|
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam dan ziet u de betekenis)
DE STRUCTUUR VAN HET BOEK HOSEA
1:1. | | Inleiding. |
1:2-3:5. | | Symbolisch. |
4:1-14:8. | | Letterlijk. |
14:9. | | Afsluiting. |
1 Het woord van JAHWEH, dat kwam tot , zoon van , in de dagen van , , en , koningen van , en in de dagen van , zoon van , koning van .
2 De aanvang van het spreken van JAHWEH door . En JAHWEH zei tot : Ga! Neem voor jouzelf een vrouw van ontuchtplegingen en kinderen van ontuchtplegingen, want het land bedrijft ontucht, ja ontucht, weg van JAHWEH.
3 En hij ging en hij nam , dochter van , en zij werd zwanger en zij baarde voor hem een zoon.
4 En JAHWEH zei tot hem: Roep zijn naam , want nog korte tijd en Ik breng gericht over het bloedvergieten van op het huis van en doe Ik het koninkrijk van het huis van ophouden.
5 En het zal in die dag zijn dat Ik de boog van breek in de vallei van .
6 En zij werd opnieuw zwanger en zij baarde een dochter. En Hij zei tot hem: Roep haar naam , want Ik zal niet voortgaan mededogen te hebben met het huis van of hen verdragen, ja verdragen.
7 Maar met het huis van zal Ik mededogen hebben en Ik red hen door JAHWEH, hun Elohim. Maar Ik zal hen niet redden door boog en zwaard en in strijd, door paarden en door ruiters.
8 En zij speende . En zij werd zwanger en zij baarde een zoon.
9 En Hij zei: Roep zijn naam , want jullie zijn niet Mijn volk en Ik ben er niet voor jullie.
10 En het aantal van de zonen van zal worden als het zand van de zee dat niet gemeten of genummerd kan worden. En het was in de plaats waar tot hen gezegd wordt: Jullie zijn niet Mijn volk, er tot hen gezegd zal worden: Zonen van El, de Levende.
11 En de zonen van en de zonen van worden bijeengeroepen. En zij plaatsen over hen één hoofd. En zij gaan op vanaf het land, want groot is de dag van .
Terug naar de indexpagina
Naar Hosea 2
|
|