|
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis. Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 Deze dingen zeggend, kwam uit, samen met Zijn °leerlingen, aan de overkant van de winterbeek de , waar ook een tuin was waarin Hij binnen kwam, Hij en Zijn °leerlingen.
[Commentaar]
[Commentaar]
2 Nu had ook , die Hem overlevert, de plaats waargenomen, omdat daar vele malen met Zijn °leerlingen werd verzameld.
3 ° dan, de legerafdeling nemend en assistenten vanuit de hogepriesters en vanuit de , komt daar met lantaarns en fakkels en wapens.
[Commentaar]
4 dan, al de dingen waargenomen hebbend die op Hem af komen, zei, uitkomend, tot hen: "Wie zoeken jullie?"
[Commentaar]
5 Zij antwoordden Hem: ", de !" ° zegt tot hen: "Ik ben het." Maar ook , die Hem overlevert, stond bij hen.
-
6 Als Hij dan tot hen zei: "Ik ben het," komen* zij weg in de ruimten achter en zij vallen* op de grond.
7 Dan stelt* Hij hen weer een vraag: "Wie zoeken jullie?" Dezen nu zeiden: ", de !"
8 antwoordde*: "Ik zei jullie dat Ik het ben. Indien jullie Mij dan zoeken, laat dezen heengaan,"
9 opdat het woord vervuld zal worden dat Hij zei: "Die U aan Mij gegeven heeft, vanuit hen verlies* Ik niemand!"
10 dan, een zwaard hebbend, trekt* het en raakt* de slaaf van de overpriester en hakt* van hem de rechter °oorlel af. En de naam van de slaaf was .
[Commentaar]
[Commentaar]
11 ° dan zei tot °: "Steek het zwaard tot in de schede! De beker die de Vader aan Mij heeft gegeven, zal Ik die niet drinken?"
[Commentaar]
12 De legerafdeling dan en de hoofdman over duizend en de assistenten van de Joden, grepen tezamen ° en zij binden* Hem,
13 en zij leidden Hem weg, eerst naar , want hij was de schoonvader van °, die de hogepriester van die °jaargang was.
-
14 Het was echter die de Joden adviseerde* dat het nuttig is één mens te laten sterven ten behoeve van het volk.
15 nu, en een andere leerling, volgde °. Die leerling nu was bekend bij de hogepriester en hij kwam samen met ° binnen tot in de hof van de hogepriester.
[Commentaar]
16 ° nu stond buiten, bij de deur. De andere °leerling, die bij de hogepriester bekend was, kwam naar buiten en hij zei iets tot de deurwachtster en hij leidde ° naar binnen.
17 Dan zegt het dienstmeisje, de deurwachtster, tot °: "Ben jij ook niet vanuit de leerlingen van deze °mens?" Hij zegt: "Die ben ik niet!"
[Commentaar]
18 Maar ook de slaven en de assistenten stonden daar, een houtskoolvuur gemaakt hebbend, omdat het koud was, en zij warmden zich. Nu was ook ° bij hen, staande en zich warmend.
[Commentaar]
19 De hogepriester dan vraagt* ° aangaande Zijn °leerlingen en aangaande Zijn °onderwijs.
[Commentaar]
20 En ° antwoordde hem: "Ik heb in vrijmoedigheid tot de wereld gesproken. Altijd onderwijs* Ik in de synagoge en in de gewijde plaats, waar ook al de Joden samenkomen. En in het verborgene spreek* Ik niets.
-
21 Waarom vraagt u Mij? Stel een vraag aan die gehoord hebben wat Ik tot hen spreek*. Neem waar, dezen hebben waargenomen wat Ik zei."
22 Terwijl Hij deze dingen nu zei geeft* één van de assistenten, die er bij staat, aan ° een slag in het gezicht, zeggend: "Antwoordt u zó de hogepriester?"
23 antwoordde hem: "Indien Ik op kwalijke wijze spreek*, geef getuigenis aangaande het kwaad, maar indien op ideale wijze, waarom ranselt u Mij?"
24 Dan vaardigt* ° Hem, gebonden zijnde, af naar , de hogepriester.
[Commentaar]
25 nu stond en warmde zich. Zij dan zeiden tot hem: "Ben jij toch ook niet vanuit zijn °leerlingen?" Deze ontkent* en zei: "Ik ben het niet."
[Commentaar]
26 Eén vanuit de slaven van de hogepriester, verwant zijnde aan die de oorschelp afhakt*, zegt: "Nam ik jou niet waar in de tuin, met hem?"
27 Dan ontkent* weer en onmiddellijk kraait* een haan.
28 Zij dan leiden ° vanaf tot in het pretorium1). Het was nu vroeg in de morgen en zij kwamen niet binnen tot in het pretorium1), opdat zij niet verontreinigd zullen worden, maar dat zij het zullen eten.
[Commentaar]
[Commentaar]
29 ° dan kwam naar buiten, naar hen toe, en zegt met nadruk: "Welke beschuldiging brengen jullie tegen deze °mens?"
[Commentaar]
30 Zij antwoordden en zeiden tot hem: "Indien deze man geen kwaad aan het doen was, leverden* wij hem nooit aan u over."
31 ° dan zei tot hen: "Nemen jullie hem en oordeelt hem overeenkomstig jullie °wet!" De Joden zeiden tot hem: "Het is ons niet geoorloofd iemand te doden*,"
32 opdat het woord van ° vervuld zal worden, dat Hij zei, aanduidend welke dood Hij op het punt stond te sterven.
33 ° dan kwam weer binnen tot in het pretorium1) en hij ontbiedt* ° en zei tot Hem: "Bent u de koning van de Joden?"
[Commentaar]
34 ° antwoordde hem: "Zegt u dit vanaf uzelf, of zeiden anderen tot u aangaande Mij?"
35 ° antwoordde: "Ik ben toch geen Jood! Uw °natie en de hogepriesters leveren* u aan mij over. Wat doet* u?"
36 antwoordde: "°Mijn °koninkrijk is niet vanuit deze °wereld. Indien °Mijn °koninkrijk vanuit deze °wereld was, streden ook Mijn °assistenten voor Mij, opdat Ik nooit overgeleverd zal worden aan de Joden. Maar nu is °Mijn °koninkrijk niet van hier."
[Commentaar]
37 ° dan zei tot Hem: "Bent u dan geen koning?" ° antwoordde: "U zegt dat Ik koning ben. Hiertoe ben Ik ook geboren en hiertoe ben Ik ook tot in de wereld gekomen, opdat Ik voor de waarheid getuigenis zou geven. Iedereen die vanuit de waarheid is, hoort Mijn °stem."
-
-
[Commentaar]
38 ° zegt tot Hem: "Wat is waarheid?" En dit zeggend kwam hij weer naar buiten, naar de Joden toe, en zegt tot hen: "Ik vind in hem geen enkele reden!
[Commentaar]
39 Nu is het jullie traditie dat ik voor jullie één zou vrijlaten in het . Zijn jullie dan van plan dat ik voor jullie de koning van de Joden zou vrijlaten?"
40 Zij dan roepen weer, luidkeels, allen zeggend: "Toch niet deze, maar °!" ° nu was rover.
[Commentaar]
1) Pretorium. Het gebouw waar de Romeinse stadhouder zitting hield.
Terug naar de index.
Naar Johannes 19
|
|