|
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis. Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 In de één van de sabbatten nu komt , de , vroeg in de morgen, terwijl het nog donker is, bij het grafgewelf en zij bekijkt de steen, weggenomen zijnde vanaf de deur vanuit het grafgewelf.
[Commentaar]
2 Dan rent zij en komt naar toe en bij de andere leerling, van wie ° veel hield, en zij zegt tot hen: "Zij namen* de Heer weg uit het grafgewelf en wij hebben niet waargenomen waar zij Hem plaatsten*."
[Commentaar]
3 ° dan kwam naar buiten, en de andere leerling, en zij kwamen tot in het grafgewelf.
4 De twee nu renden tezamen en de andere leerling rende loopt* vooruit, sneller dan °, en kwam als eerste tot in het grafgewelf.
5 En bukkend* om te kijken, bekijkt hij de linnen windsels, daar liggend. Hij kwam niettemin niet binnen.
6 Dan komt ook , hem volgend, en hij kwam binnen tot in het grafgewelf en hij aanschouwt de linnen windsels, die daar liggen;
[Commentaar]
7 en de zweetdoek, die op Zijn °hoofd was, lag niet bij de linnen windsels, maar los er van, in een rol gewikkeld, op één plaats.
8 Op dat moment dan kwam ook de andere leerling, die het eerst kwam, tot in het grafgewelf. En hij nam waar en hij gelooft*,
[Commentaar]
9 want tot nu toe hadden zij niet het Geschrift waargenomen, dat het voor Hem bindend is op te staan* vanuit de doden.
10 De leerlingen dan kwamen weer weg naar hun eigen plaats.
11 echter stond buiten bij het grafgewelf, huilend. Als zij dan huilde, bukt* zij om tot in het grafgewelf te kijken,
[Commentaar]
[Commentaar]
12 en zij aanschouwt twee boodschappers in witte kleren, gezeten, één aan het hoofd en één aan de voeten waar ook het lichaam van ° lag.
13 En dezen zeggen tot haar: "Vrouw, waarom huil je?" Zij zegt tot hen: "Zij namen* mijn °Heer weg en ik heb niet waargenomen waar zij Hem plaatsten*."
14 Deze dingen zeggend, keerde* zij zich tot in de ruimten achter en zij aanschouwt °, staande. En zij had niet waargenomen dat het is.
15 ° zegt tot haar: "Vrouw, waarom huil je, wie zoek je?" Deze, menend dat Hij de tuinman is, zegt tot Hem: "Heer, indien u Hem wegdroeg*, zeg mij waar u Hem plaatste* en ik zal Hem wegnemen."
16 ° zegt tot haar: "!" Deze nu, zich kerend, zegt tot Hem in het Hebreeuws: "Rabboeni!", wat wil zeggen: "Leraar!"
[Commentaar]
17 ° zegt tot haar: "Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet omhoog gegaan naar Mijn °Vader. Ga nu naar Mijn °broeders toe en zeg tot hen: 'Neem waar, Ik ga omhoog naar Mijn °Vader en jullie Vader en Mijn en jullie .'"
[Commentaar]
18 , de , komt, aan de leerlingen berichtend: "Ik heb de Heer gezien!" en deze dingen die Hij tot haar zei.
19 Het was dan de avond in die °dag, in de één van de sabbatten en de deuren waren gesloten waar ook de leerlingen verzameld zijn, vanwege de vrees voor de Joden. ° kwam en stond* in het midden en Hij zegt tot hen: "Vrede met jullie!"
-
[Commentaar]
20 En dit zeggend, toont* Hij aan hen ook de handen en de zijde. De leerlingen dan verheugden zich, de Heer waarnemend.
-
21 ° dan zei weer tot hen: "Vrede met jullie! Zoals de Vader Mij heeft afgevaardigd, zo zend Ik ook jullie."
22 En dit zeggend, ademt* Hij op hen en Hij zegt tot hen: "Neemt heilige geest in ontvangst!
[Commentaar]
23 In het geval dat jullie van iemand de zonden zullen laten gaan, zijn ze aan hen losgelaten. In het geval dat jullie ze zullen houden, zullen ze gehouden zijn.
[Commentaar]
24 nu, één vanuit de twaalf, die genoemd wordt, was niet met hen toen ° kwam.
25 De andere leerlingen dan zeiden tot hem: "Wij hebben de Heer gezien!" Maar deze zei tot hen: "In het geval dat ik niet het litteken van de spijkers in Zijn °handen zal waarnemen, en ik mijn °vinger niet tot in het litteken van de spijkers zou steken en ik mijn °hand niet tot in Zijn °zijde zou steken, zal ik het niet geloven."
26 En na acht dagen waren Zijn °leerlingen weer binnen en was met hen. De deuren gesloten zijnde, komt ° en Hij stond in het midden en Hij zei: "Vrede met jullie!"
27 Daarna zegt Hij tot °: "Breng jouw °vinger hier en neem Mijn °handen waar en breng jouw °hand en werp die tot in Mijn °zijde en word niet ongelovig, maar gelovig."
[Commentaar]
28 En ° antwoordde en zei tot Hem: "Mijn °Heer en mijn °!"
29 ° nu zegt tot hem: "Omdat jij Mij gezien hebt heb jij geloofd. Gelukkig zijn zij die niet waarnemen en geloven*.
30 ° dan doet* inderdaad ook vele andere tekenen in het zicht van Zijn °leerlingen, die niet zijn geschreven in deze °boekrol.
31 Deze dingen nu zijn geschreven opdat jullie zouden geloven dat de is, de Zoon van °, opdat jullie, gelovend, aionisch leven zullen hebben in Zijn °naam.
[Commentaar]
Terug naar de index.
Naar Johannes 21
|
|