|
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis. Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 De scharen nu waarnemend ging Hij omhoog, de berg op, en toen Hij gezeten* was kwamen Zijn °leerlingen naar Hem toe.
[Commentaar]
[Commentaar]
2 En Zijn °mond openend*, onderwees Hij hen, zeggend:
3 "Gelukkig zijn de armen in °geest, want van hen is het koninkrijk van de hemelen.
4 Gelukkig zijn die nu rouwen, want zij zullen bemoedigd worden.
5 Gelukkig zijn de zachtmoedigen, want zij zullen het land als lotbezit ontvangen.
[Commentaar]
6 Gelukkig zijn die honger hebben en die dorst hebben naar °rechtvaardigheid, want zij zullen verzadigd worden.
7 Gelukkig zijn die zich ontfermen, want zij zullen ontferming verkrijgen.
8 Gelukkig zijn de reinen in het hart, want zij zullen ° zien.
9 Gelukkig zijn de vredestichters, want zij zullen zonen van genoemd worden.
10 Gelukkig zijn die vervolgd zijn wegens rechtvaardigheid, want van hen is het koninkrijk van de hemelen.
11 Gelukkig zijn jullie wanneer zij jullie ook maar zouden smaden en jullie zouden vervolgen en, liegend, al het boosaardige tegen jullie zullen zeggen wegens Mij.
12 Verheugt je en jubelt, want jullie °loon in de hemelen is veel, want zo vervolgden* zij de profeten die vóór jullie waren.
[Commentaar]
13 Jullie zijn het zout van de aarde. In het geval echter dat het zout smakeloos zal worden*, waarin zal het gezouten worden? Tot niets is het nog nuttig, anders dan om naar buiten geworpen te worden om vertrapt te worden onder de mensen.
[Commentaar]
14 Jullie zijn het licht van de wereld. Een stad kan niet verborgen* worden, bovenop een berg liggend.
[Commentaar]
15 Ook branden zij niet een lamp en plaatsen hem onder het maatvat, maar op de lampstandaard; en hij schijnt voor allen die in het woonhuis zijn.
16 Laat zo jullie °licht schijnen, vlak voor de mensen, zodat zij de ideale werken van jullie zullen waarnemen en zij jullie °Vader, Die in de hemelen is, zouden verheerlijken.
17 Jullie zouden toch niet moeten veronderstellen dat Ik kwam om de wet te slopen* of de profeten. Ik kwam niet om te slopen*, maar om te vervullen*.
[Commentaar]
18 Want amen, Ik zeg jullie, tot ook maar de hemel en de aarde voorbij zullen gaan, zal geen jota of hoornachtig schrifttekentje vanaf de wet voorbijgaan, tot ook maar alles gebeurd zal zijn.
[Commentaar]
19 Wie dan ooit één van deze °minste voorschriften zou ontbinden en zo de mensen zou onderwijzen, hij zal 'minste' genoemd worden in het koninkrijk van de hemelen. Maar wie echter deze zou doen* en zou onderwijzen*, zal 'groot' genoemd worden in het koninkrijk van de hemelen.
[Commentaar]
20 Want Ik zeg jullie dat in het geval jullie °rechtvaardigheid niet zou overvloedig zou zijn, meer dan van de schriftgeleerden en , dat jullie niet zullen binnenkomen tot in het koninkrijk van de hemelen.
21 Jullie horen* dat tot hen van de begintijd werd uitgesproken: "Jij zal niet vermoorden." Maar wie ook maar zou vermoorden, hij zal gedoemd zijn tot de beoordeling.
[Commentaar]
22 Maar Ik zeg tot jullie dat elk die boos is op zijn °broeder, gedoemd zal zijn tot de beoordeling. En wie ooit tot zijn °broeder zal zeggen* '!' zal gedoemd zijn tot het . En wie ook maar zal zeggen* 'Domoor!' zal gedoemd zijn tot in het van het vuur.
[Commentaar]
23 In het geval dan dat jij jouw °naderingsgeschenk zal brengen op het altaar en jij daar er aan herinnerd zou worden dat jouw °broeder iets tegen jou heeft,
[Commentaar]
24 laat daar jouw °naderingsgeschenk, vlak voor het altaar, en ga heen. Kom eerst tot een schikking met jouw °broeder en bied dán, komend, jouw °naderingsgeschenk aan.
25 Wees snel welgezind met jouw °tegenpartij, terwijl je met hem op °weg bent, opdat de tegenpartij jou niet aan de rechter zal overleveren en de rechter aan de assistent, en dat jij tot in de cel geworpen zal worden.
[Commentaar]
26 Amen, Ik zeg tot jou dat jij daar toch niet uit zal komen totdat jij ook maar de laatste cent zal betalen.
27 Jullie horen* dat werd uitgesproken: 'Jij zal niet echtbreuk plegen.'
[Commentaar]
28 Maar Ik zeg tot jullie, dat een ieder die een vrouw bekijkt om haar te begeren*, reeds met haar echtbreuk pleegt* in zijn °hart.
29 Indien nu jouw °rechter oog je verstrikt, verwijder het en werp het van je af, want het is voor jou nuttig dat één van jouw °leden verloren zou gaan en niet heel jouw °lichaam tot in geworpen zal worden.
30 En indien jouw °rechterhand jou verstrikt, hak hem af en werp hem van je af, want het is nuttig voor jou dat één van jouw leden verloren zal gaan en niet heel jouw °lichaam tot in zal vergaan.
31 Nu werd uitgesproken: 'Wie ook maar zijn °vrouw zou wegzenden, laat hem aan haar een scheiding geven.'
[Commentaar]
32 Maar Ik zeg tot jullie dat elk die zijn °vrouw wegzendt, uitgezonderd in het geval van ontucht, maakt dat zij echtbreuk pleegt*. En wie in het geval hij zou trouwen met de weggezondene, die pleegt overspel.
33 Weer: jullie horen* dat werd uitgesproken tot hen van de begintijd: 'Jij zal geen meineed plegen, maar jij zal jouw °eden aan de Heer betalen.'
[Commentaar]
34 Maar Ik zeg tot jullie helemaal niet te zweren*, noch bij de hemel, want dat is de troon van °,
[Commentaar]
35 noch bij de aarde, want die is de voetbank van Zijn voeten, noch bij , want zij is de stad van de grote Koning, -
36 noch bij jouw °hoofd zal jij zweren, want jij kunt niet één haar wit maken* of zwart.
37 Maar laat jullie °woord ja ja en nee nee zijn. Het boven deze nu is vanuit de boosaardige.
38 Jullie horen* dat werd uitgesproken: 'oog in plaats van oog' en 'tand in plaats van tand',
[Commentaar]
39 maar Ik zeg jullie de boosaardige niet te weerstaan*, maar die jou een slag in het gezicht geeft op jouw °rechter kaak, keer hem ook de andere toe!
[Commentaar]
40 En aan die wil met jou geoordeeld* te worden en jouw °onderkleed wil nemen, laat hem ook jouw °bovenkleding!
41 En die jou zal verplichten één mijl mee te gaan, ga twee met hem.
42 Aan die van jou verzoekt, geef! En van die van jou wil lenen* zal jij je toch niet afkeren.
43 Jullie horen* dat werd uitgesproken: 'Jij zal jouw °naaste liefhebben en jouw °vijand zal je haten.'
[Commentaar]
44 Maar Ik zeg tot jullie 'Hebt jullie °vijanden lief en bidt ten behoeve van die jullie vervolgen,'
-
[Commentaar]
45 zodat jullie zonen zullen worden van jullie °Vader, Die in de hemelen is, want Zijn °zon laat Hij opgaan over boosaardigen en goeden en het regent op rechtvaardigen en onrechtvaardigen.
46 Want in het geval jullie dat zouden liefhebben die jullie liefhebben, welk loon hebben jullie? Doen ook de tol-incasseerders niet hetzelfde?
47 En indien jullie alleen jullie °broeders zouden groeten, wat doen jullie bovenmatig? Doen ook zij van de natiën niet hetzelfde?
48 Jullie dan zullen volmaakt zijn, zoals jullie °hemelse °Vader volmaakt is.
Terug naar de index.
Naar Mattheüs 6
|
|