|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 "In die tijd zei JAHWEH tot mij: Hak voor jezelf twee stenen platen uit zoals de eersten, en ga naar Mij op op de berg. En maak voor jezelf een kist van hout.
2 Dan zal Ik op de platen de woorden schrijven die op de eerste platen waren, die jij brak, en jij plaatst ze in de kist."
3 En ik maakte een kist van acaciahout en ik hakte twee stenen platen uit, zoals de eersten, en ik ga op naar de berg en de twee stenen platen waren in mijn hand.
4 En Hij schreef op de platen zoals het eerste geschrevene, de tien woorden die JAHWEH tot jullie op de berg sprak, vanuit het midden van het vuur, tijdens de dag van de samenkomst. En JAHWEH gaf ze aan mij.
5 En ik wendde mij om en ik daalde af van de berg en ik plaatste de platen in de kist die ik maakte. En zij zijn daar zoals JAHWEH mij instructie gaf.
6 En de zonen van reisden van de Putten van naar . Daar stierf en hij werd daar begraven. En , zijn zoon, diende als priester in zijn plaats.
7 Van daar reisden zij in de richting van en van in de richting van , land van waterlopen met watermv.
8 In die tijd scheidde JAHWEH de stam van af om de kist van het verbond van JAHWEH te dragen, om voor het aangezicht van JAHWEH te staan, om voor Hem dienst te verrichten en te zegenen in Zijn naam, tot op deze dag.
9 Vanwege dit was er voor geen portie en lotbezit met zijn broeders. JAHWEH, Hij is zijn lotbezit, zoals JAHWEH, jouw Elohim, tot hem sprak.
10 en ik, ik stond op de berg zoals de eerste veertig dagen en veertig nachten, en JAHWEH luisterde ook deze keer naar mij. JAHWEH zou jullie niet te gronde richten.
11 En JAHWEH zei tot mij: Sta op, ga op reis vóór het aangezicht van het volk. En zij zullen binnen komen en zij zullen het land pachten dat Ik zwoer aan hun vaders te geven om het aan hen te geven.
12 En nu, , wat vraagt JAHWEH, jouw Elohim van jou, anders dan alleen JAHWEH, jouw Elohim, te vrezen, te gaan in al Zijn wegen en Hem lief te hebben en JAHWEH te dienen met heel jouw hart en met heel jouw ziel,
13 de instructies van JAHWEH in acht nemend en Zijn statuten, over welke ik jou vandaag instructie geef, ten goede van jou?
14 Aanschouw! Voor JAHWEH, jouw Elohim, zijn de hemelen en de hemelen van de hemelen, de aarde en al wat er in is,
15 maar aan jouw vaders werd JAHWEH gehecht, hen liefhebbend en hen kiezend in hun zaad na hen, in jullie, uit alle volken, zoals in deze dag.
16 En jullie besnijden de voorhuid van jullie hart en jullie zullen jullie nek niet verder stijf maken.
17 Want JAHWEH, jullie Elohim, Hij is Elohim van de elohim en Heermv van de heren, de El, de grote, de machtige en de vreeswekkende, Die niet gezichten opheft en geen omkoopgeschenk aanneemt,
18 Die het recht doet van wees en weduwe, Die de tijdelijke verblijver liefheeft, aan hem brood en een kledingstuk gevend.
19 Jullie zullen de tijdelijke verblijver liefhebben, want jullie werden tijdelijke verblijvers in het land van .
20 JAHWEH, jouw Elohim, zal jij vrezen. Hem zal jij dienen en aan Hem zal jij kleven en bij Zijn naam zal jij zweren.
21 Hij is jouw lofprijzing en Hij is jouw Elohim, Die met jou de grote daden en de vreeswekkende daden deed die jouw ogen zagen.
22 Met zeventig zielen daalden jouw vaders af naar en nu plaatste JAHWEH, jouw Elohim, jullie als sterren van de hemelen, tot een menigte."
Terug naar de indexpagina
Naar Deuteronomium 11
|
|