hij was alleen op het land.
48 En hen waarnemend, gekweld wordend door het roeien, want de wind was voor hen tegengesteld, komt Hij rond de vierde nachtwake van de nacht naar hen toe, wandelend op de zee, en wilde hen voorbij gaan.
49 Maar die Hem waarnemen, wandelend op de zee, menen* dat het een spook is en zij gillen*! Maar verschrikt wordend en zeer bevreesd wordend, meenden zij een geest te aanschouwen.(SW)[Luc. 24:37]
50 Want allen namen* Hem waar en werden verontrust. Hij nu spreekt* meteen met hen en zegt tot hen: "Houdt moed! Ik ben het! Vreest toch niet!"
51 En Hij klom omhoog, naar hen toe, tot in het schip en de wind bedaart*. En zij zijn onder elkaar heel erg bovenmatig ontsteld*. En zij verwonderen zich. En wakker geschud wordend vermaant Hij de wind en zei tot de zee: "Wees stil! Wees verstomd!" En de wind bedaart en er kwam een grote kalmte op het water. (SW)[Marc. 4:39]
52 Want zij begrijpen* niets van de broden, maar hun °hart was versteend. En neem waar, een vrouw, twaalf jaren bloedvloeiend, benadert Hem van achter. Zij raakt het kwastje van Zijn °bovenkleding aan,(SW)[Matt. 9:20]
53 En overvarend* kwamen zij aan °land in Gennesaretharp (naar de vorm van het meer) en zij meren* aan. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

53-56

Vergelijk met Mattheüsgeschenk van JAH 14:34-36

[Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

53

Het meer van Galileakring werd zo genoemd aan haar westelijke kust, maar het werd ook Tiberiasstad vernoemd naar Keizer Tiberius genoemd, naar de stad van die naam, en Gennesaretharp (naar de vorm van het meer), naar de regio aan haar noord-westelijke rand. JosefHij (God) vermeerdere (het aantal kinderen na dit kind)us is welsprekend in zijn lof over de natuurlijke voordelen van dit deel van Galileakring. Hoewel ver onder zeeniveau, schijnt het klimaat zeer gelijkmatig te zijn geweest. Allerlei soorten fruit gedijden in haar vruchtbare grond. Het werd overvloedig bevloeid door rijke bronnen en stroompjes. Doet dit niet denken dat dit een andere profetische vooruitblik is op het koninkrijk, waarin heel de aarde overvloedig producten van alle goede dingen zal voortbrengen? Hij is van boven gekomen en redde het Zijne van de wind en de zee, net zoals Hij Israëlstrijder van God zal redden uit de klauwen van SatanTegenstander en de naties. Nu komt de tijd van zegen er aan. Daarom vinden we Hem in het vruchtbare en bloeiende Gennesaretharp (naar de vorm van het meer), overal waar Hij gaat weelde en zegen brengend. Inderdaad, blij was dat land, want Hij Die de vrees van Zijn volk had gestild, legt nu Zijn helende hand op hun benauwdheden, een profetie van de dag wanneer de Zon van rechtvaardigheid zal opgaan met genezing in Zijn vleugels (Mal. 4:2). Het minste contact met Zijn mantel brengt redding. De zoom aanraken geeft allen recht deel te nemen aan Zijn voltooide rechtvaardigheid.


54 En toen zij vanuit het schip kwamen, herkenden de mannen van die °plaats Hem meteen.
55 Zij liepen heel die omliggende °streek rond, en zij beginnen* op de ligmatten die een kwaal hebben rond te dragen, waar zij ook maar hoorden dat Hij is.
56 En waar Hij ook maar binnen ging, tot in dorpen of tot in steden of tot in velden, plaatsten* zij die zwak zijn in de markten en zij riepen Hem op dat zij maar het kwastje van Zijn bovenkleding zouden mogen aanraken. En zovelen als Hem maar aanraken* werden gered.





Terug naar de index.
Naar Marcus 7
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.