Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Jeremia
Hoofdstuk 48

Jeremia leefde van ca. 645 tot ca. 587 v.C.

   
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
of op een groene naam dan ziet u de betekenis)


1 Over MoabMoab = (afstammend) van de vader. 1 . Alzo zegt de HEERE: Om drie overtredingen van Moab, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat hij de beenderen des konings van Edom tot kalk verbrand heeft.
2 Daarom zal Ik een vuur in Moab zenden, dat zal de paleizen van Kerioth verteren; en Moab zal sterven met groot gedruis, met gejuich, met geluid der bazuin.
3 En Ik zal den rechter uit het midden van haar uitroeien; en al haar vorsten zal Ik met hem doden, zegt de HEERE. (SW)
[Amos 2:1-3]

Zo zegt JAHWEH van legermachten, Elohim van IsraëlIsraël = strijder van God: Wee over NeboNebo = hoog zijn, want ze is verwoest, ze wordt beschaamd. KirjataïmKirjataïm = dubbelstad wordt veroverd, ze wordt beschaamd, de onneembare wijkplaats, en ze is ontsteld.
2 De lofprijzing van MoabMoab = (afstammend) van de vader is niet meer. In ChesbonChesbon = berekening bedenken ze kwaad tegen haar. Gaat, dan zullen wij haar afsnijden van het zijn van een natie. Ook MadmenMadmen = mesthoop, jij zal stil gemaakt worden, het zwaard zal achter jou aan gaan.
3 Het geluid van geschreeuw vanaf ChoronaïmChoronaïm = dubbelgrot, verwoesting en grote gebrokenheid!
4 MoabMoab = (afstammend) van de vader is verbroken, haar minderen doen een uitroep horen.
5 Want de opgang van LuchitLuchit = tafelen zal een weeklacht opgaan met een weeklacht. Want bij de afdaling van ChoronaïmChoronaïm = dubbelgrot horen zij benauwdheden van geschreeuw van gebrokenheid.
6 Vlucht! Ontsnapt met jullie ziel! En jullie zullen worden als de dwerg-jeneverstruik in de wildernis,
7 want vanwege jouw vertrouwen in jouw daden en in jouw schatten zal ook jij veroverd worden. En KemosKemos = onderwerper gaat uit in de deportatie, zijn priesters en zijn oversten tezamen.
8 De verwoester zal komen tot elke stad en geen stad zal ontsnappen. En de vallei vergaat en het plateau wordt uitgeroeid, zoals JAHWEH zei.
9 Geeft bloesem aan MoabMoab = (afstammend) van de vader, want hij zal uitgaan, ja uitgaan. En haar steden zullen tot een troosteloosheid worden, zodat er geen inwoner in hen is.
10 Vervloekt is die het werk van JAHWEH onverschillig doet en vervloekt is die zijn zwaard weerhoudt van bloed!
11 MoabMoab = (afstammend) van de vader had rust vanaf zijn jeugd en was rustig op zijn droesem. En hij werd niet geleegd van vat tot vat. En men ging niet in de deportatie. Vanwege dit bleef zijn smaak in hem en werd zijn geur is niet veranderd.
12 Daarom, aanschouw, de dagen komen, zegt JAHWEH met nadruk, dat Ik kantelenden tot hem zend en zij zullen hem kantelen. En zij zullen zijn vaten leeg maken en zij zullen zijn kruiken verbrijzelen.
13 En MoabMoab = (afstammend) van de vader zal beschaamd staan vanwege KemosKemos = onderwerper, zoals het huis van IsraëlIsraël = strijder van God beschaamd stond vanwege Bet-ElBet-El = huis van God, hun vertrouwen.
14 Hoe zeggen jullie: Wij zijn machtige mannen en mannen van dapperheid voor de strijd?
15 MoabMoab = (afstammend) van de vader wordt verwoest en haar steden gaan op en de eerste keus van zijn uitgekozen jongemannen daalt af naar de slachting, zegt de Koning met nadruk. JAHWEH van legermachten is Zijn Naam.
16 De ramp van MoabMoab = (afstammend) van de vader is nabij om te komen en zijn kwaad haast zich uitermate.
17 Betuigt hem medeleven, allen die rondom hem zijn. En allen die zijn naam kennen, zegt: Hoe is de roede van sterkte verbroken, de stok van schoonheid?
18 Daal af vanaf heerlijkheid en zit in de dorst, inwoonster van de dochter van DibonDibon = mopperen, want de verwoester van MoabMoab = (afstammend) van de vader ging op tegen jou. Hij ruïneerde jouw vestingen.
19 Sta op de weg en kijk uit, inwoonster van AroërAroër = ruïne! Vraag hem die vlucht en zij die ontsnapt: Zeg, wat is er gebeurd?
20 MoabMoab = (afstammend) van de vader is beschaamd geworden, want zij is ongedaan gemaakt! Jammert en schreeuwt het uit! Vertelt in ArnonArnon = bruisende stroom dat MoabMoab = (afstammend) van de vader is verwoest!
21 En een oordeel is gekomen over het land van het plateau, over CholonCholon = zandig, mul en over JahasJahas = vertrapt en over MefaätMefaät = hoogte,
22 en over DibonDibon = mopperen en over NeboNebo = hoog zijn en over Bet-DiblataïmBet-Diblataïm = huis van de vijgenkoeken,
23 en over KirjataïmKirjataïm = dubbelstad en over Bet-GamulBet-Gamul = huis van de vergelding en over Bet-MeonBet-Meon = huis van de woning,
24 en over KeriotKeriot = stadjes en over BosraBosra = fort en over alle steden van het land van MoabMoab = (afstammend) van de vader, de verren en de dichtbijen.
25 De hoorn van MoabMoab = (afstammend) van de vader is afgehakt en zijn arm is verbroken, zegt JAHWEH met nadruk.
26 Maakt hem dronken, want hij maakte zich groot tegen JAHWEH. Maar MoabMoab = (afstammend) van de vader zal ineenstorten in zijn braaksel en hij wordt tot vermaak, ook hij.
27 En werd IsraëlIsraël = strijder van God voor jou niet tot vermaak? Werd hij onder dieven gevonden? Want zo vaak als jouw woorden tot hem kwamen, schudde jij jouw hoofd.
28 Verlaat de steden en verblijft in de steile rots, inwoners van MoabMoab = (afstammend) van de vader, en weesm als een duif die een nest maakt in de zijden van de mond van een diepe kuil.
29 Wij horen van de praal van MoabMoab = (afstammend) van de vader, uitermate trots, zijn hoogmoedigheid en zijn praal en zijn trots en de hoogheid van zijn hart.
30 Ik, Ik weet zijn razernij, zegt JAHWEH met nadruk, maar het is niet zo; zijn pretenties, maar zo doen zij niet.
31 Vanwege dit zal Ik over MoabMoab = (afstammend) van de vader jammeren, en voor MoabMoab = (afstammend) van de vader, alles van hem, zal ik het uitschreeuwen. Tot de mannen van Kir-CheresKir-Cheres = ??? zal men een alleenspraak houden.
32 Meer dan een huilen van JazerJazer = JAH helpt zal Ik over jou huilen, wijnstok van SibmaSibma = geur. Jouw wijnranken staken de zee over. Zij geraakten tot aan de zee van JazerJazer = JAH helpt. De verwoester viel over jouw zomervruchten en over jouw wijnoogst.
33 Vreugde en uitbundig gejubel worden ten einde gebracht vanaf het akkerland en vanaf het land van MoabMoab = (afstammend) van de vader. En Ik deed de wijn vanaf de wijnvaten ophouden. Men treedt niet met oogstfeestgeroep. Het oogstfeestgeroep is geen oogstfeestgeroep.
34 Vanaf de uitroep van ChesbonChesbon = berekening tot aan ElaleElale = God is verheven, tot aan JahasJahas = vertrapt gaven zij hun stem, vanaf SoarSoar = klein tot aan ChoronaïmChoronaïm = dubbelgrot en Eglat-SelisiaEglat-Selisia = driejarige koe, want ook de wateren van NimrimNimrim = heldere wateren zullen troosteloosheden worden.
35 En Ik zal uitroeien van MoabMoab = (afstammend) van de vader, zegt JAHWEH met nadruk, die op de hoge plaats doet opgaan en die wierook doet roken aan zijn elohim.
36 Vanwege dit weent Mijn hart voor MoabMoab = (afstammend) van de vader als fluiten en Mijn hart weent voor de mannen van Kir-CheresKir-Cheres = ??? als fluiten. Vanwege dit vergaat het surplus dat men maakte.
37 Want op elk hoofd is kaalheid en elke baard wordt gekort. Op alle handen zijn gapende snijwonden en om de taille een rouwgewaad.
38 Op alle daken van MoabMoab = (afstammend) van de vader en op al haar pleinen brengen allen van hem een rouwklacht, want Ik verbrak MoabMoab = (afstammend) van de vader als een vat. Er is in hem geen behagen, zegt JAHWEH met nadruk.
39 Hoe is het ongedaan gemaakt! Jammert. Hoe keert de nek van MoabMoab = (afstammend) van de vader! Men staat beschaamd en MoabMoab = (afstammend) van de vader wordt tot vermaak en tot ontsteltenis voor allen rondom hem.
40 Want zo zegt JAHWEH: Aanschouw, zoals de gier zweeft hij en spreidt hij zijn vleugels uit naar MoabMoab = (afstammend) van de vader,
41 is KeriotKeriot = stadjes veroverd en de bergvestingen zijn in bezit genomen en het hart van de machtigen van MoabMoab = (afstammend) van de vader zal in die dag zijn als het hart van een vrouw die weeën heeft.
42 En MoabMoab = (afstammend) van de vader wordt uitgeroeid van het zijn van een volk, want hij maakte zich groot tegen JAHWEH.
43 Bangheid en valkuil en strik zijn over jou, inwoner van MoabMoab = (afstammend) van de vader , zegt JAHWEH met nadruk.
44 Die vlucht voor de bangheid zal in de valkuil vallen en die opgaat uit de valkuil zal gegrepen worden door de strik. Want Ik breng het over haar, over MoabMoab = (afstammend) van de vader, het jaar van hun gericht, zegt JAHWEH met nadruk.
45 In de schaduw van ChesbonChesbon = berekening stonden de vluchtelingen, zonder energie, want vuur ging uit van ChesbonChesbon = berekening en een vuurgloed van tussen SichonSichon = krijger en die verslindt de zijkant van MoabMoab = (afstammend) van de vader en de schedel van de zonen van tumult.
46 Wee jou, MoabMoab = (afstammend) van de vader, het volk van KemosKemos = onderwerper is vergaan! Want jouw zonen zijn in krijgsgevangenschap genomen. Ook jouw dochters zijn in krijgsgevangenschap. 27 Daarom zeggen zij die spreekwoorden maken: Komt! Hesbon zal gebouwd worden en de stad van Sihon zal zichzelf vestigen.
28 Want vuur ging uit van Hesbon, een brand uit de stad van Sihon verteerde Ar van Moab, de bezitters van de hoge plaatsen van de Arnon.
29 Wee jij, Moab! Jij verging, volk van Chemosh. Hij gaf zijn zonen op die bevrijd waren, en zijn dochters gingen in de gevangenschap van de koning van de Amorieten, Sihon. (SW)
[Num. 21:27-29]

47 Maar Ik zal de krijgsgevangenschap van MoabMoab = (afstammend) van de vader omkeren in de latere dagen, zegt JAHWEH met nadruk. Tot aan hier is het oordeel over MoabMoab = (afstammend) van de vader.


Terug naar de indexpagina
Naar Jeremia 49
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.