Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Genesis
Hoofdstuk 5

   
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)


1 Dit is het document van de genealogische registraties van AdamAdam = (van) rode (aarde), of "uit de aarde", in de dag dat Elohim Adammens - rood - rode aarde schiep. In de gelijkenis van Elohim maakte Hij hem.
2 Mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen en Hij zegende hen en Hij noemde hun naam MensHebreeuws: adm - adam. Het is hier een soortnaam., in de dag van hun geschapen worden. Hij nu, antwoordend, zei: Lazen jullie niet dat de Scheppende hen vanaf het begin man en vrouw maakte[Matt. 19:4] - 27 En Elohim schept de mens naar Zijn beeld. Naar het beeld van Elohim schiep Hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen.
28 En Elohim zegent hen en Elohim zegt tot hen: Weest vruchtbaar en neemt toe en onderschikt het land en heerst over de vis van de zee en over de vogel van de lucht en over dier dat beweegt op het land. (SW)
[Gen. 1:27,28]

3 En AdamAdam = (van) rode (aarde), of "uit de aarde" leefde dertig en honderd van jaren en hij verwekte een zoon in zijn gelijkenis, als zijn beeld, en hij noemt zijn naam Sethplaatsvervanger.
4 En de dagen van AdamAdam = (van) rode (aarde), of "uit de aarde", na zijn verwekken van SethSeth = plaatsvervanger, zijn achthonderd jaren en hij verwekte zonen en dochters.
5 En alle dagen van AdamAdam = (van) rode (aarde), of "uit de aarde" die hij leefde waren negen honderd jaren en dertig jaren. En hij stierf.
6 En SethSeth = plaatsvervanger leefde vijf jaren en honderd jaren, en hij verwekte EnosEnos = sterfelijk.
7 En SethSeth = plaatsvervanger leefde na zijn verwekken van EnosEnos = sterfelijk zeven jaren en acht honderd jaren, en hij verwekte zonen en dochters.
8 En alle dagen van SethSeth = plaatsvervanger waren twaalf jaren en negen honderd jaren. En hij stierf.
9 En EnosEnos = sterfelijk leefde negentig jaren en hij verwekte KenanKenan = verworvene.
10 En EnosEnos = sterfelijk leefde na zijn verwekken van KenanKenan = verworvene vijftien jaren en acht honderd jaren en hij verwekte zonen en dochters.
11 En alle dagen van EnosEnos = sterfelijk waren vijf jaren en negen honderd jaren, en hij stierf.
12 En KenanKenan = verworvene leefde zeventig jaren en hij verwekte MahalalelMahalalel = lof van God.
13 En KenanKenan = verworvene leefde na zijn verwekken van MahalalelMahalalel = lof van God veertig jaren en acht honderd jaren en hij verwekte zonen en dochters.
14 En alle dagen van KenanKenan = verworvene waren tien jaren en negen honderd jaren en hij stierf.
15 En MahalalelMahalalel = lof van God leefde vijf jaren en zestig jaren en hij verwekte JeredJered = dienaar.
16 En MahalalelMahalalel = lof van God leefde na zijn verwekken van JeredJered = dienaar dertig jaren en achthonderd jaren en hij verwekte zonen en dochters.
17 En alle dagen van MahalalelMahalalel = lof van God waren vijf en negentig jaren en acht honderd jaren, en hij stierf.
18 En JeredJered = dienaar leefde twee en zestig jaren en honderd jaren en hij verwekte HenochHenoch = toegewijd, leraar.
19 En JeredJered = dienaar leefde na zijn verwekken van HenochHenoch = toegewijd, leraar acht honderd jaren en hij verwekte zonen en dochters.
20 En alle dagen van JeredJered = dienaar waren twee en zestig jaren en negen honderd jaren, en hij stierf.
21 En HenochHenoch = toegewijd, leraar leefde vijf en zestig jaren en hij verwekte MetuselachMetuselach = man van de werpspies.
22 En HenochHenoch = toegewijd, leraar wandelde, na zijn verwekken van MetuselachMetuselach = man van de werpspies, drie honderd jaren met de Elohim. En hij verwekte zonen en dochters.
23 En alle dagen van HenochHenoch = toegewijd, leraar waren vijf en zestig jaren en drie honderd jaren.
24 En HenochHenoch = toegewijd, leraar wandelde met de Elohim en hij was niet meer, want Elohim nam hem. Door geloof werd Henoch verplaatst, opdat hij niet de dood zou waarnemen en werd niet gevonden, omdat God hem verplaatste. Want voor de verplaatsing werd er getuigd dat hij God behaagde (SW)[Hebr. 11:5]
25 En MetuselachMetuselach = man van de werpspies leefde zeven en tachtig jaren en honderd jaren en hij verwekte LamechLamech = krijger.
26 En MetuselachMetuselach = man van de werpspies leefde na zijn verwekken van LamechLamech = krijger twee en tachtig jaren en zeven honderd jaren, en hij verwekte zonen en dochters.
27 En alle dagen van MetuselachMetuselach = man van de werpspies waren negen en zestig jaren en negen honderd jaren, en hij stierf.
28 En LamechLamech = krijger leefde twee en tachtig jaren en honderd jaren en hij verwekte een zoon.
29 En hij noemde zijn naam NoachNoach = rust of troost, zeggend: "Deze, hij troost ons van onze werkzaamheid en van de moeizame arbeid van onze handen, vanaf de grond welke JAHWEH vervloekte."
30 En LamechLamech = krijger leefde na zijn verwekken van NoachNoach = rust of troost vijf en negentig jaren en vijf honderd jaren en hij verwekte zonen en dochters.
31 En alle dagen van LamechLamech = krijger waren zeven en zeventig jaren en zeven honderd jaren, en hij stierf.
32 En NoachNoach = rust of troost was een zoon van vijf honderd jaren. En NoachNoach = rust of troost verwekte SemSem = naam of faam, ChamCham = heet of zwart en JafetJafet = uitbreiding.


Terug naar de indexpagina
Naar Genesis 6
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.