Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
2 Kronieken
Hoofdstuk 7

   
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)


1 Toen SalomoSalomo = man van vrede beëindigde met bidden, daalde vuur neer vanaf de hemelen en het verslond het opstijgoffer en de slachtoffers. En de heerlijkheid van JAHWEH vervulde het huis. 23 En Mozes en Aäron gaan de tent van de afspraak binnen. En zij komen naar buiten en zij zegenen het volk. En de heerlijkheid van JAHWEH verschijnt aan heel het volk.
24 En vuur ging uit van het aangezicht van JAHWEH en het verteert het opstijgoffer en de vette stukken op het altaar en heel het volk ziet het. En ze zijn opgetogen en ze vallen op hun aangezichten. (SW)
[Lev. 9:23,24]

2 En de priesters konden niet in het huis van JAHWEH komen, want de heerlijkheid van JAHWEH vervulde het huis van JAHWEH.
3 En alle zonen van IsraëlIsraël = strijder van God zagen het vuur neerdalen en de heerlijkheid van JAHWEH was op het huis. En zij bogen zich neer, hun neusgaten naar de aarde, op het plaveisel, en zij aanbaden en zij juichten JAHWEH toe, want Hij is goed, want Zijn vriendelijkheid is voor de aion.
4 En de koning en heel het volk offerden een slachtoffer voor het aangezicht van JAHWEH.
5 En de koning, SalomoSalomo = man van vrede, offerde een slachtoffer van het grootvee, twee en twintig duizend, en kleinvee, honderd en twintig duizend. En zij wijdden het huis van de Elohim in, de koning en heel het volk.
6 En de priesters stonden over hun opdrachten en de Levieten met de instrumenten van het lied van JAHWEH, dat DavidDavid = Lieveling, de koning, maakte om JAHWEH toe te juichen - want Zijn vriendelijkheid is voor de aion - bij het lofprijzen van DavidDavid = Lieveling door hun hand. En de priesters die de trompetten bliezen stonden tegenover hen. En heel IsraëlIsraël = strijder van God stond.
7 En SalomoSalomo = man van vrede heiligde het middelste deel van de hof, die vóór het huis van JAHWEH was, want daar bracht hij de opstijgoffers en de vette stukken van de vredeoffers, want het koperen altaar dat SalomoSalomo = man van vrede maakte kon het opstijgoffer en het erkenningsoffer en de vette stukken niet bevatten.
8 En SalomoSalomo = man van vrede deed de feestviering in die tijd, zeven dagen, en heel IsraëlIsraël = strijder van God met hem, een uitermate grote samenkomst, vanaf het komen van HamatHamat = ommuurd tot aan de wadi van EgypteEgypte = (egyptisch)land van (de god) Ptah - (koptisch)het zwarte land (tov. de witte woestijn).
9 En in de achtste dag deden zij vrijheidsbeperking, want zij deden zeven dagen de inwijding van het altaar en de feestviering van zeven dagen.
10 En in de drie en twintigste dag van de zevende maand zond hij het volk heen naar hun tenten, zich verheugend en goed van hart over de goedheid die JAHWEH deed aan DavidDavid = Lieveling en aan SalomoSalomo = man van vrede en aan IsraëlIsraël = strijder van God, Zijn volk.
11 En SalomoSalomo = man van vrede maakte het huis van JAHWEH af en het huis van de koning en alles wat op het hart van SalomoSalomo = man van vrede kwam om te maken in het huis van JAHWEH en in zijn huis. Hij was voorspoedig.
12 En JAHWEH verscheen aan SalomoSalomo = man van vrede in de nacht en Hij zei tot hem: "Ik hoorde jouw gebed en Ik koos deze plaats voor Mij tot huis van het slachtoffer.
13 Aanschouw!, Ik beteugel de hemelen en er is geen regen, en aanschouw!, Ik geef instructie aan de kleine treksprinkhaan om het land te verslinden, of Ik zend de pest onder Mijn volk.
14 En Mijn volk, over wie Mijn Naam werd uitgeroepen, is onderdanig en zij bidden en zij zoeken Mijn aangezicht en zij keren terug van hun kwade wegen, en Ik, Ik zal luisteren vanaf de hemelen en Ik zal hun zonde vergeven en Ik zal hun land genezen.
15 Nu zullen Mijn ogen geopend zijn en mij oren aandachtig voor het gebed van deze plaats.
16 En nu koos Ik en heiligde Ik dit huis voor Mijn Naam om daar te zijn tot aan de aion. En Mijn ogen en Mijn hart zullen daar zijn, alle dagen.
17 En jij, indien jij voor Mijn aangezicht gaat, zoals DavidDavid = Lieveling, jouw vader, ging, en doe al wat Ik jou als instructie gaf en Mijn statuten en Mij verordeningen in acht neemt,
18 dan bevestig Ik de troon van jouw koninkrijk, zoals Ik een verbond sneed met DavidDavid = Lieveling, jouw vader, zeggend: Er zal van jou niemand afgesneden worden die heerst in IsraëlIsraël = strijder van God. zodat JAHWEH Zijn woord zal bevestigen dat Hij tot mij sprak, zeggend: Indien jouw zonen hun weg houden om voor Mijn aangezicht te gaan in trouw, met heel hun hart en met heel hun ziel, zeggend: Er zal geen man afgesneden worden van de troon van Israël. (SW) [1Kon. 2:4]
19 Maar indien jullie je afkeren en jullie Mijn statuten en Mijn instructies verlaten, die Ik gaf voor jullie aangezichten, en jullie gaan en andere elohims dienen en jullie buigen je voor hen neer,
20 dan zal Ik hen uitplukken vanaf op Mijn grond, die Ik aan hen gaf, en dit huis, dat Ik heiligde voor Mijn Naam, zal Ik weggooien van voor Mijn aangezicht en Ik zal het geven tot een spreekwoord en tot spotnaam onder alle volken. En de rest van het volk dat in de stad over bleef en die vallen, die toevielen aan de koning van Babylon. En Nebuzaradan, het hoofd van de beulen, deporteerde de rest van de menigte. (SW)[2Kon. 25:11]
21 En dit huis, dat allerhoogste werd, een ieder die het passeert zal ontzet zijn. En men zegt: Waarom deed JAHWEH zo met dit land en met dit huis?
22 En zij zeggen: Omdat zij JAHWEH, Elohim van hun vaders, verlieten, Die hen deed uitgaan uit het land EgypteEgypte = (egyptisch)land van (de god) Ptah - (koptisch)het zwarte land (tov. de witte woestijn) en zij vasthouden aan andere elohims en zij tot hen aanbidden en zij hen dienen. Daarom bracht Hij al dit kwade over hen."

Terug naar de indexpagina
Naar 2 Kronieken 8
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.