Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Hebreeën
Hoofdstuk 4

   
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis.
Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst.
Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)


1 Wij zullen dan bevreesd zijn, opdat niet, een belofte nagelaten wordend om binnen te komen in Zijn °stoppen, iemand vanuit jullie zal menen tekortgeschoten te hebben.
2 Want ook wij zijn, ge-evangeliseerd gebracht zijnde, net als ook diegenen. Maar het horen van het woord baat niet de samengemengd zijnde met het geloof in die horen*.
3 Wij dan, die geloven*, komen binnen in het stoppen, zoals Hij heeft uitgesproken: "Zoals Ik zweer* in Mijn °boosheid - 'Indien zij zullen binnen komen in Mijn °stoppen,'" hoewel de werken zijn gebeurd vanaf de neerwerping van de wereld. 7 Want Hij is onze Elohim en wij zijn het volk van Zijn weide en het kleinvee van Zijn hand, vandaag, indien jullie Zijn stem horen. 8 Het moet niet zo zijn dat jullie je hart verharden, zoals bij Meriba, zoals in de dag van Massa, in de wildernis, 9 waarin jullie vaders Mij beproefden en zij Mij toetsten, hoewel zij Mijn tot stand brenging zagen. 10 Veertig jaren had Ik een afkeer van deze generatie en Ik zei: "Zij zijn een volk dat afdwaalt met het hart." En zij kenden Mijn wegen niet. 11 Daarom zweer Ik in Mijn boosheid dat zij niet komen tot Mijn rustplaats! (SW)[Psalm 95:7-11] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

3

Dat de intrede in het land slechts een typerende suggestie van de werkelijkheid was, wordt duidelijk wanneer de psalmist spreekt over een toekomstige intrede. Het woord "rust" is niet een correcte weergave van het Hebreeuwse "sabbat" of van het Griekse woord dat hier wordt gebruikt. Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker was niet moe toen Hij de sabbat instelde (Gen. 2:2). Hij stopte, het was geen rusten. Daarom wordt de gelovige niet gevraagd om te rusten van zijn werken, om kracht op te doen om ze te kunnen hervatten, maar om te stoppen omdat Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker Zijn werk had voltooid.

JozuaJAH redt (in het Grieks dezelfde naam als JezusJAH redt) betekent "JAHWEH de Redder." Hij bracht hen in het land. Daarom wordt, terwijl Mozesdoen vergeten, getrokken, uit het water halen en Aäronlichtbrenger langdurig worden besproken en hun bediening in de wildernis was, JozuaJAH redt vrijwel niet genoemd. Dit laat zien hoe samenhangend deze brief vasthoudt aan Israëlstrijder van Gods ervaringen in de wildernis. Hij houdt zich niet bezig met de intrede in de beloften.


4 Want Hij heeft ergens aangaande de zevende dag zo uitgesproken: "En °Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker stopte* in de zevende °dag van al Zijn °werken." 2 En Elohim maakte in de zevende dag Zijn werk af dat Hij deed en Hij houdt in de zevende dag op met al Zijn werk dat Hij deed. (SW)[Gen. 2:2]
5 En in dit weer: "Indien zij zullen binnen komen tot in Mijn °stoppen."
6 Omdat, dan, het is overgebleven dat sommigen tot in haar binnenkomen en dat degenen die eerder het evangeliegoede bericht gebracht werden niet binnenkwamen vanwege ongezeglijkheid.
7 Weer bepaalt Hij een zekere dag. "Vandaag", in Davidgeliefde zeggend na zoveel tijd, zoals tevoren is uitgesproken: "In het geval dat jullie vandaag Zijn °stem zouden horen, zouden jullie je °harten niet verharden." 7 Want Hij is onze Elohim en wij zijn het volk van Zijn weide en het kleinvee van Zijn hand, vandaag, indien jullie Zijn stem horen. 8 Het moet niet zo zijn dat jullie je hart verharden, zoals bij Meriba, zoals in de dag van Massa, in de wildernis, (SW)[Psalm 95:7,8]
8 Want indien JozuaJAH redt hen deed stoppen*, sprak Hij na deze dingen nooit aangaande een andere dag. 7 En Mozes roept tot Jozua en hij zegt tot hem voor de ogen van heel Israël: "Wees standvastig en wees resoluut, want jij, jij zal met dit volk komen tot het land dat JAHWEH aan hun vaders zwoer om het aan hen te geven, en jij zal het aan hen als haar lotbezit geven. (SW)[Deut. 31:7]
9 Dus is een sabbatsrust overgebleven voor het volk van °Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

9

Het sabbatisme dat overbleef voor Israëlstrijder van God is het milleniale koninkrijk. Zij die, zoals Kaleb en JozuaJAH redt, het land verspiedden, en vertrouwen hadden dat Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker Zijn belofte zal vervullen, genieten het sabbatisme door geloof. Heel de rest is verspreid over de wildernis.


10 Want die binnenkomt tot in Zijn °stoppen, ook hij stopt* meteig. vanaf zijn °werken, net zoals °Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker meteig. vanaf de eigen dingen.
11 Wij zouden ons dan beijveren om binnen te komen tot in dat °stoppen, opdat niet iemand in het zelfde voorbeeld van °ongezeglijkheid zou vallen.
12 Want het woord van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker is levend en effectief en snijdender dan elk twee-snijdend zwaard en dringt door tot op deling van ziel en van geest, zowel van de verbindingen als van het merg, en is oordeelkundig van gevoelens en van gedachten van het hart. 23 opnieuw verwekt zijnde, niet vanuit vergankelijk maar van onvergankelijk zaaisel, door het levende en blijvende woord van God (SW)[1Pet. 1:23] - 2 En Hij plaatste mijn mond als een scherp zwaard; Hij verschuilde mij in de schaduw van Zijn hand en Hij plaatste mij tot een gezuiverde pijl; in Zijn pijlkoker verborg Hij mij (SW)[Jes. 49:2] - 48 Die Mij afwijst en niet Mijn °uitspraken in ontvangst neemt, heeft wat hem oordeelt. Het woord dat Ik spreek, dat zal hem in de laatste dag oordelen. (SW)[Joh. 12:48] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

12

De ziel heeft te maken met de lichamelijke zintuigen. Ze wordt gewoonlijk verward met de geest. De natie in de wildernis was ziels. Ze zuchtten om de vleespotten van Egypte (egyptisch)huis van (de god) Ptah - (koptisch) het zwarte land (t.o.v. de witte woestijn). Ze waren zinnelijk. Zo was het ook met het volk ten tijde van de dag van onze Heer, dat reageerde op de broden en de vissen, maar Zijn woorden niet kon verteren. En dit is ook het gevaar voor deze Hebreeuwse gelovigen. Ze zuchtten om de lichamelijke zegeningen van het koninkrijk. Maar toen de tekenen, die de verkondiging er van begeleidden tijdens de Pinksterperiode, teruggetrokken werden, vielen ze weg. Alleen het woord van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker is in staat te oordelen of een daad geestelijk of ziels is.


13 En er is geen schepsel dat niet verschijnt in Zijn °zicht. Alle dingen echter zijn naakt en ontbloot voor Zijn °ogen, naartoe Wie wij ons verantwoorden. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

13

"… tot Wie wij ons verantwoorden" is een indrukwekkende en suggestieve beschrijving van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker, Wiens woord elke gedachte van het hart duidelijk maakt.


14 Dan een grote Hogepriester hebbend, Die doorheen de hemelen is gekomen, JezusJAH redt, de Zoon van °Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker, zullen wij vasthouden aan de belijdenis. Daarom, heilige broeders, deelgenoten aan een hemelse roeping, beschouwt de apostel en hogepriester van onze °belijdenis, Jezus, (SW)[Hebr. 3:1] - 23 Wij zullen de belijdenis van de hoop vasthouden, onwankelbaar, want Die belooft is trouw. (SW)[Hebr. 10:23] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

14

Priesterschap is een staand symbool van afstand en vervreemding. In Eden was er geen priester. Er is in de nieuwe schepping geen tempel (Openb. 21:22). In de huidige bedeling van genade heeft een ieder, door één geest, ongehinderd toegang tot de Vader (Efe. 2:18). Het Aäronlichtbrengerische priesterschap kwam voort uit Mozesdoen vergeten, getrokken, uit het water halen’ onvermogen om alle taken van een middelaar te vervullen. Omdat ChristusGezalfde deze gebreken niet had, oefent Hij al deze taken uit die behoren bij het middelaarschap en wordt Hij zo een Priester van een andere orde. Vanaf de tijd dat er geen priester nodig was, via Melchimijn koningzedek, die zowel priester als koning was, door naar Aäronlichtbrenger was een neergaande lijn. De opgaande is via ChristusGezalfde, Die zowel Priester als Koning is, naar de laatste aion, waarin het priesterschap verdwijnt in verzoening.


15 Want wij hebben niet een Hogepriester Die niet kan meevoelen* met onze °zwakheden, maar Die beproefd is, overeenkomstig alle dingen op ons gelijkend, behalve van zonde. Daarom moest Hij in alle dingen gemaakt worden als de broeders, opdat Hij een genadevol en trouw Hogepriester zou worden in de dingen bij God, tot het vergeven van de zonden van het volk. (SW)[Hebr. 2:17]
16 Wij zullen dan met vrijmoedigheid tot de troon van de genade komen, opdat wij ontferming in ontvangst zullen nemen en wij genade zullen vinden voor goed gelegen komende hulp. 19 Hebbend dan, broeders, vrijmoedigheid voor de entree van de heilige plaatsen, in het bloed van Jezus, (SW)[Hebr. 10:19]




Terug naar de index.
Naar Hebreeën 5
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.