|
(Ga met de muis op een groene naam of op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst)
1 En reist met al wat van hem is en hij komt bij . En hij offert slachtoffers aan de Elohim van zijn vader, .
2 En Elohim spreekt tot in verschijningen van de nacht, en Hij zegt: "! !" En hij zegt: "Aanschouw mij!"
3 En Hij zegt: "Ik ben de El, Elohim van jouw vader. Het moet niet zo zijn dat vreest om af te dalen naar , want Ik plaats jou daar tot een grote natie.
4 Ik, Ik daal met jou af naar en Ik, Ik doe jou opgaan, ja opgaan. En zal zijn hand op jouw ogen leggen.
5 En staat op van . En de zonen van dragen , hun vader, en hun peuters en hun vrouwen in de wagens die zond om hem te dragen.
6 En zij nemen hun veebezit en hun goederen die zij in het land van kregen, en zij komen naar , en allen van zijn zaad met hem,
7 zijn zonen en de zonen van zijn zonen met hem, zijn dochters en de dochters van zijn zonen, en allen van zijn zaad bracht hij met zich naar .
8 En deze zijn de namen van de zonen van die naar kwamen: en zijn zonen; , de eerstgeborene van ,
9 en de zonen van : en en en ,
10 en de zonen van : en en en en en , zoon van de Kanaänitische itische,
11 en de zonen van : , en ,
12 en de zonen van : en en en en . En en sterven in het land van , en de zonen van waren en ,
13 en de zonen van : en en en ,
14 en de zonen van : en en ,
15 deze zijn de zonen van , die zij baarde voor in , en , zijn dochter. Alle zielen van zijn zonen en zijn dochters zijn drie en dertig.
16 En de zonen van zijn: en , en , en en .
17 En de zonen van zijn: en en en en , hun zuster. En de zonen van zijn: en .
18 Deze zijn de zonen van , die aan , zijn dochter, gaf. En zij baarde dezen voor , zestien zielen.
19 De zonen van , vrouw van , zijn: en .
20 En aan worden in het land van geboren. , dochter van , priester van , baarde voor hem en .
21 En de zonen van zijn: en en , en , en , en en .
22 Dezen zijn de zonen van die aan werden geboren. Alle zielen waren veertien.
23 En de zoonmv van : .
24 En de zonen van : en en en .
25 Dezen zijn de zonen van , die aan , zijn dochter, gaf. En zij baarde dezen voor . Alle zielen waren zeven.
26 Alle zielen die met naar komen, die uit zijn dij uitgingen, afgezien van de vrouwen van de zonen van , alle zielen waren zes en zestig.
27 En de zonen van die aan hem in geboren werden, waren twee zielen. Alle zielen van het huis van die naar kwamen, waren zeventig.
28 En zond voor hem tot , voor zijn aangezicht, om de weg naar te wijzen. En zij komen naar het land .
29 En spant zijn strijdwagen in en hij gaat op om , zijn vader, te ontmoeten in . En hij verschijnt voor hem en hij valt op zijn halsmv. En hij huilt lange tijd op zijn halsmv.
30 En zegt tot : "Ik sterf ditmaal nadat ik jouw gezicht heb gezien, want jij leeft nog!"
31 En zegt tot zijn broeders en tot het huis van zijn vader: "Ik zal opgaan en ik zal vertellen en ik zal tot hem zeggen: 'Mijn broeders en het huis van mijn vader, die in het land van waren, kwamen tot mij.
32 En de mannen zijn herders van kleinvee, want de mannen zijn veehouders, en hun kleinvee en hun grootvee en al wat van hen is brachten ze mee.'
33 En het gebeurt dat om jullie zal roepen en hij zegt: 'Wat zijn jullie werkzaamheden?'
34 En jullie zeggen: 'Uw dienaren zijn mannen met vee, vanaf onze jeugdmv en tot aan nu, zowel wij en ook onze vaders,' opdat jullie wonen in het land van , want elke herder van kleinvee is voor Egyptenaren een verafschuwing.
Terug naar de indexpagina
Naar Genesis 47
|
|