Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Nehemia
Hoofdstuk 1

Het boek Nehemia betreft de periode 445-430 v.Chr.

   
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)


DE STRUCTUUR VAN HET BOEK NEHEMIA
1:1-6:19.   De muur - herbouw - verwarring overwonnen.
7:1-4.     Jeruzalem - overgang.
7:5-73a.       De terugkeer onder Zerubbabel.
7:73b-8:18.         Feest van de zevende maand (426 v.Chr.).
9:1-10:39.         Feest van de zevende maand (404 v.Chr.).
11:1-36.     Jeruzalem - inwoners naar binnen.
12:1-26.       De terugkeer onder Ezra.
12:27-13:31.   De muur - wijding - verwarring overwonnen.

1 De woorden van NehemiaNehemia = JAHWEH vertroost, zoon van ChachaljaChachalja = verborgen is Jah. En het gebeurde in de maand KislewKislew = negende maand, tellend vanaf 1Tishri - sept/okt van het twintigste jaar, dat ik in SusanSusan = lelie in het kasteel was.
2 En ChananiChanani = genadig is Jah, één van mijn broeders, kwam, hij en mannen van JudaJuda = lof, en ik vroeg hen naar de Judeeërs die ontkomen waren, die overbleven van de krijgsgevangenschap, en naar JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredestichter.
3 En zij zeiden tot mij: "Het overblijfsel dat over bleef van de krijgsgevangenschap, daar in de provincie, zijn in groot kwaad en in smaad. En in de muur van JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredestichter is een bres geslagen en haar poorten werden vernield door vuur."
4 En het gebeurde toen ik deze woorden hoorde, dat ik neerzat en ik huilde en ik rouwde, dagen lang. En ik vastte en ik bad voor het aangezicht van de Elohim van de hemelen.
5 En ik zei: "Och, JAHWEH, Elohim van de hemelen, de grote en vreeswekkende El, Die het verbond in acht neemt en getrouw is voor die Hem liefhebben en Zijn instructies in acht nemen.
6 Alstublieft! Uw oor zal aandachtig zijn en Uw ogen geopend om te horen naar het gebed van Uw dienaar, dat ik bid voor Uw aangezicht, vandaag, overdag en 's nachts, vanwege de zonen van IsraëlIsraël = strijder van God, Uw dienaren, en de zonden belijdend van de zonen van IsraëlIsraël = strijder van God, die wij tegen U zondigden. En ik en het huis van mijn vader, wij zondigden.
7 Wij hebben kwaadwillig, ja kwaadwillig tegen U gehandeld en wij namen niet de instructies in acht,en de statuten en de verordeningen, die U aan MozesMozes = doen vergeten, getrokken, uit het water halen, Uw dienaar, als instructie gaf.
8 Gedenk, alstublieft, het woord dat U MozesMozes = doen vergeten, getrokken, uit het water halen, Uw dienaar, als instructie gaf, zeggend: Overtreden jullie, dan verstrooi Ik jullie onder de volken, En Ik zal jullie ziften onder de naties en Ik zal een zwaard achter jullie uit de schede trekken. En in jullie land komt een verwoesting en jullie steden zullen verlaten worden. (SW)[Lev. 26:33]
9 maar keren jullie tot Mij terug en nemen jullie Mijn instructies in acht en doen jullie ze, indien er van jullie verdreven zijn tot aan het einde van de hemelen, Ik zal hen van daar bijeen roepen en Ik breng ze naar de plaats die Ik koos om daar Mijn Naam te doen verblijven. 1 En het gebeurt dat al deze dingen over jou komen, de zegen en de kleinering die ik voor jouw aangezicht geef, en jij denkt terug in jouw hart in al de naties waarheen JAHWEH, jouw Elohim, jou verbande.
2 En jij keert terug naar JAHWEH, jouw Elohim, en jij luistert naar Zijn stem, naar alles wat ik jou vandaag opdraag, jou en jouw zonen, met heel jouw hart en met heel jouw ziel.
3 En JAHWEH, jouw Elohim, draait jouw gevangenschap terug, en Hij heeft medelijden met jou en Hij keert om en Hij roept jou samen uit alle volken waarheen JAHWEH, jouw Elohim, jou verstrooide.
4 Indien het zo is dat jij verbannen werd tot het einde van de hemelen, van daar zal JAHWEH, jouw Elohim, jou samenroepen en van daar zal Hij jou nemen.
5 En JAHWEH, jouw Elohim, brengt jou naar het land dat jouw vaders bezaten, en jij bezit het. En Hij brengt jou het goede en Hij doet jou toenemen boven jouw vaders. (SW)
[Deut. 30:1-5]

10 Want zij zijn Uw dienaren en Uw volk, die U vrijkocht door Uw grote energie en door Uw standvastige hand.
11 Och, mijn Heer, alstublieft, laat Uw oor aandachtig zijn voor het gebed van Uw dienaar en voor het gebed van Uw dienaren, die er een behagen in scheppen Uw Naam te vrezen, en maak Uw dienaar vandaag alstublieft voorspoedig en geef hem mededogen voor het aangezicht van deze man." En ik was schenker voor de koning.

Terug naar de indexpagina
Naar Nehemia 2
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.