|
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis. Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 In die °periode hoort* , de viervorst, het gerucht over ,
[Commentaar]
[Commentaar]
2 en hij zei tot zijn °jongens: "Deze is de Doper; hij werd opgewekt vanaf de doden en daarom werken deze machten in hem."
3 Want °, vattend, bindt* hem en deed hem weg in de cel, vanwege , de vrouw van , zijn °broeder,
[Commentaar]
4 want ° zei tot hem: "Het is jou niet geoorloofd haar te hebben."
5 En willend hem te doden*, vreesde hij de schare, want zij hadden hem als profeet.
6 Maar toen de verjaardagsfestiviteiten van ° gehouden werden, danste* de dochter van ° in het midden en zij behaagt* °.
[Commentaar]
7 Daarom belijdt hij, met een eed, haar te geven* in het geval zij zou verzoeken.
8 Deze nu, aangezet wordend door haar °moeder, zegt met nadruk: "Geef mij hier op een bord het hoofd van de Doper."
9 En de koning, bedroefd wordend vanwege de eden en die samen aan tafel liggen, beveelt* dat het gegeven wordt.
10 En zendend onthoofdt* hij ° in de cel.
11 En zijn °hoofd werd gebracht op een bord en het werd aan het jonge meisje gegeven en zij brengt* het naar haar °moeder.
12 En naderend nemen* zijn °leerlingen het lijk weg en zij begraven* hem. En komend berichten* zij aan °.
13 ° nu, dit horend*, trekt* Zich van daar terug in een schip, tot in een eenzame plaats, op Zichzelf. En de scharen, dit horend*, volgen* Hem te voet vanaf de steden.
[Commentaar]
[Commentaar]
14 En uitkomend nam Hij een talrijke schare waar en Hij wordt met mededogen over hen bewogen* en Hij geneest* hun °ziekelijken.
15 Als het nu avond wordt, komen* de leerlingen tot Hem, zeggend: "Deze plaats is eenzaam en het uur ging reeds voorbij. Zend dan de scharen weg, opdat, wegkomend, zij tot in de dorpen voor zichzelf spijzen zouden kopen."
16 Maar ° zei tot hen: "Zij hebben geen behoefte om weg te komen. Geven jullie hen te eten!"
[Commentaar]
[Commentaar]
17 Maar zij zeggen tot Hem: "Wij hebben hier niet anders dan vijf broden en twee vissen!"
18 Hij nu zei: "Brengt ze hier bij Mij!"
19 En de scharen bevelend zich neer te vlijen* op het gras, de vijf broden en de twee vissen nemend, omhoog kijkend* tot in de hemel, zegent* Hij. En brekend* geeft* Hij de broden aan de leerlingen, de leerlingen echter aan de scharen.
20 En zij aten allen en worden verzadigd*. En zij pakken* het overvloedig zijnde van de brokstukken op, twaalf draagmanden vol.
21 Die nu aten waren ongeveer vijfduizend mannen, los van de vrouwen en kleine jongens en meisjes.
22 En onmiddellijk dwingt* Hij Zijn °leerlingen tot in het schip in te stappen en Hem voor te gaan tot in de overkant, totdat Hij de scharen zou wegzenden.
[Commentaar]
23 En de scharen wegzendend*, ging Hij omhoog tot op de berg om alleen te bidden*. Toen het nu avond werd was Hij daar alleen.
[Commentaar]
24 Het schip nu, reeds vele stadiën vanaf het land, was weg, midden in de zee, en werd gekweld door de golven, want de wind was tegengesteld.
[Commentaar]
25 Tijdens de vierde nachtwake van de nacht nu, kwam Hij naar hen toe, wandelend op de zee.
[Commentaar]
26 De leerlingen nu, Hem waarnemend, wandelend op de zee, werden verontrust, zeggend dat het een spook is. En zij schreeuwen* °vrees.
[Commentaar]
27 Maar meteen spreekt* ° tot hen, zeggend: "Houdt moed! Ik ben het! Vreest toch niet!"
28 En °, antwoordend, zei tot Hem: "Heer! Indien U het bent, beveel mij naar U toe te komen op de wateren."
29 Hij nu zei: "Kom!" En afdalend* vanaf het schip, wandelt* ° op de wateren om naar ° toe te komen.
30 Maar de sterke wind bekijkend werd hij bevreesd en, beginnend* te zinken, schreeuwt* hij, zeggend: "Heer, red mij!"
31 En onmiddellijk de hand uitstrekkend*, pakte ° hem vast en zegt tot hem: "Kleingelovige! Waarom aarzel* jij?"
32 En bij hun omhoog klimmen* tot in het schip, bedaart* de wind.
[Commentaar]
33 Zij nu in het schip aanbidden* Hem, zeggend: "Waarlijk, U bent de Zoon van !"
34 En overvarend* kwamen zij aan °land, tot in .
[Commentaar]
35 En Hem herkennend vaardigen* de mannen van die °plaats af tot in heel die omliggende °streek en zij brengen* allen naar Hem toe die een kwaal hebben.
36 En zij riepen Hem op dat zij alleen het kwastje van Zijn °bovenkleding zouden aanraken. En zovelen als aanraken* werden behouden.
[Commentaar]
Terug naar de index.
Naar Mattheüs 15
|
|