|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 Voor de toezichthouder. Voor het koor. Een overweging van .
De ontaarde zegt in zijn hart: "Er is geen Elohim." Zij handelen corrupt en zij handelen met afschuwelijke onrechtvaardigheid. Er is niemand die goed doet.
2 Elohim staart vanaf de hemelen naar de zonen van de mens om te zien of er één verstandig handelende is, één die ernstig Elohim zoekt.
3 Elk van hen wendt zich tezamen af. Ze zijn bedorven. Er is geen die goed doet, er is zelfs niet één.
4 Weten zij niet, deze verrichters van wetteloosheid, die Mijn volk verslinden alsof zij brood verslinden? Zij roepen Elohim niet aan.
5 Daar waren zij bang met bangheid waar geen bangheid was, want Elohim verstrooide de botten van die tegen jou legeren. Jij doet hen beschaamd staan, want Elohim verwierp hen.
6 Wie zal uit reddingen geven? Wanneer Elohim de krijgsgevangenschap van Zijn volk omkeert, dan zal uitbundig jubelen, dan zal zich verheugen.
Terug naar de indexpagina
Naar Psalm 54
|
|