|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 In die dagen werd ziek, tot aan sterven toe, en , zoon van , de profeet, kwam bij hem en hij zei tot hem: "Zo zegt JAHWEH: Geef instructie aan jouw huis dat jij stervend bent en jij niet zal leven."
2 En hij keerde zijn aangezicht om naar de zijmuur en hij bad tot JAHWEH, zeggend:
3 "O JAHWEH, gedenk, alstublieft, dat ik wandelde voor Uw aangezicht in trouw en met een volkomen hart; en ik deed het goede in Uw ogen." En huilt, een groot huilen.
4 En het gebeurde - was niet uit gegaan naar de middelste hof - dat het woord van JAHWEH tot hem kwam, zeggend:
5 "Keer terug en zeg tot , de bewindvoerder van Mijn volk: Zo zegt JAHWEH, Elohim van , jouw vader. Ik hoorde jouw gebed, ik zag jouw traan, aanschouw mij!, Ik genees jou; in de derde dag zal jij op gaan naar het huis van JAHWEH.
6 En Ik voeg vijftien jaren toe aan jouw dagen en Ik zal jou en deze stad redden uit de handpalm van de koning van . En Ik bescherm deze stad vanwege Mij en vanwege , Mijn dienaar."
7 En zei: "Neemt geperste en gedroogde vijgen, en zij zullen die nemen en zij zullen die plaatsen op de steenpuist en hij zal leven."
8 En zei tot : "Wat is het teken dat JAHWEH mij zal genezen? Dan zal ik in de derde dag opgaan naar het huis van JAHWEH."
9 En zei: "Dit is voor jou het teken van JAHWEH, dat JAHWEH het woord zal doen dat Hij sprak: De schaduw gaat tien treden of keert hij tien treden terug?"
10 En zei: "Het is een geringe zaak voor de schaduw om tien treden te neigen; nee, dat de schaduw tien treden terugkeert!"
11 En , de profeet, riep tot JAHWEH en Hij deed de schaduw terugkeren op de treden die zij terug afdaalde van de trap van , tien treden.
12 In die tijd zond , koning van , documenten en een erkenningsgeschenk naar , want hij hoorde dat ziek was.
13 En luisterde naar hen en hij liet hen heel het huis van zijn schat zien, het zilver en het goud en de geurige stoffen en de goede olie, en het huis van zijn wapens en alles wat gevonden werd in zijn schatkamers; er was niets wat hen in zijn huis niet liet zien en in heel zijn rijk.
14 En , de profeet, kwam tot koning en hij zei tot hem: "Wat zeiden deze mannen? En van waar kwamen zij tot u?" En zei: "Uit een ver land, zij kwamen uit ."
15 En hij zei: "Wat zagen zij in uw huis?" En zei: "Zij zagen alles wat in mijn huis is; er was geen ding dat ik hen niet liet zien in mijn schatkamers."
16 En zei tot : "Hoor het woord van JAHWEH!
17 Aanschouw, dagen komen dat alles wat in uw huis is wordt weggedragen, en wat uw vaders als een schat tot op deze dag bewaarden, naar zal gaan; er zal geen ding achtergelaten worden, zegt JAHWEH.
18 En van jouw zonen die van jou uit zullen gaan, die jij zal verwekken, zullen zij nemen, en zij zijn eunuchen in het paleis van de koning van ."
19 En zei tot : "Goed is het woord van JAHWEH dat u sprak." En hij zei: "Is het niet indien vrede en trouw zullen zijn in mijn dagen?"
20 En de rest van de zaken van en al zijn macht en dat hij het reservoir maakte en de watergang en hij het water naar de stad brengt, zijn zij niet geschreven in de boekrol van de woorden van de koningen van Juda?
21 En lag neer bij zijn vaders en , zijn zoon, regeerde in zijn plaats.
Terug naar de indexpagina
Naar 2 Koningen 21
|
|