|
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis. Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 Op dat moment dan nam ° ° en hij geselt* Hem.
[Commentaar]
[Commentaar]
2 En de soldaten, een lauwerkrans vlechtend* vanuit dorens, plaatsen* die op Zijn °hoofd. En zij omhulden Hem met purperen bovenkleding.
3 En zij kwamen naar Hem toe en zij zeiden: "Verheug je, °koning van de Joden!" En zij geven* Hem slagen in het gezicht.
4 En ° kwam weer naar buiten en zegt tot hen: "Neem waar, ik leid hem naar buiten, voor jullie, opdat jullie zullen weten dat ik geen enkele reden in hem vind."
5 ° dan kwam naar buiten, de doornige lauwerkrans en de purperen bovenkleding dragend. En hij zegt tot hen: "Neem waar, de mens!"
6 Toen dan de hogepriesters en de assistenten Hem waarnamen, roepen* zij luidkeels, zeggend: "Kruisig, kruisig hem!". En ° zegt tot hen: "Nemen jullie hem en kruisigt hem, want ik vind in hem geen reden."
7 De Joden antwoordden hem: "Wij hebben een wet en overeenkomstig onze °wet is hij verschuldigd te sterven, omdat hij zichzelf Zoon van maakt*."
-
[Commentaar]
8 Wanneer dan ° dit °woord hoort*, werd hij veeleer bevreesd*.
[Commentaar]
9 En hij kwam weer binnen tot in het pretorium en hij zegt tot °: "Van waar bent u?" Maar ° geeft* hem geen antwoord.
10 ° dan zegt tot Hem: "U spreekt niet tot mij? Heeft u niet waargenomen dat ik autoriteit heb u vrij te laten* en ik autoriteit heb u te kruisigen*?"
11 ° antwoordde hem: "U heeft geen enkele autoriteit tegen Mij indien het niet van boven aan u was gegeven. Vanwege dit heeft die Mij aan u overlevert grotere zonde."
12 Vanuit dit zocht ° Hem vrij te laten. Maar de Joden riepen luidkeels, zeggend: "In het geval dat u deze vrij zou laten bent u niet een vriend van de keizer. Elke die zichzelf koning maakt, spreekt de keizer tegen!"
[Commentaar]
13 ° dan, deze °woorden horend*, leidde ° naar buiten. En hij gaat zitten* op een podium in een plaats genaamd Plaveisel, in het Hebreeuws echter .
14 Het was nu Voorbereiding van het , het was ongeveer het derde uur en hij zegt tot de Joden: "Neem waar, jullie °koning!"
[Commentaar]
15 Maar dezen dan roepen* luidkeels: "Neem hem weg, neem hem weg! Kruisig hem!" ° zegt tot hen: "Zal ik jullie °koning kruisigen?" De hogepriesters antwoordden: "Wij hebben geen koning dan de keizer!"
16 Op dat moment dan levert* hij Hem aan hen over, opdat Hij gekruisigd zal worden. Zij dan namen ° mee en zij leidden Hem weg.
[Commentaar]
17 En voor Zichzelf het kruis dragend, kwam Hij uit tot in wat Schedelplaats wordt genoemd, wat in het Hebreeuws wordt genoemd,
[Commentaar]
18 waar zij Hem ook kruisigen* en met Hem twee anderen, hier vandaan en daar vandaan, maar ° in het midden.
19 ° nu schrijft* ook een opschrift en hij plaatst* dit op het kruis. Er was nu geschreven: ", de , de koning van de Joden."
20 Dit °opschrift dan lezen* velen van de Joden, omdat waar ° gekruisigd* werd, dicht bij de plaats van de stad1) was, en het was geschreven in het Hebreeuws, in het Latijn en in het Grieks.
21 De hogepriesters van de Joden dan zeiden tot °: "Schrijf toch niet 'de koning van de Joden', maar dat deze zei: 'Ik ben koning van de Joden.'"
22 ° antwoordde: "Wat ik heb geschreven, heb ik geschreven."
23 De soldaten dan, wanneer zij ° kruisigen*, namen Zijn °bovenkleding en zij maken* vier delen, voor iedere soldaat een deel, en het onderkleed. Het onderkleed nu was zonder naad, als één geheel vanuit boven geweven.
[Commentaar]
24 Zij dan zeiden tot elkaar: "Wij zouden dit niet scheuren, maar wij zullen er het lot over laten vallen van wie het zal zijn," opdat het Geschrift vervuld zal worden, dat zegt: "Zij verdelen* Mijn °bovenkleding voor zichzelf en over Mijn °kledij wierpen zij het lot." En inderdaad doen* de soldaten dan deze dingen.
[Commentaar]
25 Nu stonden bij het kruis van ° Zijn °moeder en de zuster van Zijn °moeder, van , en de .
[Commentaar]
26 dan, Zijn °moeder waarnemend en de leerling die Hij liefhad er bij staande, zegt tot Zijn °moeder: "Vrouw, neem waar, uw °zoon!"
27 Daarna zegt Hij tot de leerling: "Neem waar, jouw °moeder!" En vanaf dat °uur nam de leerling haar tot in de eigen dingen.
28 Hierna zegt °, waargenomen hebbend dat reeds alles tot een einde gebracht is, opdat het Geschrift tot volmaaktheid gebracht zal worden: "Ik heb dorst."
[Commentaar]
[Commentaar]
29 Nu lag daar een gebruiksvoorwerp barstensvol zure wijn. Een spons op een hysopstengel plaatsend, barstensvol zure wijn, bieden* zij die aan aan Zijn °mond.
30 Toen dan ° de zure wijn nam, zei Hij: "Het is tot een einde gebracht!" En het hoofd neigend* levert* Hij de geest over.
[Commentaar]
31 De Joden dan, omdat het Voorbereiding was, opdat de lichamen niet aan het kruis zouden blijven in de sabbat, want de dag van die °sabbat was groot, vragen* ° dat zij van hen de benen zullen kapotbreken en zij weggenomen zullen worden.
[Commentaar]
32 De soldaten dan kwamen en breken* inderdaad de benen van de eerste kapot en van de andere, van die met Hem meegekruisigd worden.
[Commentaar]
33 Maar bij ° komend, als zij waarnamen dat Hij reeds gestorven is, en breken* zij Zijn °benen niet kapot.
34 Maar één van de soldaten priemt* Zijn °zijde met de lanspunt en meteen kwam er bloed en water uit.
35 En die gezien heeft heeft getuigenis gegeven en zijn °getuigenverklaring is waarachtig. En deze heeft waargenomen dat hij ware dingen zegt, opdat ook jullie zouden geloven.
36 Want deze dingen gebeurden* opdat het Geschrift vervuld zal worden: "Zijn bot zal niet verbrijzeld worden."
[Commentaar]
37 En weer een ander Geschrift zegt: "Zij zullen zien tot in Die zij doorsteken*."
[Commentaar]
38 Na deze dingen nu vraagt* van , leerling van ° zijnde, maar verborgen zijnde vanwege de vrees voor de Joden, aan ° opdat hij het lichaam van ° zou wegnemen. En ° staat* het toe. Hij dan kwam en neemt* Zijn °lichaam weg.
[Commentaar]
[Commentaar]
39 Ook nu (die eerst tot Hem kwam in de nacht) kwam, een mengsel van mirre en aloë brengend, ongeveer honderd ponden.
40 Zij dan namen het lichaam van ° en zij binden* het met de specerijen in linnen windsels, zoals gebruik is bij de Joden om ter aarde te bestellen.
41 Nu was er in de plaats waar Hij ook gekruisigd werd een tuin en in de tuin een nieuw grafgewelf, waarin tot nu toe nog niemand geplaatst was.
42 Daar dan, vanwege de Voorbereiding van de Joden, omdat het grafgewelf nabij was, plaatsen* zij °.
NOTEN:
1) Plaats van de stad. Voor "plaats" heeft het Grieks hier "topos". Als we in Handelingen 6:13 en 14 het woord "plaats" vervangen door "topos", dan zien we wat er wordt bedoeld met "plaats/topos".
"13 Daarbij staan valse getuigen, zeggend: "Deze mens houdt niet op uitspraken te spreken tegen deze heilige topos en de wet.
14 Want wij hebben hem horen zeggen dat de deze topos zal vernietigen en de gewoonten zal veranderen die aan ons overgeeft".
De topos is duidelijk de tempel in de stad Jeruzalem.
Maar er is meer:
In Handelingen 21:28 wordt beschuldigd door een paar Joden:
"Mannen! ieten! Helpt! Dit is de mens, de tegen het volk en de wet en deze topos, allen overal lerende. Trouwens: het is nog erger! Hij leidde ook Grieken de gewijde plaats binnen en heeft deze heilige topos ontwijdt."
In 4:20 noemt de vrouw de tempel een "topos".
"Onze vaders aanbidden op deze berg en jullie zeggen dat in Jeruzalem de topos is waar het bindend is te aanbidden."
De "plaats van de stad" was de tempel.
Terug naar de index.
Naar Johannes 20
|
|