|
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis. Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 nu ging tot op de .
2 In de ochtendschemering nu kwam Hij weer aan in de gewijde plaats en al het volk kwam naar Hem toe. En gezeten* zijnde onderwees Hij hen.
3 De schriftgeleerden en de nu leiden een vrouw, op echtbreuk gegrepen zijnde. En zij doen haar in het midden staan*.
4 Zij zeggen tot Hem: "Leraar! Deze °vrouw is op heterdaad gegrepen, echtbreuk plegend.
5 In de wet nu geeft* aan ons instructie °zulken te stenigen. U dan, wat zegt u?"
6 Dit nu zeiden zij, Hem beproevend, opdat zij iets zullen hebben om Hem te beschuldigen. Maar °, neerwaarts bukkend*, schreef met de vinger in de aarde.
7 Als zij nu door gingen met Hem te vragen, richt* Hij Zich op en zei tot hen: "Degene van jullie zonder zonde, laat hem op haar de eerste steen werpen!"
8 En Zich weer voorover bukkend*, schreef Hij in de aarde.
9 En die het hoorden* kwamen uit, één voor één, beginnend* vanaf de oudsten tot de laatsten. En ° werd verlaten, alleen, en de vrouw die in hun midden was.
10 ° nu, Zich oprichtend*, zei tot haar: "Vrouw, waar zijn zij? Niemand veroordeelt* jou?"
11 Zij nu zei: "Niemand, Heer!" En ° nu zei: "Ook Ik veroordeel jou niet. Ga, zondig vanaf °nu niet meer."
12 Dan spreekt* ° weer tot hen, zeggend: "Ik ben het licht van de wereld. Die Mij volgt zou zeker niet in het donker wandelen, maar hij zal het licht van het leven hebben."
[Commentaar]
13 Dan zeiden tot Hem: "U geeft aangaande uzelf getuigenis. Uw °getuigenverklaring is niet waar!"
14 ° antwoordde en zei tot hen: "Ook indien Ik getuigenis zal geven aangaande Mijzelf, Mijn °getuigenverklaring is waar, want Ik heb waargenomen vanwaar Ik kwam en waarheen Ik ga. Maar jullie hebben niet waargenomen vanwaar Ik kom of waarheen Ik ga.
-
15 Jullie oordelen overeenkomstig het vlees. Ik oordeel niet, niemand.
-
16 En in het geval dat Ik zou oordelen, Mijn °beoordeling nu is waarachtig, want Ik ben niet alleen, maar Ik en de Vader Die Mij zendt*.
-
17 Ook in jullie °wet nu is geschreven dat de getuigenverklaring van twee mensen waar is.
18 Ik ben Die getuigenis geeft aangaande Mijzelf, en de Vader, Die Mij zendt*, geeft getuigenis aangaande Mij."
19 Zij dan zeiden tot Hem: "Waar is uw °vader?" antwoordde* en zei: "Jullie hebben noch Mij waargenomen, noch Mijn °Vader. Indien jullie Mij waargenomen hadden, hadden jullie ook ooit Mijn °Vader waargenomen."
-
20 Deze uitspraken spreekt* Hij in de schatkistbewaarplaats, onderwijzend in de gewijde plaats. En niemand pakt* Hem, omdat Zijn °uur nog niet was gekomen.
21 Hij dan zei weer tot hen: "Ik ga heen en jullie zullen Mij zoeken en in jullie °zonde zullen jullie sterven. Waar ook Ik heen ga kunnen jullie niet komen."
22 De Joden dan zeiden: "Hij zal zichzelf toch niet doden? Want hij zegt: 'Waar ook ik heen ga kunnen jullie niet komen.'"
23 En Hij zei dan tot hen: "Jullie zijn vanuit die beneden zijn, Ik ben vanuit dat wat °omhoog is. Jullie zijn vanuit deze °wereld, Ik ben niet vanuit deze °wereld.
-
24 Ik zei dan tot jullie dat jullie zullen sterven in jullie °zonden. Want in het geval dat jullie niet in Mij zouden geloven, dat Ik het ben, zullen jullie in jullie °zonden sterven."
25 Zij dan zeiden tot Hem: "Wie bent u?" ° dan zei tot hen: "Het begin. Iets wat Ik ook tot jullie spreek.
26 Veel heb Ik aangaande jullie te spreken en te oordelen, maar Die Mij zendt* is waar. En de dingen die Ik bij Hem hoor*, deze dingen spreek Ik tot in de wereld."
-
27 Zij weten* niet dat Hij tot hen aangaande de Vader sprak.
28 Dan weer zei ° tot hen: "Wanneer ook maar jullie de Zoon van de mens zouden verhogen, dán zullen jullie weten dat Ik het ben. En uit Mijzelf doe Ik niets, maar zo als Mij Mijn °Vader onderwijst*, deze dingen spreek Ik.
-
-
29 En Die Mij zendt* is met Mij. Hij laat* Mij niet alleen, want Ik doe altijd de dingen die Hem behagen."
30 Bij Zijn spreken van deze dingen geloven* velen in Hem.
31 Dan zei ° tot de Joden die in Hem geloofden: "In het geval dat jullie in °Mijn °woord zouden blijven, zijn jullie waarlijk Mijn leerlingen.
32 En jullie zullen de waarheid kennen en de waarheid zal jullie vrij maken."
33 Zij antwoordden Hem: "Wij zijn zaad van en voor niemand zijn wij ooit slaaf geweest. Hoe zegt u: 'Jullie zullen vrij worden'?"
34 ° antwoordde hen: "Amen! Amen! Ik zeg jullie dat een ieder die de zonde doet, slaaf is van de zonde.
35 De slaaf nu blijft niet in het woonhuis tot in de aion. De zoon blijft tot in de aion.
36 In het geval dan dat de Zoon jullie vrij zou maken, zullen jullie werkelijk vrij zijn.
37 Ik heb waargenomen dat jullie zaad van zijn, maar jullie zoeken Mij te doden*, want Mijn °woord neemt in jullie geen plaats in.
38 De dingen die Ik gezien heb bij de Vader spreek Ik. Doen ook jullie dan wat jullie van jullie °vader horen*!"
39 Zij antwoordden en zeggen* tot Hem: "Onze °vader is !" ° antwoordde hen: "Indien jullie kinderen van ° zijn, deden jullie ooit de werken van °.
40 Maar nu zoeken jullie Mij te doden*, een Mens Die tot jullie de waarheid heeft gesproken die Ik bij ° hoor*. Dit doet* niet.
-
41 Maar jullie doen de werken van jullie °vader." Zij zeggen* tot Hem: "Wij werden niet vanuit ontucht geboren! Wij hebben één Vader, °!"
42 ° dan zei tot hen: "Indien ° jullie °Vader was, hadden jullie Mij ooit lief, want Ik kwam uit vanuit ° en Ik arriveer. Want Ik ben ook niet van Mijzelf gekomen, maar Deze vaardigt* Mij af.
-
-
43 Waarom weten jullie °Mijn °spreken niet? Omdat jullie °Mijn °woord niet kunnen horen.
44 Jullie zijn vanuit jullie °vader, de , en jullie willen de begeerten van jullie °vader doen. Deze was mensenmoordenaar vanaf het begin en hij staat niet in de waarheid, want in hem is geen waarheid. Wanneer ook maar hij de leugen zal spreken, spreekt hij vanuit de eigen dingen, want hij is leugenaar en de vader daarvan.
-
[Commentaar]
45 Ik echter zeg de waarheid en Mij geloven jullie niet.
46 Wie vanuit jullie ontmaskert Mij aangaande zonde? Indien Ik waarheid zeg, waarom geloven jullie Mij niet?
[Commentaar]
47 Die vanuit ° is hoort de uitspraken vanuit °. Daarom horen jullie niet, omdat jullie niet vanuit ° zijn."
48 De Joden antwoordden en zeggen* tot Hem: "Zeggen wij niet op ideale wijze dat u bent en dat u een demon hebt?"
49 antwoordde en Hij zei: "Ik heb geen demon, maar Ik eer Mijn °Vader en jullie onteren Mij!
50 Ik nu zoek niet Mijn °heerlijkheid. Hij is Die zoekt en oordeelt.
51 Amen! Amen! Ik zeg tot jullie: In het geval dat iemand Mijn °woord zou bewaren, zou hij de dood zeker niet aanschouwen tot in de aion."
-
[Commentaar]
52 De Joden zeggen* tot Hem: "Nu hebben wij geweten dat u een demon heeft. stierf en de profeten, en u zegt: 'Indien iemand Mijn °woord zou bewaren hij zeker niet van de dood zou proeven tot in de aion.'
53 U bent toch niet groter dan onze °vader , die stierf? Ook de profeten stierven. Wie maakt u uzelf?"
54 antwoordde: "In het geval Ik Mijzelf zou verheerlijken is Mijn °heerlijkheid niets. Het is Mijn °Vader Die Mij verheerlijkt, van Wie jullie zeggen dat Hij jullie is.
55 En jullie hebben Hem niet gekend, maar Ik heb Hem waargenomen. En in het geval dat Ik zal zeggen dat Ik Hem niet heb waargenomen, zal Ik lijken op jullie: een leugenaar. Maar Ik heb Hem waargenomen en Ik bewaar Zijn °woord.
56 , jullie °vader, jubelt*, opdat hij °Mijn °dag zal waarnemen. En hij nam waar en verheugde zich."
57 De Joden dan zeiden tot Hem: "U heeft nog geen vijftig jaren en u heeft gezien?"
[Commentaar]
58 ° zei tot hen: "Amen! Amen! Ik zeg tot jullie: Voordat gebeurde, ben Ik!"
[Commentaar]
59 Zij dan pakken* stenen op, opdat zij op Hem zouden werpen. Maar werd verborgen en kwam uit vanuit de gewijde plaats. En doorheen hun midden komende, ging Hij en passeerde zo.
-
Terug naar de index.
Naar Johannes 9
|
|