|
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis. Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 En de Farizeeën en de Sadduceeën, naderend, Hem beproevend, stellen* Hem een vraag hen een teken vanuit de hemel te laten zien*.
-
[Commentaar]
[Commentaar]
2 Hij nu, antwoordend, zei tot hen:
3 (geen vers 3)
4 "Een boosaardige en echtbrekende generatie zoekt naar een teken, en een teken zal haar niet gegeven worden, anders dan het teken van ." En hen verlatend kwam Hij weg.
5 En de leerlingen, komend tot in de overkant, vergaten broden mee te nemen.
[Commentaar]
6 ° nu zei tot hen: "Ziet en geeft acht het zuurdeeg van de Farizeeën en Sadduceeën."
[Commentaar]
7 Zij nu redeneerden met elkaar, zeggend: "Het is omdat wij geen broden meenamen."
8 Dit nu wetend, zei °: "Waarom redeneren jullie onder elkaar, kleingelovigen? Omdat jullie geen broden hebben?
9 Verstaan jullie het nog niet? En herinneren jullie je ook niet de vijf broden van de vijfduizend en hoeveel draagmanden jullie namen?
[Commentaar]
10 Noch de zeven broden van de vierduizend? En hoeveel manden namen jullie?
11 Waarom verstaan jullie niet dat Ik niet aangaande broden tot jullie zei: "Geeft acht?" Maar het zuurdeeg van de Farizeeën en Sadduceeën?"
12 Dan begrijpen zij dat Hij niet zei acht te geven het zuurdeeg van de broden, maar het onderwijs van de Farizeeën en Sadduceeën.
13 ° nu, komend tot in de delen van ea van °, vroeg Zijn °leerlingen, zeggend: "Wie zeggen de mensen dat de Zoon van de mens is*?"
[Commentaar]
14 Dezen nu zeggen: "Dezen inderdaad de Doper, maar anderen en anderen of één van de profeten."
[Commentaar]
15 Hij zegt tot hen: "Maar wie zeggen jullie dat Ik ben*?"
16 En antwoordend zei : "U bent de , de Zoon van de levende °!"
[Commentaar]
17 Antwoordend nu, zei ° tot hem: "Gelukkig ben jij, --, omdat vlees en bloed dit niet aan jou onthult*, maar Mijn °Vader, Die in de hemelen is.
[Commentaar]
18 En Ik nu zeg tot jou dat jij bent. En op deze °rots zal Ik Mijn ° bouwen en de poorten van het zullen over haar niet de overhand krijgen.
-
-
19 Ik zal aan jou de sleutels van het koninkrijk van de hemelen geven en wie jij zou binden op de aarde, zal gebonden zijn in de hemelen en wie jij zou losmaken op de aarde, zal losgemaakt zijn in de hemelen."
20 Dan waarschuwt* Hij de leerlingen, opdat zij aan niemand zullen zeggen dat Hij de is.
[Commentaar]
21 Vanaf dat moment begint aan Zijn °leerlingen te tonen dat het voor Hem bindend is tot in weg te komen en veel te lijden de oudsten en hogepriesters en schriftgeleerden en gedood* te worden en in de derde dag gewekt* te worden.
[Commentaar]
22 En °, Hem bij zich nemend, begint Hem te vermanen, zeggend: "God zal U beschutten, Heer! Dit zal niet voor U zijn!"
[Commentaar]
23 Hij nu, Zich kerend, zei tot °: "Ga heen, achter Mij, ! Jij bent voor Mij een valstrik, want jij bent niet de dingen van ° gezind, maar de dingen van de mensen."
24 Dán zei ° tot Zijn °leerlingen: "Indien iemand achter Mij wil komen, laat hem zichzelf verloochenen en laat hem zijn °kruis oppakken en laat hem Mij volgen!
25 Want in het geval dat hij zijn °ziel zal willen redden, zal hij haar verliezen; maar wie ook zijn °ziel wegens Mij zou verliezen, zal haar vinden.
26 Want wat zal een mens gebaat worden, in het geval dat hij de hele wereld zou winnen, maar zijn °ziel verbeurd zal worden? Of wat zal een mens geven als ruilmiddel voor zijn °ziel?
27 Want de Zoon van de mens staat op het punt te komen in de heerlijkheid van Zijn °Vader, met Zijn °boodschappers, en dan zal Hij aan ieder betalen overeenkomstig zijn °handelen.
-
28 Amen! Ik zeg tot jullie dat er enigen zijn van die hier staan, die toch niet van de dood zouden proeven, totdat ook maar zij de Zoon van de mens zullen waarnemen, komend in Zijn °koninkrijk."
[Commentaar]
Terug naar de index.
Naar Mattheüs 17
|
|