Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Jesaja
Hoofdstuk 56

Jesaja trad op van ca. 750 tot ca. 700 v.C.

   
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
ga met de muis op een groen woord staan, dan ziet u de betekenis)


1 Zo zegt JAHWEH: Neemt oordeel in acht en doet rechtvaardigheid, want Mijn redding is nabij om te komen en Mijn rechtvaardigheid om onthuld te worden.
2 Gelukkig is de sterveling die dit doet en de zoon van de mens die aan haar vasthoudt, die de sabbat in acht neemt zonder die te ontwijden en die zijn hand bewaakt tegen het doen van enig kwaad.
3 En het moet niet zo zijn dat de zoon van de uitheemse die zich verbindt aan JAHWEH zegt: JAHWEH doet mij scheiden, ja scheiden van Zijn volk. En het moet niet zo zijn dat de eunuch zegt: Aanschouw, ik ben een droge boom!
4 Want zo zegt JAHWEH tot de eunuchen die Mijn sabbatten in acht nemen en die kozen waarin Ik een behagen schep en die vasthouden aan Mijn verbond:
5 Ik geef hen in Mijn huis en tussen Mijn muren een hand en een naam, beter dan zonen en dan dochters; een aionische naam zal Ik hen geven, die niet afgesneden zal worden.
6 En de zonen van de uitheemse, zij die zich aan die aan Hem verbinden, om voor Hem dienst te verrichten en om de Naam van JAHWEH lief te hebben, om voor Hem tot dienaren te zijn, elk die de sabbat in acht neemt zonder hem te ontwijden en die vasthouden aan Mijn verbond,
7 Ik zal hen naar de berg van Mijn heiligheid brengen en Ik doe hen verheugen in het huis van Mijn gebed. Hun opstijgoffers en hun slachtoffers zullen aanvaard worden op Mijn altaar, want Mijn huis zal een huis van gebed geroepen worden voor alle volken. En Hij zegt tot hen: Er is geschreven: Mijn °huis zal een huis van gebed genoemd worden, maar jullie maken het tot een rovershol (SW)[Matt. 21:13]
8 Een met nadruk zeggen van mijn Heer JAHWEH, Die de verdrevenen van Israël bijeen roept: Ik zal bij hem meer bijeen roepen, bij die van hem die al bijeen geroepen worden.
9 Elk dier van het veld, komt hier om te verslinden, elk dier in het woud!
10 Zijn uitkijken zijn blinden, allen van hen; zij weten niet. Allen van hen zijn stomme honden, die niet kunnen blaffen, die doezelen, die neerliggen, die er van houden om te sluimeren.
11 En de honden zijn sterken van ziel, zij kennen geen verzadiging. En zij die herders zijn weten geen begrip. Allen van hen keren naar hun eigen weg, ieder naar zijn winst, vanaf zijn einde.
12 Komt hier! Ik zal wijn nemen en we zullen ons bedrinken met sterke drank en morgen wordt als vandaag: groot, uitermate overtreffend!

Terug naar de indexpagina
Naar Jesaja 57
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.