|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 En het gebeurde daarna dat de Filistijnen neersloeg en hij maakte hen onderdanig en nam het bestuur van het land uit de hand van de Filistijnen.
2 En hij sloeg neer en hij meet met de touwlijn om hen naar de aarde te doen neerliggen. En hij meet twee touwlijnen om ter dood te brengen en de volheid van de touwlijn om in leven te behouden. En werd voor tot dienaren, dragers van een erkenningsgeschenk.
3 En sloeg , zoon van , koning van neer bij zijn gaan om zijn hand te doen terugkeren aan de rivier van de .
4 En veroverde van hem duizend en zevenhonderd ruiters en twintigduizend man te voet. En sneed alle pezen van de strijdwagenpaarden door, maar hij deed voor zichzelf honderd strijdwagens resteren.
5 En van kwam om , koning van , te helpen, en sloeg in tweeëntwintigduizend mannen neer.
6 En plaatste garnizoenen in van en werd voor tot dienaren, dragers van een erkenningsgeschenk. En JAHWEH redde overal waarheen hij ging.
7 En nam de pijlfoedralen van het goud die van de dienaren van waren en hij bracht ze naar .
8 En van en van , steden van , nam de koning, , uitermate veel koper.
9 En , koning van , hoorde dat heel de strijdmacht van neersloeg,
10 en zond , zijn zoon, naar de koning, , om hem naar zijn welzijn te vragen en om hem te zegenen, omdat hij tegen vocht en hij hem neersloeg (want was een man van oorlogen tegen geweest). En in zijn hand waren voorwerpen van zilver en voorwerpen van goud en voorwerpen van koper.
11 Deze ook heiligde de koning, , aan JAHWEH, met het zilver en het goud dat hij heiligde van alle naties die hij bedwong,
12 van en van en van zonen van en van Filistijnen en van en van de buit van , zoon , koning van .
13 En maakte naam bij zijn terugkeer van zijn neerslaan van , in het ravijn van het zout, achttienduizend.
14 En hij plaatste in garnizoenen, in heel plaatste hij garnizoenen. En heel werd dienaar voor , en JAHWEH redde overal waarheen hij ging.
15 En regeerde over heel en bracht oordeel en recht aan heel zijn volk.
16 En , zoon van , was over het leger en , zoon van , was verslaglegger.
17 En , zoon van , en , zoon van , waren priesters en was schrijver.
18 En , zoon van , en de Keretieten en de Peletieten en de zonen van werden priesters.
[Commentaar]
Terug naar de indexpagina
Naar 2Samuël 9
|
|