Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Johannes
Hoofdstuk 4

   
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst.
Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)


1 Als dan de Heer wist dat de Farizeeënafgescheidenen horen dat JezusJAH redt meer leerlingen maakt en doopt dan JohannesJAH is genadig, 22 Na deze dingen kwam °Jezus met Zijn °leerlingen tot in het land °Judea. En daar vertoefde Hij met hen en doopte. 23 Nu was ook Johannes aan het dopen in Enon, nabij °Salim, omdat daar veel water was. En zij kwamen aan en werden gedoopt, 24 want °Johannes was nog niet tot in de cel geworpen. 25 Toen kwam er een kwestie vanuit de leerlingen van Johannes met een Jood, aangaande reiniging. 26 En zij kwamen naar Johannes toe en zeiden tot hem: "Rabbi, Die met u was aan de overkant van de Jordaan, voor Wie u getuigenis heeft gegeven, neem waar, Deze doopt en allen komen naar Hem toe!" (SW)[Joh. 3:22-26]
2 (hoewel JezusJAH redt weliswaar zelf niet doopte, maar Zijn °leerlingen)
3 verlaat* Hij °Judeade landstreek waar de stam van Juda woonde en kwam weer weg tot in °Galileakring.
4 Het was echter bindend voor Hem doorheen °Samariawaker te komen. Deze °twaalf vaardigt Jezus af, hen opdracht gevend, zeggend: "Op de weg van de naties zullen jullie niet voortgaan en tot in een stad van Samaritanen zullen jullie niet binnen gaan, (SW)[Matt. 10:5] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

4

Hij moest door Samariawaker gaan. Dit is de dwang van genade, want Samariawaker had maar een kleine aanspraak op Zijn aandacht. Het zeventiende hoofdstuk van 2 Koningen laat ons zien wat een gemengd ras ze waren, en hoe ongeneeslijk afgodisch. Ze hadden zich nooit geconformeerd aan het goddelijk ritueel. De Joden hadden geen omgang met hen. Het verbaast ons dan ook niet dat de Heer een uitgestoten vrouw ontmoet bij de Jakobhielenlichtersbron.

Nicodemusvolksoverwinnaar was te trots om de Heer bij daglicht te bezoeken. De vrouw was te beschaamd om de bron in de avond te bezoeken, wanneer alle andere vrouwen kwamen. Daarom verduurt ze de hitte van de middagzon om hun beledigingen te vermijden. Nicodemusvolksoverwinnaar bood de Heer geen verfrissing aan. De vrouw dacht dat ze Hem er geen kon geven. Maar het is van zondaars, niet de zelf-rechtvaardigen, dat Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker Zijn vreugde afleidt.

Deze scene veronderstelt een schitterende gedachte. De Heer presenteert eerst Zijn behoefte, en dan de hare. Dit is de echte volgorde. Het is bovenal Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker Die dorst heeft. Hij verlangt naar de aanhankelijke gemeenschap met Zijn schepselen en heeft die nodig. Hij wilde niet buigen om Zijn verlangens bekend te maken aan de hooghartige Farizeeërafgescheidene, maar bij de vernederde verstotene aarzelt Hij niet, ook al werd het als een schande beschouwd om in zulke omstandigheden met een vrouw te spreken.


5 Hij komt dan in een stad van Samariawaker genaamd Sichardronken, dichtbij het stuk grond dat Jakobhielenlichter geeft* aan JozefHij (God) vermeerdere (het aantal kinderen na dit kind), zijn °zoon. 19 En hij verwerft een portie van het veld, waarop hij daar zijn tent spande, uit de handen van de zonen van Hemor, de vader van Sichem, voor honderd kesita. (SW)[Gen. 33:19]
6 Daar nu was een bron van Jakobhielenlichter. °JezusJAH redt dan, vermoeid zijnde vaneig. vanuit het gaan over de weg, was zo gezeten bij de bron. Het was ongeveer het zesde uur.
7 Een zekere vrouw uit Samariawaker komt om water te putten*. °JezusJAH redt zegt tot haar: "Geef Mij te drinken,"
8 want Zijn °leerlingen waren weggekomen tot in de stad, opdat zij voedsels zouden kopen.
9 De Samaritaanse °vrouw dan zegt tot Hem: "Hoe verzoekt u, Jood zijnde, van mij te drinken, een Samaritaanse vrouw zijnde?" (want Joden gaan met Samaritanenmensen uit de landstreek Samaria niet om). 52 En Hij vaardigt boodschappers voor Zich uit. En gegaan zijnde, kwamen zij in een dorp van de Samaritanen, om voor Hem gereed te maken. 53 En zij ontvangen Hem niet, want Zijn gezicht was gaande tot in Jeruzalem. (SW)[Luc. 9:52,53]
10 JezusJAH redt antwoordde en zei tot haar: "Indien jij het geschenk van °Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker had waargenomen en Wie het is Die tot jou zegt: 'Geef Mij te drinken,' zou jij Hem ooit verzoeken* en Hij geeft* jou ooit levend water!" En Hij zei tot mij: "Ik ben de Alfa en de Omega geworden, het Begin en het Einde. Ik zal aan die dorst heeft om niet water geven vanuit de bron van het leven. (SW)[Openb. 21:6]
11 De vrouw zegt tot Hem: "Heer, u heeft geen put-emmer en de waterput is diep. Waarvandaan heeft u het levende °water? [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

11

Net als Nicodemusvolksoverwinnaar slaagde ze er niet in de diepte van de beeldspraak te vinden. Aangezien lichamelijk leven afhankelijk is van water, wordt geestelijk leven onderhouden door de Geest en het woord van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker. Wij zijn zo gewend aan een voldoende voorraad water, dat de kracht van het beeld voor ons grotendeels verloren gaat. In het droge oosten kent de dorstige reiziger iets van de vreugde van een slok puur water. Daar draagt de beroepswaterverkoper een poreuze kan van aardewerk, die het water koel houdt door verdamping, en twee rinkelende bekers, waarin hij het aan de klanten serveert, terwijl hij roepend voortgaat (Jes. 55:1). Een bron was een rijk bezit. Ze kosten vaak veel werk en waren erg diep. Een hele stad kon voor het overleven afhankelijk zijn van zo’n bron.

Maar een lichamelijk beeld van geestelijke werkelijkheden schiet altijd tekort. Jakobhielenlichters bron was een diepe bron. Er was geen windas of een emmer. Reizigers werden geacht hun eigen lederen emmers mee te brengen. Maar de Heer en Zijn discipelen waren niet voorzien van zulk een gemak. Dit was maar goed ook, want het gaf Hem een goed excuus om de strakke etiquette te doorbreken die een man verbood met een vreemde vrouw te spreken.

Hoe anders is de geest die Hij uitdeelt! Het is een artesische bron die opwelt en overvloeit met zegen voor allen die rondom zijn. Het is niet nodig om te tappen of een emmer te hebben die een kleine hoeveelheid naar boven brengt. Het is niet nodig om een lange afstand te lopen met grote waterkruiken! De geest is van binnen en wordt een stroom die doorstroomt naar anderen.


12 U bent toch niet groter dan onze °vader Jakobhielenlichter, die aan ons de waterput geeft*. En hij dronk er zelf uit en zijn °zonen en wat van hem gevoed wordt." U bent toch niet groter dan onze °vader Abraham, die stierf? Ook de profeten stierven. Wie maakt u uzelf?"(SW)[Joh. 8:53]
13 JezusJAH redt antwoordde en zei tot haar: "Iedereen die van dit water drinkt zal weer dorst hebben,
14 maar wie ook maar zal drinken vanuit het water dat Ik aan hem zal geven, zal geen dorst hebben tot in de aion. Maar het water dat Ik aan hem zal geven zal in hem een bron van water worden, ontspringend tot in aionisch leven." °Jezus dan zei tot hen: "Ik ben het brood van het leven. Die naar Mij toe komt zou zeker geen honger hebben en die in Mij gelooft zal zeker niet meer dorst hebben.(SW)[Joh. 6:35]
15 De vrouw zegt tot Hem: "Heer, geef aan mij dit °water, opdat ik geen dorst zal hebben, noch in deze plaats hoef te komen om te putten."
16 °JezusJAH redt zegt tot haar: "Ga heen, ontbied jouw °man en kom in deze plaats."
17 De vrouw antwoordde en zei tot Hem: "Ik heb geen man." °JezusJAH redt zegt tot haar: "Jij zei op ideale wijze: 'Ik heb geen man,'
18 want jij hebt vijf mannen gehad en die je nu hebt, is jouw man niet. Dit heb jij waar uitgesproken."
19 De vrouw zegt tot Hem: "Heer, ik aanschouw dat U een profeet bent! En pogend Hem vast te nemen, waren zij bevreesd voor de scharen, aangezien zij Hem voor een profeet hielden. (SW)[Matt. 21:46] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

19

De oude tegenstelling tussen Jeruzalemstad van (de god) Salem - vredestichter en Samariawaker was zeer bitter en hield verband met de juiste plaats van aanbidding. Natuurlijk had Jeruzalemstad van (de god) Salem - vredestichter het bij het rechte eind en had Samariawaker het fout, want Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker had de stad van Davidgeliefde gekozen voor Zijn verblijfplaats. Maar nu worden we geconfronteerd met de vreemde tegenstelling dat, terwijl Hij afgoderij vond in te tempel in Jeruzalemstad van (de god) Salem - vredestichter, Hij ware verering vindt in Samariawaker! Wij zouden naar het magnifieke ritueel in Jeruzalemstad van (de god) Salem - vredestichter gaan om pure aanbidding te vinden; wij zouden naar het rebellerende heiligdom in Samariawaker gaan om afgoderij te vinden. Maar Hij niet!

Hetzelfde is waar voor de boodschap van onze Heer. Wij zouden een nieuwe geboorte van de morele uitgestotene hebben geëist en de aard van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker hebben bediscussieerd en hebben aanbeden met de religieuze Jood. Maar Hij, met wijsheid van boven, staat op wedergeboorte wanneer Hij omgaat met de respectabele religionist, en onthult Zijn geestelijke geheimen aan de moreel melaatse van Samariawaker.


20 Onze °vaders aanbidden* op deze °berg en jullie zeggen dat in Jeruzalemstad van (de god) Salem - vredestichter de plaats is waar het ook bindend is te aanbidden." 29 Wanneer het gebeurt dat JAHWEH, jouw Elohim, jou brengt naar het land, waarin jij binnenkomt om het te pachten, dan geef jij de zegen op de berg Gerizim en de vloekuitspreking op de berg Ebal. (SW)[Deut. 11:29] - 1 Een lied van de opgangen. Van David. Ik verheug mij in die tot mij zeggen: "Wij zullen naar het huis van JAHWEH gaan. 2 Onze voeten staan in jouw poorten, Jeruzalem." 3 Jeruzalem, dat gebouwd is als een stad die met haarzelf is samengevoegd. 4 Waar de stammen opgaan, de stammen van JAH, een getuigenis voor Israël, om de Naam van JAHWEH toe te juichen. 5 Want daar zijn de oordeelstronen gesitueerd, de tronen voor het huis van David. (SW)[Psalm 122:1-5]
21 °JezusJAH redt zegt tot haar: "Geloof Mij, vrouw, dat een uur komt wanneer noch op deze °berg, noch in Jeruzalemstad van (de god) Salem - vredestichter, jullie de Vader zullen aanbidden.
22 Jullie aanbidden wat jullie niet waargenomen hebben. Wij aanbidden wat wij waargenomen hebben, dat de redding vanuit de Joden is. aangaande Zijn °Zoon, Die voortkomt vanuit het zaad van David, overeenkomstig het vlees,(SW)[Rom. 1:3]
23 Maar het uur komt, en is nu, wanneer de waarachtige aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en ook in waarheid, want de Vader zoekt zulken die Hem aanbidden.
24 °Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker is geest en voor die Hem aanbidden is het bindend te aanbidden in geest en in waarheid." Nu, de Heer is de geest en waar de geest van de Heer is, is vrijheid. (SW)[2Kor. 3:17] - want wij zijn de besnijdenis, degenen die in geest van God dienen en roemen in Christus Jezus en niet in vlees vertrouwd hebben; (SW)[Filip. 3:3] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

24

Echte aanbidding is niet een zaak van plaats of ritueel, maar moet overeenkomen met het Onderwerp er van, Die geest is. In de huidige era van genade, aanbidden we Hem waar en wanneer we willen, en Hij verwaardigt Zich in ons te verblijven. Hartelijke bewondering wordt gehinderd door vormen en ingestelde ceremonieën. Gebed dat vrijelijk voortvloeit, lofprijzing die spontaan uitgegoten wordt, smeking die de banden van afspraken en precedent doorbreekt betekenen meer voor Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker dan herhaalde verzoeken, zoals een gebedswiel, ondersteund door gebruik en gewoonte. De religieuze "oefeningen" van het Christendom zijn als de offers van weleer, die Hij niet kon verdragen, Laten we niet met onze lippen naderen, wanneer onze harten ver van Hem zijn.


25 De vrouw zegt tot Hem: "Wij hebben waargenomen dat de MessiasGezalfde komt, Die ChristusGezalfde genoemd wordt. Wanneer ook maar Hij zal komen zal Hij ons alles verkondigen." Hij leidde hem naar °Jezus toe. Hem aankijkend zei °Jezus: "Jij bent Simon, de zoon van Johannes. Jij zal Kefas genoemd worden" (dat is, vertaald, Petrus).(SW)[Joh. 1:42] - De Erbij-geroepene nu, de geest, de heilige, welke de Vader in Mijn °naam zal zenden, Deze zal jullie allen onderwijzen, en zal jullie alles in herinnering brengen wat Ik tot jullie zei. (SW)[Joh, 14:26]
26 °JezusJAH redt zegt tot haar: "Ik ben het, Die met jou spreekt." 61 ° Jezus nu was stil en antwoordde op niets. Weer stelde de hogepriester Hem een vraag en zegt tot Hem: "Bent u de Christus, de Zoon van °God, de Gezegende?" 62 °Jezus nu zei: "Ik ben het, en jullie zullen de Zoon van de mens zien, zittend aan de rechter van de Mracht en komend met de wolken van de hemel." (SW)[Marc. 14:61,62]
27 En op dit moment kwamen Zijn °leerlingen en zij verwonderden zich dat Hij met de vrouw sprak. Niettemin zei niemand tot Hem: "Wat zoekt u?" of "Waarom spreekt U met haar?" [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

27

In de strakke etiquette van het oosten was het niet juist voor een man om tot een vrouw te spreken. Alleen een excuus als een slok water maakte het mogelijk dat Hij haar sowieso aan kon spreken.


28 De vrouw dan laat* haar °watervat los en zij kwam weg tot in de stad en zegt tot de mensen: [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

28

De vruchtbaarheid van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikkers genade schijnt door in dit verhaal. Haar nood was groot en het werd de maat van haar verzadiging. Nicodemusvolksoverwinnaar kende weinig gebrek en voelde geen weerhouding om zijn blijdschap aan zijn vrienden en buren te vertellen. We weten van niemand die door zijn inspanningen werd bereikt. Maar deze arme vrouw is zo gevuld met blijdschap dat ze vergat hoe haar boodschap weerspiegelde op haar eigen trieste leven. Hier was een Man Die heel haar vuile verleden kende, en toch ontvluchtte ze Hem niet! Zijn genade had haar hart gevangen en vulde het meer dan vol. Ze moet haar blijdschap met anderen delen. Haar vurigheid was besmettelijk. De mannen van de stad morden niet over de moraal van de boodschapper, maar verwonderden zich over haar boodschap. Ze vroeg hen niet haar te geloven, maar drong er bij hen op aan om mee te komen en Hem te horen. Dat zijn de gezegende gevolgen wanneer genade groeit in het vruchtbare veld van zonde.


29 "Komt hier! Neemt waar, een Mens Die tot mij alles zei zoveel als ik doe*. Is Deze toch niet de ChristusGezalfde?" En al de scharen waren buiten zichzelf en zeiden: "Is deze niet de Zoon van David?" (SW)[Matt. 12:23]
30 Zij dan kwamen uit vanuit stad en zij kwamen naar Hem toe. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

31

Misschien is wel het meest opmerkelijke gevolg van deze prachtige ontmoeting de tevredenheid die het ChristusGezalfde bracht. En dit wordt nog verbazingwekkender wanneer we inzien dat dit het indirecte gevolg is van de meest vuile van alle zonden. Doorheen Zijn bediening legde Hij de nadruk op het feit dat zondaars een noodzakelijke onderdeel waren voor Zijn boodschap van liefde en genade, maar dit schijnt in deze zelf-rechtvaardige generatie niet opgemerkt te zijn. Zonde is een noodzakelijke factor in de onthulling van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker aan de mens en indirect essentieel voor de bevrediging van Zijn liefde. Liefde kan niet uitgestort worden over hen die ze verdienen. Maar onverdiende zijn veronderstelt zonden en de hele santenkraam van kwaden.

Er kan geen Redder zijn zonder een zondaar, geen Genezer zonder ziekte, geen Rechtvaardiger zonder onrechtvaardigheid, geen Verzoener tenzij er eerst vijandschap is. Laten we genieten van de grote bevrediging van het weten dat de kwade invloeden in de wereld niet slechts onder de controle van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker staan, zodat zij niet buiten de grenzen kunnen komen, maar dat hun beperkte uitoefening het meest krachtige ingrediënt levert, niet alleen in de ultieme gelukzaligheid van Zijn schepselen, maar in die van de Schepper.


31 In de tussentijd echter vroegen de leerlingen Hem, zeggend: "RabbiLeraar of meester, eet!"
32 Maar Hij zei tot hen: "Ik heb spijziging te eten die jullie niet waargenomen hebben."
33 De leerlingen dan zeiden onder elkaar: "Niemand brengt* Hem toch iets te eten?"
34 °JezusJAH redt zegt tot hen: "Mijn spijs is opdat Ik de wil zou doen van Die Mij zendt* en dat Ik Zijn °werk tot volmaaktheid zou brengen. 8 Ik schep behagen in doen wat U welgevallig is, mijn Elohim; en Uw wet is midden in mijn inwendige delen (SW)[Psalm 40:8] - Ik nu heb de getuigenverklaring groter dan van °Johannes, want de werken die de Vader aan Mij heeft gegeven, opdat Ik ze tot volmaaktheid zou brengen, zij, die werken, die doe Ik, getuigenis gevend aangaande Mij dat de Vader Mij heeft afgevaardigd.(SW)[Joh. 5:36]
35 Zeggen jullie niet: 'Het is nog vier maanden en dan komt de oogst?' Neem waar, Ik zeg tot jullie, heft jullie °ogen omhoog en slaat de landstreken gade, want zij zijn reeds wit voor de oogst. Dan zegt Hij tot Zijn °leerlingen: "De oogst is inderdaad groot, maar er zijn weinig werkers. (SW)[Matt. 9:37]
36 En die oogst neemt loon in ontvangst en hij verzamelt vrucht voor aionisch leven, opdat én de zaaiende én de oogstende zich tezamen zal verheugen.
37 Want dit is het woord, het waarachtige: 'Eén is de zaaiende, de ander de oogstende.' 15 Jij, jij zal zaaien, maar jij zal niet oogsten. Jij, jij zal de olijf treden, maar jij zal je niet insmeren met olie; en druivensap, maar jij zal geen wijn drinken. (SW)[Micha 6:15]
38 Ik vaardig* jullie af om te oogsten waarvoor jullie niet hebben gezwoegd. Anderen hebben gezwoegd en jullie zijn tot in hun °moeite binnengekomen."
39 Vanuit die °stad van de Samaritanenmensen uit de landstreek Samaria (Samaria=waker) nu geloven* velen in Hem, vanwege het woord van de vrouw, getuigenis gevend: "Hij zei tot mij alles zoveel als ik doe*."
40 Als dan de Samaritanenmensen uit de landstreek Samaria (Samaria = waker) samen naar Hem toe kwamen, vroegen zij Hem bij hen te blijven*. En Hij blijft* daar twee dagen.
41 En veel meer geloven* vanwege Zijn °woord.
42 Tot de vrouw zeiden zij bovendien: "Wij geloven niet meer vanwege jouw °spreken, want wij hebben zelf naast Hem gehoord en wij hebben waargenomen dat deze waarlijk de Redder van de wereld is, de ChristusGezalfde ." En wij hebben Hem gadegeslagen en geven getuigenis dat de Vader de Zoon heeft afgevaardigd, als Redder van de wereld. (SW)[1Joh. 4:14]
43 Na de twee dagen nu kwam Hij van daar uit en Hij kwam weg tot in °Galileakring,
44 want JezusJAH redt Zelf geeft* getuigenis dat een profeet in het eigen vaderland geen eer heeft. En zij werden verstrikt in Hem. Maar °Jezus zei tot hen: "Een profeet wordt niet ongeëerd, behalve in de vaderstad en in zijn °huis." (SW)[Matt. 13:57]
45 Toen Hij dan tot in °Galileakring kwam, ontvingen* de Galileeërs Hem, alles gezien hebbend zoveel als Hij in Jeruzalemstad van (de god) Salem - vredestichter doet* tijdens het feest, want ook zij zelf kwamen naar het feest. Toen Hij nu in °Jeruzalem was in het Pascha, in het feest, geloven velen tot in Zijn °naam, van Hem de tekenen aanschouwend die Hij deed. (SW)[Joh. 2:23]
46 °JezusJAH redt kwam dan weer tot in °Kanaplaats van riet van °Galileakring, waar ook Hij van het water wijn maakte*. En daar was een zekere bij de koning behorende, van wie de zoon zwak was, in Kapernaümdorp van Nahum. Bij Zijn binnen komen nu tot in Kapernaüm, benaderde Hem een hoofdman over honderd, Hem toeroepend (SW)[Matt. 8:5] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

46

Het eerste teken, in Kanaplaats van riet, geeft de zegen van Israëlstrijder van God in het koninkrijk aan. Dit, het tweede teken, is ook in Kanaplaats van riet en heeft daarom ook te maken met het komende koninkrijk. De wijn beeldt de blijdschap uit van de begunstigde natie. Dit tweede teken voorafschaduwt de genezing van die natie. Het effect van menselijke regering wordt passend uitgebeeld door een brandende koorts. Nooit was dit meer duidelijk dan na het grote Europese conflict. Het delirium, de zwakte, de verdrukking, de dreiging van de dood, heeft de natie in bezit. Tegen de tijd van het einde zal het nog veel erger zijn. Ze zal niet genezen worden door menselijke medicijnen, maar door de komst van ChristusGezalfde. Het zevende uur doet sterk denken aan het zevende zegel en de zevende trompet die verkondigt dat het wereldkoninkrijk van onze Heer en Zijn ChristusGezalfde is geworden (Openb. 11:15). ChristusGezalfde is de Weg, de Waarheid en het Leven. Hij zal de pijn en onrust wegnemen die Israëlstrijder van God vandaag in bezit heeft. Hij zal hun koortsachtige delirium veranderen in een stille, rustgevende vrede.


47 Deze, horend* dat JezusJAH redt arriveert vanuit °Judeade landstreek waar de stam van Juda woonde tot in Galileakring, kwam weg naar Hem toe en vroeg Hem, opdat Hij af zal dalen en zijn °zoon gezond zou maken, want hij stond op het punt te sterven.
48 °JezusJAH redt dan zei tot hem: "In het geval dat jullie geen tekenen en wonderen zullen waarnemen, zouden jullie niet geloven." 2 De tekenen en de verbazingwekkende daden die de Allerhoogste Eloah met mij doet, het is voor mij gepast ze te onthullen. (SW)[Dan. 4:2]
49 De bij de koning behorende zegt tot Hem: "Heer! Daal af, voordat mijn kleine °jongen zal sterven!" [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

49

"Heer, daal af!" is de enige genezing voor de politieke ziekten van de aarde. Het grijpen naar wapens heeft niet genezen, maar de veeleer de wonden verergerd die er de aanleiding voor waren. In plaats van dat het de laatste oorlog was, schijnt het het zaad te zijn geweest voor verdere conflicten. Zelfs indien de oorlogsmoede wereld een vrede in elkaar zou zetten, zou die niet blijvend zijn. Er is geen andere genezing dan "Heer, daal af!".

Dit teken betekent niet zegen voor de naties nu, tijdens Israëlstrijder van Gods afwijking. Op dit moment gaat de koorts van de naties onverminderd voort en al onze zegeningen zijn geestelijk en hemels. Het feit dat de hoveling verbonden was met de koning, veronderstelt dat de heerschappij van Israëlstrijder van God over de naties in zicht was, en dat zijn ingesloten zijn in de zegen. De Heer bezoekt de zoon niet, maar geneest hem op afstand. Zo zal Hij omgaan met de naties in de milleniale era. Wanneer Hij voor ons komt worden we weggegrist om Hem in de lucht te ontmoeten en binnen te gaan in Zijn aanwezigheid en bij Hem blijven en in Zijn hemelse heerschappij delen voor de aionen. De naties op aarde zullen in die dag niet zo hoog gezegend zijn.


50 °JezusJAH redt zegt tot hem: "Ga, jouw °zoon leeft." En de mens gelooft* het woord dat °JezusJAH redt tot hem zei, en hij ging.
51 En reeds bij zijn afdalen gaan* zijn °slaven hem tegemoet en zij berichten*, zeggend dat zijn °jongen leeft. En °Jezus zei tot de hoofdman over honderd: "Ga! Zoals jij gelooft, laat het zo voor jou gebeuren!" En zijn °jongen werd in dat °uur gezond gemaakt. En de hoofdman over honderd keerde terug tot in zijn huis. In hetzelfde uur vond hij zijn jongen gezond zijnde. (SW)[Matt. 8:13]
52 Hij dan stelde bij hen het uur vast waarin hij beterschap had gekregen. Zij dan zeiden tot hem: "Gisteren, rond het zevende uur, liet* de koorts hem los." [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

52

Gisteren, dat wil zeggen: voor de zonsondergang van diezelfde dag.


53 Dan wist de vader dat het in dat uur was waarin °JezusJAH redt tot hem zei: "Jouw °zoon leeft." En hij gelooft* zelf en heel zijn °woonhuis. die zal uitspraken tot jou spreken, in welke jij gered zal worden, jij en heel jouw °huis."(SW)[Hand. 11:14]
54 Dit nu, weer, is het tweede teken dat °JezusJAH redt doet*, komend vanuit °Judeade landstreek waar de stam van Juda woonde tot in °Galileakring. Dit begin van de tekenen doet °Jezus in Kana in Galilea en Hij maakt Zijn °heerlijkheid openbaar. En Zijn °leerlingen geloven in Hem. (SW)[Joh. 2:11]




Terug naar de index.
Naar Johannes 5
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.