|  |  (Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst,of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
 
 
 1 In het zes en dertigste jaar van de regering van , ging , koning van , op tegen  en hij bouwde , om zo het uitgaan en komen naar , koning van , wel of niet toe te staan. 
2 En  deed zilver en goud uitgaan uit de schatkamers van het huis van JAHWEH en het huis van de koning, en hij zond het naar , koning van , die in  woonde, zeggend:
 3 "Er is een verbond tussen mij en tussen u, tussen mijn vader en tussen uw vader. Aanschouw!, ik zend u zilver en goud. Ga! Annuleer uw verbond met , koning van , dan zal hij van mij weggaan."
 4 En  luisterde naar koning  en hij zond oversten van de strijdmachten die van hem waren naar de steden van , en zij sloegen  en  en  en alle voorraadsteden van  neer.
 5 En het gebeurde dat  het hoorde en dat hij afzag van het bouwen van  en hij zijn werk deed ophouden.
 6 En , de koning, nam heel  en zij droegen de stenen van  weg en het hout waarmee hij  bouwde. En hij bouwde met hen     en .
 7 En in die tijd kwam , de ziener, naar , koning van , en hij zei tot hem: "Omdat u leunde op de koning van  en u niet leunde op JAHWEH, uw Elohim, daarom ontsnapte de strijdmacht van de koning van *1) uit uw hand.
 8 En de ieten en de rs, waren zij niet een strijdmacht met een veelheid aan strijdwagens en waren er niet uitermate veel ruiters?  Maar door uw leunen op JAHWEH gaf Hij hen in uw hand.
 9 Want JAHWEH's ogen gaan heen en weer over heel de aarde, voor het versterken van het volk; hun hart is vredig voor Hem. U handelde hierin onverstandig, en daarom zijn er vanaf nu oorlogen met u."
 10 En  was getergd door de ziener en hij gaf hem over aan het huis van de houten strafwerktuigen, omdat hij hierover furieus op hem was. En  mishandelde in die tijd sommigen van het volk.
 11 En aanschouw!, de zaken van , de eerste en de laatste, aanschouw ze!, ze zijn geschreven op de boekrol van de koningen van  en .
 12 En  kreeg, in het negen en dertigste jaar van zijn regering  in zijn voeten, tot daar boven was zijn ziekte. En zelfs voor zijn ziekte zocht hij JAHWEH niet ernstig, want hij ging bij de genezers.
 13 En  lag neer bij zijn vaders, want hij stierf in het één en veertigste jaar van zijn regeren.
 14 En zij begroeven hem in zijn graf dat hij voor hemzelf liet uitgraven in de stad van . En zij legden hem in een bed dat gevuld was met geurige stoffen en allerlei soorten van mengingen, met zalf van handwerk. En zij verbrandden voor hem een uitermate groot begrafenisvuur.
 
 1) - . De Concordant Literal Version heeft hier .
 
 Terug naar de indexpagina
 Naar 2 Kronieken 17
 |  |