|
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis. Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
DE STRUCTUUR VAN HET BOEK JAKOBUS
1:1-4. | | Geduld. |
1:5-8. | | Gebed. |
1:9,10a. | |
De nederigen verhoogd - de rijken verlaagd. |
1:10b,11a. | |
Leven vergeleken met gras. |
1:11. | |
Einde van de rijken. |
1:12-16. | |
Lust. |
1:17. | |
Goede gaven van boven. |
1:18-27. | |
Gods Woord en de gevolgen. |
2:1-7. | |
Het geloof zonder partijdigheid. |
2:8. | |
De koninklijke wet. |
2:9,10. | | Mozes' wet - één overtreding breekt ze. |
2:11. | | Mozes' wet - één overtreding breekt ze. |
2:12,13. | |
De wet van vrijheid. |
2:14-26. | |
Geloof zonder werken. |
3:1-14. | |
De woorden van de mens en de gevolgen. |
3:15-18. | |
De wijsheid van boven. |
4:1-5. | |
Lust. |
4:6-10. | |
De trotse weerstaan - de nederige verhoogd. |
4:11-17. | |
Leven vergeleken met adem. |
5:1-6. | |
Einde van de rijken. |
5:7-12. | |
Geduld. |
5:13-20. | |
Gebed. |
1 , slaaf van en van de Heer, , aan de twaalf stammen, die in de verstrooiing zijn. Verheugt je!
[Commentaar]
2 Acht alles vreugde, mijn broeders, wanneer ook maar jullie in allerlei beproevingen zouden belanden,
[Commentaar]
3 wetend dat de toetsing van jullie °geloof het verduren bewerkt.
[Commentaar]
4 Laat nu het verduren een volmaakt werk hebben, opdat jullie volmaakt zullen zijn en intact, aan niets ontbrekend.
5 Indien echter bij iemand van jullie wijsheid ontbreekt, laat hem verzoeken bij de aan allen op royale wijze gevende en niet smadende , en het zal aan hem gegeven worden.
[Commentaar]
6 Maar laat hem verzoeken in geloof, aan niets twijfelend, want die twijfelt vertoont gelijkenis met de golfslag van de zee, gedreven door wind en heen en weer gegooid wordend.
7 Want laat die °mens niet gissen dat hij iets bij de Heer in ontvangst zal nemen;
8 een innerlijk verdeeld man is onbestendig in al zijn °wegen.
9 Laat echter de nederige broeder roemen in zijn °hoogte,
[Commentaar]
10 maar de rijke in zijn °vernedering, omdat hij, als een bloem van het gras, zal voorbijgaan.
11 Want de zon gaat* op, samen met de brandende hitte, en verdort* het gras; en de bloem er van valt* uit en de charme van haar °gezicht gaat verloren. Zo zal ook de rijke in zijn °gangen verwelken.
12 Gelukkig is de man die beproeving verduurt, opdat, welbeproefd wordend, hij de lauwerkrans van het leven in ontvangst zal nemen die Hij belooft* aan die Hem liefhebben.
[Commentaar]
13 Laat niemand, beproefd wordend, zeggen: "Vanaf word ik beproefd," want ° is niet te beproeven door kwaden; maar Hij Zelf beproeft niemand.
14 Ieder nu wordt beproefd door de eigen begeerte, meegetrokken wordend en gelokt wordend.
15 Daarna, bevrucht wordend, brengt de begeerte zonde voort. De zonde nu, voltrokken wordend, , drachtig, de dood.
16 Dwaalt niet, mijn broeders, geliefden!
17 Al het goede geven en alle volmaakte schenking is van boven, neerdalend vanaf de Vader van de lichten, bij Wie geen verandering aanwezig is of een wending van geworpen schaduw.
[Commentaar]
18 Besloten hebbend * Hij ons in het woord van de waarheid, opdat wij een zekere eerste vrucht van de oogst zijn* van Zijn °schepselen.
-
19 Neemt echter waar, mijn broeders, geliefden! Laat nu elk mens snel zijn in het horen*, traag in het spreken*, traag in boosheid,
20 want de boosheid van een man bewerkt geen rechtvaardigheid van .
21 Daarom: wegdoende alle vuilheid en overvloedigheid van kwaadaardigheid, ontvangt in zachtmoedigheid het ingeplante woord, dat de zielen van jullie kan redden*.
[Commentaar]
22 Wordt nu daders van het woord en niet alleen toehoorders, julliezelf misrekenend.
23 Want indien iemand toehoorder is van het woord en niet dader, dan vertoont deze gelijkenis met een man die in een spiegel het °gezicht van zijn °verwekking beschouwt.
24 want hij beschouwt* zichzelf en is weggekomen, en hij vergat onmiddellijk van welke aard het was.
25 Maar degene die bukt* om te kijken in de volmaakte wet, die van de vrijheid, en erbij blijft*, niet een vergeetachtige toehoorder wordend, maar een dader van het werk; deze zal gelukkig zijn in zijn °doen.
26 Indien iemand meent godsdienstig praktiserend te zijn* en zijn tong niet beteugelt, maar zijn °hart verleidt, van deze is de godsdienstige praktijk zinloos,
-
[Commentaar]
27 want godsdienstige praktijk, rein en onbezoedeld, dit is bij de en Vader: omzien naar wezen en weduwen in hun °verdrukking, zichzelf vlekkeloos bewarend vanaf de wereld.
Terug naar de index.
Naar Jakobus 2
|
|