Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
2 Kronieken
Hoofdstuk 14

   
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)


1 En AbiaAbia = mijn Vader is Jah lag neer bij zijn vaders en zij begroeven hem in de stad van DavidDavid = lieveling. En AsaAsa = genezer, zijn zoon, regeerde in zijn plaats. In zijn dagen was het land rustig, tien jaren.
2 En AsaAsa = genezer deed het goede en het rechte in de ogen van JAHWEH, zijn Elohim. En Asa doet het rechtschapene in de ogen van JAHWEH, zoals David, zijn vader (SW).[1Kon. 15:11]
3 En hij nam de altaren van de uitheemse weg en de hoge plaatsen en hij brak de monumenten af en hij hakte de Asjerapalen om.
4 En hij zei tot JudaJuda = lof om JAHWEH, Elohim van hun vaders, ernstig te zoeken en om de wet te doen en de instructie.
5 En hij nam de hoge plaatsen weg uit alle steden van JudaJuda = lof en de wierookstandaarden, en het koninkrijk was rustig voor zijn aangezicht.
6 En hij bouwde steden van belegeringsverdediging in JudaJuda = lof, want het land was rustig en er was met hem geen oorlog in deze jaren, want JAHWEH gaf hem rust.
7 En hij zei tot JudaJuda = lof: "Wij zullen deze steden herbouwen en we zullen ze omringen met een muur en torens en dubbele deuren en vergrendelingen, terwijl het land nog voor ons aangezicht is, want wij hebben JAHWEH, onze Elohim, ernstig gezocht; wij zochten ernstig en Hij gaf ons rust, rondom." En zij bouwden en zij waren voorspoedig.
8 En AsaAsa = genezer kreeg een strijdmacht, grootschild en lans dragend , uit JudaJuda = lof drie honderd duizend, en uit BenjaminBenjamin = zoon van de rechterzijde - gelukskind dragers van schild en buigers van de boog, twee honderd en tachtig duizend. Al deze waren machtige mannen van dapperheid.
9 En ZerachZerach = overvloed, de Kusiet, ging uit tegen hem met een leger van duizend van duizenden en drie honderd strijdwagens en hij kwam tot aan MaresaMaresa = top, of: hoofdstad.
10 En AsaAsa = genezer ging uit voor zijn aangezicht, en zij stelden zich in slagorde op voor de strijd in het ravijn van SefataSefata = wachtpost, bij MaresaMaresa = top, of: hoofdstad.
11 En AsaAsa = genezer riep tot JAHWEH, zijn Elohim, en hij zei: "JAHWEH, is er niemand bij U om die zonder energie is te helpen tegen de menigte? Help ons, JAHWEH, onze Elohim, want op U leunen wij en in Uw Naam kwamen wij tegen deze schare. JAHWEH, onze Elohim, het moet niet zo zijn dat een sterveling U beteugelt."
12 En JAHWEH trof de Kusieten voor het aangezicht van AsaAsa = genezer en voor het aangezicht van JudaJuda = lof, en de Kusieten vluchten,
13 en AsaAsa = genezer en het volk dat met hem was achtervolgden hen tot aan GerarGerar = verblijf. En er vielen van de Kusieten tot er van hen niemand in leven behouden was, want zij werden verbroken voor het aangezicht van JAHWEH en voor het aangezicht van Zijn legerkamp. En zij droegen uitermate veel buit weg.
14 En zij sloegen alle steden rondom GerarGerar = verblijf, want er kwam ontzag van JAHWEH over hen. En zij plunderden alle steden, want er was daarin veel om te plunderen.
15 En ook sloegen zij de tenten van de veehoeders neer en zij namen kleinvee krijgsgevangen, in veelheid, en kamelen. En zij keerden terug naar JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredestichter.

Terug naar de indexpagina
Naar 2 Kronieken 15
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.