Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Jesaja
Hoofdstuk 22

Jesaja trad op van ca. 750 tot ca. 700 v.C.

   
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
ga met de muis op een groen woord staan, dan ziet u de betekenis)

1 De last van het ravijn van het visioen. Wat is er met jou? Ja, dat jij opgaat, allen van jou, naar de daken?
2 Een stad vol kabaal! De vrolijke, ommuurde stad maakt rumoer. Jouw gesneuvelden zijn geen gesneuvelden door het zwaard en jouw doden niet door de strijd.
3 Al jouw aanvoerders gaan er tezamen vandoor. Zonder boog worden zij tot gevangenen gemaakt. Allen van jou die gevonden worden worden tezamen tot gevangenen gemaakt, van verre vluchten zij ver weg.
4 Vanwege dit zei ik: Wendt je blik van mij af; ik ben bitter van het huilen. Het moet niet zo zijn dat jullie jezelf aansporen om mij te troosten over de verwoesting van de dochter van mijn volk.
5 Want een dag van verwarring en vertrapping en verbijstering is het tot mijn Heer, JAHWEH van legermachten, in het ravijn van het visioen is een doorheenscheppen van de zijmuur en het hulpgeroep tot het gebergte.
6 En ElamElam = eeuwigheid heft de pijlkoker op in de strijdwagen, mens - ruiters, en KirKir = wand ontbloot het schild.
7 En het is dat de eerste keus van jouw valleien vol zijn van strijdwagens. En de ruiters stellen zich om zich tegen de poort op te stellen.
8 En men onthult het deurgordijn van JudaJuda = lof, en jij zal in die dag kijken naar het wapentuig van het huis van het woud.
9 En jullie zien de scheuren van de stad van DavidDavid = lieveling, want zij zijn veel, en jullie zullen het water van het onderste reservoir bijeen brengen.
10 En jullie nummeren de huizen van JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredestichter en jullie zullen de huizen afbreken om de muur te verdedigen.
11 En jullie zullen een slotgracht maken tussen de twee muren voor het water van het heel oude reservoir. Maar jullie zullen niet kijken naar haar Maker en haar Vormgever van een ver verleden zullen jullie niet zien.
12 En mijn Heer JAHWEH van legermachten zal in die dag roepen om te huilen en voor een rouwklacht en voor kaalheid en voor het omgorden met een rouwgewaad.
13 En aanschouw, opgetogenheid en vreugde, doden van het grootvee en slachten van het kleinvee om vlees te eten en wijn te drinken. Eet en drink, want morgen zullen wij sterven. Indien ik naar de mens vecht* met wilde beesten in Efeze, wat is voor mij het voordeel als doden niet worden opgewekt? Laten wij eten en drinken, want morgen sterven wij! (SW)[1Kor. 15:32]
14 En het wordt door JAHWEH van legermachten in mijn oren onthuld: Indien voor deze verdorvenheid van jullie een beschutting wordt gemaakt, totdat jullie sterven, zegt mijn Heer, JAHWEH van legermachten.
15 Zo zegt mijn Heer, JAHWEH van legermachten: Ga! Kom tot deze rentmeester, bij SebnaSebna = kracht, die over het huis is.
16 Wat is hier voor jou en wie is hier voor jou, dat jij hier voor jouzelf een graf hebt uitgehouwen, die zijn graf uithouwt in de hoogte, die een verblijfplaats voor hemzelf afbakent in de steile rots?
17 Aanschouw! JAHWEH is het Die jou wegslingert, de wegslingering van een machtig man. Hij zal jou omhullen, ja omhullen.
18 Hij zal je ronddraaien, ja ronddraaien, met een draaien als een bal, naar een land dat wijd van kanten is. Daar zal jij sterven en daar zijn de strijdwagens van jouw heerlijkheid, de oneer van het huis van jouw heer.
19 En Ik stoot jou weg van jouw post en vanaf jouw standplaats zal Hij jou neerhalen.
20 En het is in die dag dat Ik roep tot Mijn dienaar, tot EljakimEljakim = God doet opstaan, zoon van ChilkiaChilkia = JAHWEH is mijn deel.
21 En Ik zal hem kleden met jouw tuniek en met jouw sjerp zal Ik hem vastmaken en jouw heerschappij zal Ik in zijn hand geven, en hij wordt tot vader voor de inwoner van JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredestichter en voor het huis van JudaJuda = lof.
22 En Ik geef de sleutel van het huis van DavidDavid = lieveling op zijn schouderblad. En hij opent en er is niemand die sluit. En hij sluit en er is niemand die opent.
23 Ik zal hem vastmaken als een pen in een betrouwbare plaats en hij zal tot een troon van heerlijkheid worden voor het huis van zijn vader.
24 En de nakomelingen en de nazaten hangen op hem alle heerlijkheid van het huis van zijn vader, alle kleine vaten; vanaf de vaten van de bokalen tot aan alle vaten van de kruiken.
25 In die dag, zo zegt JAHWEH van legermachten met nadruk, zal de vastgemaakte pen in de betrouwbare plaats verwijderd worden. En zij zal omgehakt worden en vallen en de last die op haar was zal worden afgesneden, want JAHWEH sprak het.

Terug naar de indexpagina
Naar Jesaja 23
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.