Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Jesaja
Hoofdstuk 3

Jesaja trad op van ca. 750 tot ca. 700 v.C.

   
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
ga met de muis op een groen woord staan, dan ziet u de betekenis)

1 Want aanschouw!, de Heer JAHWEH van legermachten is het die steun en leunstaf van JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredestichter en van JudaJuda = lof wegneemt, elke steun van brood en elke steun van water;
2 de machtige en een man van oorlog, de rechter en de profeet en de waarzegger en de oudste;
3 de overste van vijftig en iemand die gerespecteerd is van aangezicht en de raadgever en de wijze van de vakmannen en iemand die verstand heeft van slangenbezwering.
4 En Ik geef hen knapen als hun oversten en moedwillige praktijken zullen over hen heersen. Wee jij, land, waarvan de koning een jongeman is en jouw leiders eten in de morgen (SW)[Pred. 10:16]
5 en het volk heeft het hard te verduren, een man door een man, een man door zijn naaste. En zij zullen vermetel zijn, de jongere tegen de oude en de gering geschatte tegen de verheerlijkte.
6 Want een man zal zijn broeder vastgrijpen in het huis van zijn vader: Jij hebt een kledingstuk, jij zal voor ons aanvoerder worden en dit struikelblok zal onder jouw hand zijn.
7 Hij zal zijn hand opheffen in die dag, zeggend: Ik zal geen verbinder zijn en in mijn huis is geen brood en er is geen kledingstuk. Jullie zullen mij niet als aanvoerder van het volk plaatsen.
8 Want JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredestichter struikelt en JudaJuda = lof valt. Want hun tong en hun handelingen zijn tegenover JAHWEH om de ogen van Zijn heerlijkheid te trotseren.
9 De uitdrukking van hun gezichten antwoordt tegen hen en hun zonde praktiseren zij als SodomSodom = branden, zij onderdrukken die niet. Wee voor hun ziel, want zij vergelden zichzelf met kwaad.
10 Zeg tot de rechtvaardige dat het goed is met hem, want zij zullen de vrucht van hun handelingen eten.
11 Wee voor de slechte, kwaad!, want de vergelding van hun handen zal aan hem worden gedaan. 12 Hoewel een zondaar honderd maal kwaad doet en er voor hem verlenging is, toch weet ik dat het goede zal komen voor die de Elohim vrezen, die vrezen voor Zijn aangezicht.
13 Maar het goede zal niet komen voor de boosaardigen en hij zal zijn dagen niet verlengen zoals de schaduw, want er is in hem geen vrees voor het aangezicht van Elohim. (SW)
[Pred. 8:12,13]

12 Mijn volk - hun taakeisers zijn kleine kinderen en vrouwen heersen over hen. Mijn volk, die jullie gelukkig maken doen afdwalen, zij verzwelgen de weg van jullie paden.
13 JAHWEH stelt Zich op om een rechtszaak te voeren en staat om volken te berechten.
14 JAHWEH zal in oordeel komen met de oudsten van Zijn volk en met haar oversten, want jullie, jullie hebben de wijngaard verteerd, de beroving van de nederige is in jullie huizen.
15 Wat is het voor jullie dat jullie Mijn volk verpletteren en dat jullie de aangezichten van nederigen vermalen, zegt met nadruk mijn Heer JAHWEH van legermachten.
16 En JAHWEH zegt: Omdat de dochters van SionSion = burcht hoogmoedig zijn en gaan met een uitgestrekte keel en met wulpse ogen gaande en zwierig lopend gaan zij, en met hun voeten laten zij de enkelbanden rinkelen.
17 En mijn Heer maakt de schedel van de dochters van SionSion = burcht schilferig, en JAHWEH zal hun verfraaide hoofd ontbloten.
18 In die dag zal mijn Heer de schoonheid wegnemen: de enkelbanden en de voorhoofdsbanden en de maansikkeltjes,
19 de oorknopjes en de navelpiercings en de fladderende sluiertjes,
20 de tiara's en de enkelkettinkjes en de linten en de flesjes van de verfrissing en de amuletten,
21 de ringen en de neushangers,
22 de feestkleren en de gemakkelijke gewaden en de omslagdoeken en de handtasjes,
23 en de kanten kleding en de hemden en de tulbanden en de capes.
24 En in plaats van een geurige stof zal er verrotting zijn en in plaats van een gordelrok een buikriem, en in plaats van het maaksel van een kapsel kaalheid, en in plaats van pronkgewaad omgording met een rouwgewaad, dat in plaats van schoonheid.
25 Jouw volwassen mannen zullen vallen door het zwaard en jouw machtigen in de strijd.
26 En haar portalen klagen en zij treuren. En zij wordt schoon gemaakt en zal op de aarde zitten.

Terug naar de indexpagina
Naar Jesaja 4
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.