|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 En , de Ammoniet, ging op en hij legerde zich tegen , en alle mannen van zeiden tot : "Snij met ons een verbond, dan zullen wij u dienen."
2 En , de Ammoniet, zegt tot hen: "Hierom zal ik met jullie een verbond snijden, door van jullie ieder rechteroog uit te steken, en ik plaats het als smaad op geheel ."
3 En de oudsten van zeiden tot hem: "Laat ons zeven dagen los, dan zullen wij boodschappers zenden in heel het grondgebied van ; en indien er voor ons geen redder is, dan gaan wij uit naar u."
4 En de boodschappers kwamen in van en zij spraken de woorden in de oren van het volk. En heel het volk hief hun stem op en zij huilden.
5 En aanschouw!, kwam achter het grootvee, vanaf het veld, en zei: "Wat is er met het volk dat ze huilen?" En zij verhaalden hem de woorden van de mannen van .
6 En de geest van Elohim was voorspoedig over bij het horen van deze woorden en zijn boosheid was uitermate heet.
7 En hij nam een span ossen en hij sneed ze in stukken en hij zond ze in heel het grondgebied van , door de hand van de boodschappers, zeggend: "Wie niet uitgaat achter en achter , zo zal met zijn os gedaan worden." En het ontzag van JAHWEH viel op het volk en zij gingen uit als één man.
8 En hij monsterde hen in , en de zonen van waren driehonderdduizend en de mannen van dertigduizend.
9 En zij zeiden tot de boodschappers die kwamen: "Zo zullen jullie zeggen tot de mannen van : Morgen zal er voor jullie redding zijn, in de warmte van de zon." En de boodschappers kwamen en zij vertelden het aan de mannen van en zij verheugden zich.
10 En de mannen van zeiden: "Morgen zullen wij tot jullie uitgaan en jullie doen met ons al het goede in jullie ogen."
11 En het gebeurd in de volgende dag dat het volk in drie groepen plaatste en zij kwamen in het midden van de legerplaats, in de nachtwake van de ochtend. En zij sloegen neer tot aan de warmte van de dag. En die overgebleven waren werden verstrooid; en er bleven onder hen niet twee tezamen over.
12 En het volk zei tot : "Wie is het die zegt: zal nietcs over ons regeren? Geef de mannen en wij zullen hen ter dood brengen."
13 En zei: "Niemand zal in deze dag ter dood gebracht worden, want vandaag brengt JAHWEH redding in ."
14 En zei tot het volk: "Gaat, dan zullen wij naar gaan en wij zullen daar het koningschap vernieuwen."
15 En heel het volk ging naar en zij maakten daar tot koning voor het aangezicht van JAHWEH, in . En zij offerden daar slachtoffers van vrede-offers voor het aangezicht van JAHWEH. En verheugde zich daar en alle mannen van , uitermate.
Terug naar de indexpagina
Naar 1Samuël 12
|
|